Op 28 maart stapte de Noorse minister van Justitie en Veiligheid, Tor Mikkel Wara, op na maandenlange ophef. De aanleiding was de nasleep van de kleine toneelvoorstelling Ways of Seeing, over rechts nationalisme in Noorwegen.

Ways of Seeing ging op 21 november 2018 in première in het Black Box Teater in Oslo. Makers Pia Maria Roll, Hanan Benammar, Sara Baban en Marius von der Fehr stelden hierin dat ons kijken niet neutraal is, maar ingebed in politieke en historische context. Ze wilden aandacht vestigen op ‘netwerken die van Noorwegen een racistische samenleving willen maken’. De acht voorstellingen in Black Box trokken samen pakweg vijfhonderd man publiek.

Roll en Von der Fehr kwamen in 2016 al internationaal in het nieuws met een opzienbarende act, toen als jonge makers tijdelijk verbonden aan het NationalTheater in Oslo. Uit naam van het NT publiceerden ze een ‘National Apology’ in een landelijke krant, waarin excuses werden gemaakt voor de culturele samenwerking met Israël vanwege oorlogsmisdaden in de Gazastrook. Israël reageerde furieus. Het bleek een artistieke daad waar het theater snel afstand van nam.

Onderdeel van Ways Of Seeing waren filmpjes van de huizen van enkele rechts-populistische kopstukken, onder wie minister van Justitie en Veiligheid Tor Mikkel Wara en fractievoorzitter Christian Tybring-Gjedde, beiden van de populistisch-rechtse FrP (Fremskrittspartiet). Bewoners kwamen nergens in beeld en de locatie van de huizen bleef vaag. Volgens de website van Black Box zochten de makers ‘de grens van wat wettelijk is toegestaan’ en wilde de voorstelling ethische discussie uitlokken.

Anderhalve week na de première deed Wara’s partner Laila Anita Bertheussen aangifte van huisvredebreuk. In een reactie stelde Roll dat beelden zoals in de voorstelling gebruikt werden ook op Google Maps te vinden waren. De politie constateerde geen strafbaar feit en sloot de zaak af.

De zaak nam een dramatische wending toen tussen begin december en begin maart op de muren van Wara’s huis hakenkruizen werden gekalkt en later ‘racist’, hun vuilcontainer in brand werd gezet en Wara dreigbrieven ontving. De pers zag een overduidelijk verband met de voorstelling. En Tybring-Gjedde schreef op Facebook: ‘Black Box legitimeert haat jegens Noorse burgers door middel van een absurde, staatsgesubsidieerde voorstelling. Wie opstaat voor Noorwegen en waarschuwt voor Islamitisch fascisme wordt de mond gesnoerd onder het mom van artistieke vrijheid’. Er ontstond een nationale mediarel, waarin de ‘slachtoffers’ paradoxaal genoeg veel meer privégegevens bekend maakten dan de voorstelling had gedaan.

Als reactie diende Wara’s partij op 12 december een motie in om de subsidie aan het Black Box theater stop te zetten. De motie werd verworpen, maar stookte het nationale debat verder op: was dit geen censuur? Wara noemde Black Box een moreel failliete instelling, die kritiekloos complottheorieën verspreidde. Tybring Gjedde schreef: ‘Niemand zou publieke steun mogen krijgen om haat, intolerantie en complottheorieën te verspreiden – ook niet als die boodschap zich verschuilt achter “culturele uitingen”.’

De situatie escaleerde op 10 maart toen Wara’s auto voor zijn huis in brand werd gestoken. De Noorse veiligheidsdienst noemde een verband met de voorstelling ‘heel natuurlijk’. Theatermaakster Roll reageerde in de pers: de autobrand was overduidelijk in scène gezet. Hierop ontving ze scherpe kritiek van onder meer premier Erna Solberg, die zei dat de theatermakers niet moesten ‘speculeren’: wie het privéleven van politici in het publieke domein brengt, moest de consequenties onder ogen durven zien. Het Noorse Openbaar Ministerie had de aanklacht van Bertheussen inmiddels heropend. Diezelfde dag werden Roll, Baban en Benammar samen met de directeur van Black Box opgepakt.

Een paar dagen daarna gebeurde er echter iets onverwachts: de politie maakte bekend dat Bertheussen zelf verdacht werd van het aansteken van de autobrand. Minister Wara ging per direct met verlof. In de pers begon het zwartepieten: waarom had niemand Black Box’ onschuld verdedigd tot het tegendeel was bewezen? De Noorse tak van Amnesty sprak zich uit over zorgwekkende politieke censuur in Noorwegen.

Na een week werden de theatermakers vrijgelaten: ze hadden niets strafbaars gedaan. De zaterdag daarop vonden in heel Noorwegen kleine demonstraties voor artistieke vrijheid plaats. Op 28 maart maakte de politie bekend dat Bertheussen inmiddels verdacht wordt van alle haatacties. Wara trad daarop af als minister. Premier Solberg weigert tot op heden excuses te maken aan de theatermakers. Inmiddels is bekend dat Ways Of Seeing eind april hernomen wordt in Tromsø.

Dossiers

Theatermaker mei 2019