De hoofdredacteur:
‘Als de redactie van Theatermaker aan het brainstormen is over nieuwe thema’s voor het tijdschrift, praten we vaak vanuit de inhoud. Welke kwesties stellen het theater en de dans op dit moment aan de orde? Welke onderwerpen houden de kunstenaars bezig? Wat zijn de inhoudelijke consquenties van de keuzes van makers?

Deze editie is anders. We droomden van een editie die geheel zou bestaan uit één vorm: de dialoog. Een nummer vol tweegesprekken, briefwisselingen en toneeldialogen.

Omdat in de kunst de vorm de inhoud ís, levert zo’n aanpak weer z’n eigen vooronderstellingen op. Dialoog is immers de bouwsteen van drama, schreef ik in een uitnodiging aan zes toneelschrijvers. Toneelschrijvers gebruiken de dialoog om meningen en wereldbeelden te laten botsen, onderzoeken meerstemmigheid, leven zich in in de ander en in andere ideeën en perspectieven. Tegelijk lijkt buiten het theater de dialoog uit de mode. In een gepolariseerd maatschappelijk debat preken we vooral voor onze eigen bubbel. Terwijl het kenmerk van een gezonde liberale democratie de uitwisseling van ideeën en standpunten is, kortom, de dialoog.

Alle zes toneelschrijver zeiden enthousiast ja op onze vraag om een dialoog te schrijven óver dialogen. Maar hun bijdragen werden naast elkaar veel weerbarstiger en veelkleuriger dan ik me had kunnen voorstellen, prachtig geïllustreerd door Gemma Pauwels. Choreografen Emilie Gallier en Clara Amaral schreven een bijdrage over dialoog vanuit dansoptiek, waarmee ze de zaak op een prettige manier nog verder compliceerden.

Lot Vekemans schreef me: ‘Een toneeldialoog voldoet zelden aan de voorwaarden van een dialoog zoals je die in een gezonde liberale democratie mag verwachten. Bij een gezonde dialoog luisteren mensen naar elkaar. En durven ze te zeggen wat ze willen zeggen. In een toneeldialoog is beide vaak overtuigend afwezig.’

Dat verschil blijkt mooi uit de andere bijdragen aan dit themadossier: Lara Staal en Bo Tarenskeen zetten een discussie voort die begon op het Nederlands Theaterfestival in september vorig jaar over het artistieke en het morele in de kunst. Ze blijven het oneens, maar ze schrijven elkaar met het geduld dat ongeduldige mensen bewaren voor hun vrienden. Evelyne Coussens schreef een brief aan Schwalbe over hun project Werk dat vier jaar beslaat. En Paul Lightfoot en Sol Léon geven inzicht in hun dertigjarige artistieke gesprek.

Ik wil hier graag het Lira Fonds hartelijk bedanken voor hun gulle ondersteuning van dit idee en Ditte Pelgrom van De Nieuwe Toneelbibliotheek voor haar hulp bij de redactie van de toneelteksten.

Buiten het themadossier besteden we in deze editie aandacht aan de op handen zijnde festivals. Marijn Lems sprak met Angela Goh en Kris Verdonck over de centrale thema’s van SPRING, en Sara van der Kooi zocht Miranda Lakerveld op, die in Iran op zoek ging naar de bronnen van Turandokht en die haar interculturele opera Turan Dokht presenteert op het Holland Festival.

Ten slotte kan ik een nummer over de dialoog niet anders doen dan u allen oproepen om ons van uw repliek te voorzien via simon@theatermaker.nl. Een tijdschrift maken blijft een vorm van flessenpost. Laat ons niet langs de vloedlijn dobberen!’

Dossiers

Theatermaker mei 2019