Vrouwencabaret was in de jaren zeventig in Nederland echt een begrip; de cabaretgroep rondom Natascha Emanuels speelde in totaal meer dan achthonderd voorstellingen, niet alleen in de theaters, maar ook daarbuiten tijdens diverse demonstraties. Maar de naam Natascha Emanuels zegt de meeste mensen vreemd genoeg niets meer.

Natascha Emanuels (1939-2018), dochter van Surinaamse ouders, groeide op in Zandvoort. In de Tweede Wereldoorlog verbleef vader Emanuels in Engeland, waar hij  werkte bij Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (KNSM). Na de oorlog lukte het vader en moeder Emanuels niet om hun relatie weer op te bouwen en gingen ze uit elkaar, waarna moeder Amalia van Gennip met hun drie kinderen naar Nederland vertrok.

Na drie jaar middelbare school in Bloemendaal en de Kennemer-balletstudio in Haarlem, besloot Natascha te stoppen met school en af te reizen naar Parijs waar ze les nam bij de balletschool Studio Wacker. Als snel begreep ze dat deze klassieke en strenge dansopleiding niets voor haar was. Ze stapte over naar het Amerikaanse Jazzballet.  In Amsterdam vervolgde zij haar lessen bij Jimmy Allbright die onder meer les gaf bij het Scapino Ballet. Vanaf 1959 danste ze mee in drie shows van de  door hem opgerichte dansgroep op het enige Nederlandse televisienet. Daarna toerde de groep  langs Europese hoofdsteden.

Terug in Amsterdam ontmoette Natascha bij de cafés Reynders en Eijlders op het Leidseplein verschillende theatermensen (onder wie Joop Admiraal en Ramses Shaffy). Ze merkte dat de discipline die vereist was in de dans, in de theaterscene ontbrak, en dat ze gerust een nacht kon doorzakken. Ze besloot haar carrière om te gooien en werd cabaretière.

Korte tijd werkte ze bij Jean & Joop Kok (Maskerade, 1960), ze stond met Hedy d’Ancona in  Say Cheese (1962) en trad op in  het cabaret van Fiet en Frans Koster (1963).

Ze vertrok vervolgens voor een tijd naar Engeland, waar ze onder de naam Natascha Manu meewerkte aan vele theater- en tv-producties. In Engeland trouwde ze haar eerste man, Simon Taylor, een huwelijk dat kort duurde.

Eind jaren zestig zette Emanuels haar loopbaan voort in Nederland. Op 16 januari 1969 stond Natascha in Felix Meritis in de productie Shaffy Verkeerd van onder anderen Ramses Shaffy, Liesbeth List en Louis van Dijk. Het was haar eerste grote productie in Nederland.

Met de voorstelling Reconstructie (1969) haalde Emanuels de nationale media. In deze fel anti-Amerikaanse opera rond Che Guevara van coryfeeën als Harry Mulisch en Peter Schat, speelde Emanuels een met bloed besmeurde bruid (Cuba) die verkracht werd door Tyrannosaurus (Verenigde Staten). De voorstelling leidde tot een mediastorm. Ze vervolgde haar toneelcarrière in Hair (1970) en Oh! Calcutta! (1971).

Vrouwencabaret

De grote vrouwendemonstratie in New York in 1971 inspireert haar om Vrouwencabaret te starten, samen met haar vriendin Els Korver. Resultaat: meer dan achthonderd voorstellingen, zes programma’s in 9 jaar, waaronder Een traan voor elke roos (1977) dat ze maakt op uitnodiging van het Holland Festival. Daarmee wordt theater over feminisme tot haar grote genoegen ingelijfd bij de hoge kunsten.

De liedjes in de programma’s worden door verschillende tekstschrijvers geschreven, onder wie Marijke Philips en Ingrid van Delft; Natascha en Els zorgen voor de verbindende teksten. De groep wisselt regelmatig van samenstelling, zowel wat betreft regisseurs, musici als uitvoerenden.

De eerste twee programma’s worden als vriendelijk maar zwak beoordeeld. De kritiek spitst zich van meet af aan toe op de kwaliteit van de teksten. Zo peinst het Algemeen Dagblad in oktober 1972: ‘Waaraan het schort? (…) komt dat door de tekst armoede die een groot gemis aan spiritualiteit aan de dag legt (…)’. Met de komst van onder anderen Ingrid van Delft worden de teksten professioneler en de recensies wat beter; nummers die niet op de vrouw toegesneden thema’s behandelen, worden beter beoordeeld.

Cabaret in die tijd was niet zo persoonlijk als tegenwoordig. Het ging dit Vrouwencabaret om de positie van de vrouw in de samenleving, en over de verschillen tussen man en vrouw – zonder dat Emanuels en Korver daarbij  hun eigen posities benoemden. Wellicht is dat de reden dat Emanuels in haar voorstellingen geen aandacht heeft besteedt aan haar eigen huidskleur of de discriminatie waar ze ongetwijfeld ook mee te maken heeft gehad. In haar archief vond ik wel handgeschreven teksten over racisme, maar die heeft ze niet gebruikt.

Vrouwencabaret sneed algemeen maatschappelijke thema’s aan en het was voor de groep  ook logisch om op te treden bij demonstraties  zoals de pro-abortus demonstraties en betogingen tegen kernwapens.

Later speelde Emanuels in zelfgeschreven soloprogramma’s over jazzlegendes Billie Holiday (1988) en Chet Baker (2000) (helden van haar moeder) en regisseerde ze verschillende cabaret- en toneelvoorstellingen. Ook regisseerde ze jonge theatertalenten, onder wie Paul de Leeuw.

In 2006 schreef zij het boek Afscheid van Amalia. Hoe ik mijn moeder verloor terwijl ze er nog was, over het ziekteproces van haar moeder, die aan alzheimer leed. Enkele jaren later werd de ziekte ook bij Emanuels zelf vastgesteld.

Natascha Emanuels had jarenlang een relatie met Els Korver, ideologe van Vrouwencabaret. Natascha was ruim dertig jaar samen met Anne Fortuin, terwijl Els op de bovenste etage van haar huis woonde.

Foto: FJ Busselman. Natascha Emanuels met haar vrouwencabaret tijdens een abortusdemonstratie

Hans van Keulen is conservator van de Theater Collectie Allard Pierson

Dossiers

Theaterjaarboek 2022/2023