1873

Onze arbeid – de naam onzer Maatschappij duidt het ten overvloede aan – moet een gemeenschappelijke arbeid zijn, en inderdaad de akker, die ons ter bebouwing is gegeven, biedt ruimte genoeg aan veler handen. Aan het werk dan, leden van het Tooneelverbond!
(J. N. van Hall, namens het bestuur in Het Nederlandsch Tooneel, kroniek en critiek, jaargang 2)

1914


Het stuk is afkomstig van zekeren Sabitino Lopez, een Italiaansche naam, maar ik waag de onderstelling dat zich achter deze bersaliero een tedesco verschuilt, waarvoor de tekst ook eenige aanwijzing geeft; o.a. viel mij op het germanisme; <<jonkvrouwelijke schuchterheid». We zouden dus te doen hebben met een jeugdigen Duitschen auteur, die nog niet is waar hij wezen wil, doch die in elk geval een dosis humor blijkt te bezitten die een belofte voor de toekomst bevat.
(C.A.Vaillant,  in de rubriek Amsterdamse Kroniek in Het Tooneel, jaargang 44, nr.1)

1947


De ietwat sombere naam, Die Fledermaus, zou niet doen vermoeden, dat wij hier te doen hebben met een eeuwig vloeiende bron van vreugde, die tot in de duistere tijden haar licht verspreidt. Deze naam is misschien ook het minst gelukkige aan het geniale werk.
(K. Ph. Bernet Kempers in Toneelschild, jaargang 2, nr. 11/12)

1950


Maar …‘what is a name?’. Van de overgrote meerderheid van de tonelisten gaat zelfs de naam te loor in de afgrond van de Tijd.
(Lode Monteyne bespiegelt over roem in Toneelschild, jaargang 5, nr.12) 

1964


‘Ze schreven: Frankrijk is net in een vreselijke oorlog geraakt, en er lopen nu mensen met zware verminkingen over de Boulevard Clichy, en er zijn er nog enkelen, die in staat zijn om in een theater te komen, en die paar mensen willen vast wel eens iets vrolijkers zien dan Exiles. Toen zei Joyce tegen Sylvia Beach: ‘Misschien was het beter geweest als ik Richard een been van kurk had gegeven’. Dus toen besloot ik om iemand in mijn stuk, die Richard heette, een been van kurk te geven.’
(Brendan Behan verklaart de titel Richard’s Cork Leg in Teatraal jaargang 1, nr. 6) 

1971

Ruimte Amsterdam is opgeheven. Het bestuur, personeel, medewerkers en activiteiten zijn overgegaan naar de nieuwe stichting ‘DE HOBBIT’.
(Uit de rubriek Jeugd + toneel, in Mickery Mouth, jaargang 1, nr.1)

1986

Half één ’s middags. Een voormalig pakhuis omgebouwd tot huisvesting van een dansgezelschap. Op weg naar de studio voor een interview met een choreograaf valt mijn oog op een prikbord met daarop het volle dagrooster van de dansers:
11:00 les
12:30 NOTES!
12:45 repetitie deel 1
etc. etc. etc.
(Marc Jonkers openingswoord in Notes, jaargang 1, nr.0)

1991

Heette Toneelgroep Amsterdam nou maar Sociaal-Democratische Toneelgroep en Discordia Rooms Katholieke Maatschappij ter Bevordering van de Toneelspeelkunst en noemde Art & Pro zichzelf maar Evangelisch en de Trust het toneelgezelschap voor Vrijheid en Democratie. Zij zouden dan geen gevaar lopen. Politieke partijen zouden ze verdedigen. Economisch belangrijk of niet. Het zou bovendien betekenen dat samenwerking met de omroepen voor deze gezelschappen geen enkel probleem zou zijn, het zou logisch voortvloeien uit hun positiebepaling. Maar zo zit het allemaal niet in elkaar.
(Otto Valkman over cultuurbeleid in Toneel Theatraal, jaargang 112, nr.7) 

2008


U bent net voor het eerst geslagen. Door een man die zich theatermaker noemt. Vandaar dit blad. Hij maakt stukken over vrede en schoonheid en zachtheid. Mensen denken dat hij echt zo is. Jij weet dat dat niet waar is.
(uit Laura van Dolrons kerstverhaal De Schuldige in TM, jaargang 12, nr. 9/10. 

2013


Nienke: ‘We hebben dan een heel eigen eierritueel. Voor iedereen is er een gekookt ei met zijn naam erop verstopt. Wie als laatste zijn ei vindt, moet een act doen tussen de schuifdeuren.’
(Joke Beeckmans interviewt de hele familie Römer in TM, jaargang 17, nr. 9)

2020


Gelukkig was daar Insayno. De woordkunstenaar die een jas droeg van PET-flessen en die een gemeenschappelijke tuin had. Zijn artiestennaam bleek een afkorting: ‘In Nasty Situations All You Need: Optimism’.
(Emma Lesuis in het essay ‘Had ik maar een tuintje’, Theatermaker jaargang 141, nr. 4)

Dossiers

Theaterkrant Magazine januari 2021