Ooit begon het met twee vrachtwagens die op bescheiden schaal decors door het land reden. Inmiddels is Pieter Smit niet meer weg te denken uit het internationale theater- en muziektransport. Het bedrijf is uitgegroeid tot een holding met 750 vrachtwagens en vestigingen in zes landen. Naamgever en oprichter Pieter Smit en Maarten Arkenbout over hun roadtrips, hun gedrevenheid voor het vak en hun expansiedrift.

Door Jos Schuring, foto Eymo Beeldcommunicatie

Ik sta in een grote loods op een industrieterrein in Nieuw Vennep die tot aan de nok toe vol staat met op elkaar gestapelde containers, allemaal gevuld met theaterdecors. Grijnzend bezien Pieter Smit en Maarten Arkenbout mijn verbaasde blik. ‘160 containers vol emotie,’ zegt Smit. ‘Producenten weten niet altijd van tevoren of ze een voorstelling gaan hernemen. Het gebeurt ook wel eens dat we een decor een paar jaar bewaren en dat het dan alsnog naar de stort moet.’

Met 750 wagens en vestigingen in zes landen is Pieter Smit uit Nieuw Vennep een grote speler in de wereld van theatertransport. De holding, bestaande uit zo’n twaalf bedrijven, heeft nog veel meer activiteiten in huis, zoals het opbouwen van voorstellingen en het technisch faciliteren van entertainment- en sportevenementen in heel Europa. Naamgever Pieter Smit begon zijn bedrijf in 1980 met twee oude vrachtwagens en opdrachten van Gislebert Thierens en John de Crane Producties. ‘Ik hoorde van producent Hans Sleeswijk dat hij niet tevreden was met de wijze waarop zijn transport geregeld was en dacht dat ik het beter en efficiënter kon. Al snel merkte ik dat je kosten kon besparen door een vrachtwagen met decor niet te lossen om even tussendoor een verhuisklus te doen, maar dat je die wagen beter kon laten staan tot de volgende speelbeurt. Er is bovendien altijd het risico van beschadiging en klanten zien direct dat het decor uit de wagen is geweest.’

Een van zijn eerste ritten was naar Lochem voor een voorstelling met Lex Goudsmit. ‘We begonnen zoals meestal in die tijd ’s ochtends om tien uur met bouwen. Als de wagen gelost was, had ik niets meer te doen tot tien uur ’s avonds. Omdat ik niets om handen had, ging ik meehelpen met opbouwen. Al doende werd ik ook inspeciënt en zo is het begonnen. Later kreeg ik Jacques Senf als klant. Na zes jaar had ik zes wagens en al snel werden dat er achttien. Begin jaren negentig kwam naast het theater via StageCo, een podiumbouwer uit Vlaanderen, de rock-’n-roll erbij. Werkten we aan shows van Dire Straits of Guns N’Roses.’

Decors verhuren

Maarten Arkenbout werkte ooit bij De Voorziening in Groningen, de voorloper van het Noord Nederlands Toneel. Als mededirecteur van Pieter Smit werkt hij vooral internationaal. Hij gaat wekelijks langs bij een van de buitenlandse kantoren in België, Duitsland, Frankrijk, Portugal en Polen. Arkenbout: ‘In België hebben we net een nieuw pand gekocht en richten we momenteel een nieuwe opslagloods in. Zo’n hal hebben we ook al in Duitsland. Ten zuiden van Parijs hebben we nu een prachtige basis.’

De twee mannen zijn voortdurend bezig met kwaliteitsverbetering en vernieuwing. Smit: ‘Onze tourbussen met keuken en slaapplaatsen zijn luxe. De bedden hebben bijvoorbeeld Auping-matrassen. Als een band door Europa toert is goede nachtrust van groot belang. Alles wat wij bieden moet de hoogste kwaliteit hebben. We rijden met de schoonste dieselmotoren. We hebben onze wagens in onderhoud in onze eigen garage.’

Naast transport is opslag ook een belangrijke bedrijfsactiviteit. Smit: ‘De Vlaamse Opera had eerst zijn containers buiten staan. Dan trekt het decor na verloop van tijd krom. Nu staan hun decors bij ons in de loods. Die is verwarmd om condensvorming te voorkomen, de temperatuur in de loods is nooit lager dan dertien graden. Dat is cruciaal. De Vlaamse Opera verhuurt zijn decors met regelmaat aan bijvoorbeeld de opera in Zürich. We zien overigens vaak bij gezelschappen dat als een voorstellingenreeks klaar is, de interesse voor een decor direct verdwijnt. Maar het loont de moeite om goed na te denken wat je ermee doet. Onze indruk is dat bij sommige gesubsidieerde gezelschappen efficiënter gewerkt zou kunnen worden. Kort geleden hebben we de decors van Mandela de musical weer uit een container gehaald voor de herneming in DeLaMar. Voor dansgezelschappen bewaren we ook veel, want die nemen regelmatig oude choreografieën weer op in een nieuw programma. We werken veel voor het Nederlands Dans Theater, dat wereldwijd actief is. Als ze in Amerika of Azië spelen is het transport intermodaal, zoals we dat noemen. Eerst gaan de containers op een boot en dan later de vrachtwagen in.’

Smit en Arkenbout worden ondanks hun enorme ervaring nog regelmatig verrast. Smit: ‘We hebben destijds voor Hans Klok het vervoer van de illusies naar Las Vegas per vliegtuig geregeld, mooie klus. Ik sprak destijds eens met een directeur van een containerbedrijf in China. Die man had nog nooit van The Rolling Stones gehoord, maar hij kende wel Hans Klok. Ongelooflijk toch? De laatste jaren zijn de ontwikkelingen in Azië allemaal snel gegaan en alle grote shows spelen daar nu ook. De boot van Rotterdam naar Shanghai doet er drie weken over, maar we nemen altijd een week marge omdat een schip zonder overleg nog even een andere haven kan aandoen om extra vracht op te pikken. Dan ben je zo een paar dagen verder. Voor dit intermodale vervoer gebruiken we naast containers ook zogenaamde Huckepack-opleggers. Die zijn zo gemaakt dat containers met een kraan geheel geautomatiseerd op een trein of op een boot getild kunnen worden. Intermodaal vervoer is belangrijk. De prijs per autokilometer loopt nog steeds op, ook door tolsystemen overal in Europa.’

Nieuwe markten

De mannen van het bedrijf zijn dol op nieuwe uitdagingen en moeilijke klussen. Arkenbout: ‘Ik herinner me het glazen bouwwerk van Drie zusters van Het Nationale Toneel. Super kwetsbaar. Dat vinden wij leuk om te doen.’ Smit: ‘Lang geleden, in 1991, deden we het transport voor Hamlet van Dirk Tanghe. Die productie had een decor met stoeptegels. Loodzwaar. We hebben toen een systeem met karretjes bedacht waardoor die vloer toch snel gelegd kon worden zonder dat de bouwploeg rugpijn kreeg. Een van de eerste grote reizende producties voor ons was Cyrano van Joop van den Ende, met zeven trailers. Daar waren we toen reuzetrots op. Kort geleden werkten we voor de Europese tournee van Beyoncé met zestig trailers.’

Arkenbout beleeft veel plezier aan de vele internationale contacten. ‘In Portugal hebben we mooie klanten. In de muziek, maar ook in het theater. Het is een markt die zich langzaam maar gestaag ontwikkelt. Portugal is niet zo armlastig als veel mensen denken. Vaak wordt de staatsschuld als norm genomen, maar voor ons doet die er niet zoveel toe. Voor ons is het lucratief om in landen als Portugal of Polen actief te zijn.’

Het einde van de internationale expansie is nog niet in zicht. Smit: ‘We zijn bezig met het verkrijgen van toegang in twee voor ons nieuwe landen.’ Welke dat zijn wil hij niet kwijt. ‘Het overleg is nog niet afgerond. We zien nog volop mogelijkheden op Europese schaal, omdat er nog steeds veel te veel lege en dus zinloze kilometers worden gereden.’

Dossiers

Theatermaker september 2016