Vanuit de schimmige donkerte op het podium rijst loepzuiver, zacht en vol nuance als één stem het geluid van het Nederlands Kamerkoor op. In die schaars verlichte duisternis doemen ze lijfelijk op: de koorleden, gehuld in zwart, die aan weerszijden van het podium gegroepeerd staan. Het maakt het contrast met de eenzame man die over het podium dwaalt nog groter. Totdat naast zijn schaduw op het achterdoek plots een andere schaduw zichtbaar is. Een schok gaat door de zaal wanneer er geen mens bij hoort. Ze raken elkaar aan, maar kunnen geen connectie maken. De projectie op het doek duizelt in duizenden zwarte stukjes uiteen. (meer…)