In In unserem Namen zet de Duitse regisseur Sebastian Nübling de vluchtelingenproblematiek centraal aan de hand van teksten van Aischylos’ Smekelingen, Elfriede Jelineks Die Schutzbefohlenen en protocollen van de Bundestag. Voor de gelegenheid is de hele theaterzaal van het Berlijnse Gorki Theater leeggehaald. Nüblings regie is fysiek en maakt de spanning voelbaar tussen verschillende groepen mensen. Hoe actueel die invalshoek is, bleek vooral aan het einde van de avond.

De herfstsalon van het Berlijnse Gorki Theater staat dit jaar in het teken van de vluchtelingenproblematiek. Gedurende een maand toont het theater werk van wel vijftig verschillende kunstenaars. Verspreid door het theatergebouw – in de kantoren, maar ook buiten – zijn installaties, documentaires, interventies en performances te zien en te beleven. Gorki’s intendant Shermin Langhoff heeft een duidelijke missie: samen met dramaturg Jens Hillje maakt ze zich hard voor het post-migrantentheater, wat ze al deed in haar voormalige job in het Kreuzbergse theater Ballhaus Naunynstrasse.

Zwaartepunt van de herfstsalon is de voorstelling In unserem Namen, een regie van Sebastian Nübling, een van de drie vaste regisseurs van Gorki. Alle stoelen uit de relatief kleine theaterzaal van het Gorki zijn weggehaald, voor het lijsttoneel is een trap geplaatst waar het gros van de toeschouwers zich nestelt. Een ander deel van het publiek zit op de grond langs de wanden van de theaterzaal, in het midden blijft de ruimte leeg. In unserem Namen begint met een aantal korte monologen in verschillende talen, waaronder Russisch en Arabisch. Spelers komen tussen het publiek vandaan. Soms worden hun monologen onderbroken door Duitse zinnen: ‘Wir leben, wir leben. Und vielmehr ist es auch nicht als Leben’ (Jelinek). Op de wanden worden die teksten in het Engels vertaald.

Nüblings regie is fysiek en maakt de spanning tussen twee groepen voelbaar. Spelers wringen zich tussen de opgehoopte publieksmassa op de trap door naar andere plekken in de zaal of verstoren de rust door precies daar te lopen of te rennen waar toeschouwers een enigszins comfortabele positie hebben gevonden. Toeschouwers moeten zich hals over kop verplaatsen als er een opstootje ontstaat tussen de spelers en de wanden van de zaal geen houvast meer bieden! Nübling creëert een micromaatschappij, waarin zowel het individu als de groep wordt uitgelicht. Tekst en beweging zijn aan elkaar gewaagd. Zo laat hij sommige van zijn spelers in merkwaardige posities over de grond rollen en maakt hij gebruik van de vele talen die zijn multiculturele cast spreekt. Ook een steeds terugkerend piepgeluid zorgt voor de nodige ontregeling.

Niet alle teksten kunnen we dus volgen en daarmee dwingt Nübling het publiek zich te verplaatsen in de situatie van de vluchteling. Licht moralistisch wordt die ‘wij-versus-zij’-strategie soms wel, maar er is ook humor, vooral in het tweede deel. Behalve op Aischylos en Jelinek beroept In unserem Namen zich ook op de realiteit van de politiek. Een bundel microfoons wordt in de ruimte geplaatst en nerveuze spelers in pakken tonen een theatrale remake van een politieke hoorzitting over asielbeleid. En terwijl de staat rommelt met zijn ‘democratische’ wetten, moet het oude zich tot het nieuwe verhouden. Hoe moeizaam dat gaat toont uiteindelijk de hilarische solo van acteur Thomas Wodianka, die de stem van de kleinburgerlijkheid representeert. Wodianka gaat terug in de geschiedenis en doet een verbale poging om alle vreemdelingen te weren die ooit een stap in ‘zijn’ land zetten; van de eerste hugenoot tot de eerste vis.

In unserem Namen begint vol ernst, maar pakt zijn publiek dan toch in met de nodige dosis humor. Humor als universeel middel om te overleven, dat is een bijna cynisch gegeven op deze bizarre première-avond waarin de stad Parijs werd overladen door geweld. Wat betekent dat voor het huidige Europese vluchtelingenbeleid? Nüblings regie kreeg met terugwerkende kracht nog meer gewicht. Vrijdag de 13e november, het bleek een historisch beladen avond.

Foto: Ute Langkafe