Als het gaat om oorlogen in het theater scoort de Trojaanse Oorlog nog altijd verreweg het hoogste (in tientallen opera’s en ook de fascinerende Troje Trilogie van Koos Terpstra – binnenkort weer op de planken). De Tweede Wereldoorlog (Anne, Soldaat van Oranje) steekt daar maar pover bij af. En de Eerste Wereldoorlog, daar hoor je bijna nooit iets over (op de prachtige objectvoorstelling De Grote Oorlog van Hotel Modern na). Zinnig dat Ab Gietelink met zijn Theater Nomade nu een voorstelling aan deze ‘Grote Oorlog’ wijdt, die heel toepasselijk te zien is in tien verschillende forten van de onoverwinnelijk geachte Hollandse Waterlinie.

De voorstelling 14-18 WO 1 achter de Hollandse Waterlinie begint en eindigt met een vredesconferentie. We zien eerst filmbeelden uit 1913 toen in Den Haag het Vredespaleis werd geopend met een vredesconferentie waar allerlei vrome beloften werden gedaan. ‘Het Vredespaleis is geopend. De oorlog kan beginnen.’ was het sarcastische commentaar van de links-anarchistische voorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis.

Aan het einde van de voorstelling zien we beelden van de vredesconferentie in Versailles van 1919, die evenmin vrede bracht, maar de opkomst van het nazisme in Duitsland en dus de Tweede Wereldoorlog. Na de beelden van glunderende heren zien we hoe een levend en vlammend hakenkuis zich vormt in een stadion met fakkeldragende atleten. Dit einde is nog sarcastische dan het begin.

De Eerste Wereldoorlog in nog geen anderhalf uur, dat betekent natuurlijk dat je met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis moet stappen en je heel erg moet beperken. Dat gebeurt hier doordat gefocust wordt op de impact van de oorlog op het neutrale Nederland, dat buiten de oorlog wist te blijven. Alles wordt bovendien gezien vanuit twee redacteuren van het sociaaldemocratische dagblad Het Volk: de beroemde politieke tekenaar Albert Hahn en een (fictieve?) ambitieuze journalist met de naam Jacob Domela, die zegt dat hij een zoon van de grote Domela Nieuwenhuis is.

Sommige episoden zijn bekend – de executie van Mata Hari als spionne, de vlucht van de Duitse keizer naar Nederland. Maar er zijn ook persoonlijke bekentenissen van militairen. Over hoe het is als je voor het eerst een mens doodt. En hoe het na een jaar routine heeft kunnen worden. En er zijn onthullende details. De rol van de Nederlandse houwdegen generaal Snijders bijvoorbeeld, die duidelijk pro-Duits is. De oer-Nederlandse Anthony Fokker, over wie een vorige voorstelling van Nomade ging, blijkt een belangrijke bijdrage te hebben  geleverd aan de opbouw van de Duitse luchtmacht (‘Er was geen vraag meer naar burgervliegtuigen, ja, dan bouw je oorlogsvliegtuigen…’). Een andere Nederlandse fabrikant werd schatrijk door de productie van ‘het troostende geneesmiddel’ cocaïne (‘We werken eigenlijk net als het Rode Kruis, we leveren aan alle partijen…’).

Interessant is ook, dat in de gesprekken tussen Albert Hahn en zijn collega van Het Volk veel echte debatpunten aan de orde komen, die soms actueel aan doen. Gaat deze oorlog kort of lang duren. Betekent dit de ineenstorting van Europa. Mag je kiezen tegen Duitsland, zoals De Telegraaf doet, of breng je dan de Nederlandse neutraliteit in gevaar. Wat betekent de communistische revolutie in Rusland. Maakt de sociaaldemocraat Troelstra een kans met zijn tien belangrijke eisen, zoals vrouwenkiesrecht en de achturige werkdag.

Film- en geluidsopnamen worden effectief gebruikt. Acteur Marcel Schouwstra zingt à la Louis Davids bekende en onbekende mobilisatie- en cabaretliedjes uit de eerste decennia van de twintigste eeuw. De muziek van Geleijn van der Ham (accordeon) en Gottfrid van Eck (klarinet en saxofoon) is heel sfeervol. Ab Gietelink zelf heeft zijn documentaire teksten in een smaakvolle combinatie van houten meubels uit het begin van de vorige eeuw geplaatst. Tijdens de hele voorstelling hangt aan de linkse kant van het decor een portret van Karl Marx, aan de rechtse kant een portret van Koningin Wilhelmina. Wilhelmina won het in 1918 van Troelstra. Karl Marx lijkt haar daarop woedend aan te kijken.

Foto: Maria Bergshoeff