Als scheppend en uitvoerend kunstenaar schakelt Toer van Schayk tussen verschillende perspectieven: hij choreografeert als voormalig danser, tekent, schildert, beeldhouwt en speelt op zijn zelfgebouwde klavecimbel. Iedere dag werkt hij verder aan een ruwe diamant  om vanuit de vele slijpvlakken de kern dichter te benaderen. Hoe hij beweging, compositie en klank verbindt,  is zowel subtiel en tactiel.

Ter ere van zijn tachtigste verjaardag op 28 september is er nu een speciaal programma rondom Van Schayk. Zijn veelzijdigheid is tijdens het programma Hollandse Meesters van Het Nationale Ballet te zien, en zijn dans overrompelt keer op keer tijdens de avond. Voor het eerst sinds 2001 maakte Van Schayk een nieuwe choreografie, Episodes van Fragmenten, en dat is een grote aanwinst voor het balletgezelschap. De muziek Extase, opus 21 van Eugène-August Ysaÿe wordt uitgevoerd op het toneel door pianist Michael Mouratch en violist Jeroen van der Wel. De melancholische compositie krijgt een subtiel tegenwicht in de dans van Qian Liu en Yong Gyu Choi met verfijnde organische lijnen als een tekening die ter plaatse wordt gemaakt en meteen weer oplost om ruimte aan nieuwe intenties en gevoelens te geven.

Ook Van Schayks in 1990 gecreëerde Requiem is te zien, de choreograaf koos er zelf voor om juist dit werk na 23 jaar terug te halen. Dat werd hoog tijd en het is een raadsel waarom we dit de afgelopen jaren niet eerder te zien kregen bij Het Nationale Ballet. Met het Requiem van Mozart als muzikale uitdaging toont Van Schayk op momenten een slagveld op het toneel, maar zijn dans is diep humaan. Mensen krabbelen weer op en zoeken troost bij elkaar. In de sporadisch geprojecteerde videobeelden van luchtvervuiling en olifanten die afgeschoten worden, is vooral een aanklacht tegen het misbruik van en de minachting voor de natuur  te lezen. Het Requiem van Van Schayk laat ketenen van balletdansers over het toneel bewegen en een sculpturaal vocabulaire dat zowel in de solo’s en duetten als de grote groepsformaties telkens tot nieuwe verrassingen leidt.

Tussen de twee choreografieën van Van Schayk worden twee onbetwiste balletklassiekers gedanst. Voor Rudi van Dantzigs Vier Letzte Lieder (1979) ontwierp van Schayk destijds decor, kostuums en het lichtplan. Tegen de dramatische wolkenlucht steken de herfstkleuren van de kostuums van de dansers in vier liefdevolle duetten in het aangezicht van een afscheid. In Van Manens’ Adagio Hammerklavier (1973) viert zijn streven naar eenvoud hoogtij, maar dit vroege werk waarin de tijd lijkt te worden opgerekt door de traagheid van sommige bewegingen, heeft nog niet de strakke en dwingende lijnen die zijn meer recente werk typeren.

De ode aan Toer van Schayk is een sterke seizoensopening. En zeker niet in de laatste plaats is Hollandse Meesters een aanrader door de roerende, live gespeelde en gezongen muziek.

Foto Requiem: Hans Gerritsen