Minimalisme en esthetiek regeren de opera Only the Sound Remains. In de eerste editie van het Opera Forward Festival van De Nationale Opera beleefde de kersvers geschreven opera van de Finse componiste Kaija Saariaho in een regie van Peter Sellars de wereldpremière.

Dat mag je gerust een gebeurtenis van formaat noemen, want Saariaho en Sellars zijn namen van internationaal kaliber en wanneer maak je nu een wereldpremière mee van een nieuwe opera van dergelijke grootheden in het operahuis aan de Amstel? Zelden. Only the Sound Remains is dan ook een van de parels in de kroon van het Opera Forward Festival.

Het is een bijzondere productie die perfect binnen het raamwerk van een vernieuwend festival als dit thuishoort, want Only the Sounds Remains knaagt aan de fundamenten van wat opera is. Er is nauwelijks handeling, er is ook nauwelijks tekst. Er is vooral veel twinkelende meditatieve muziek, een paar personages op het podium voor een levensgroot abstract schilderij en een geniale lichtregie die de voorstelling sfeer, kleur en emotie geeft. Het is alles tegelijk: hypermodern, maar qua vorm ook net zo traditioneel als een opera van Monteverdi. Het is archaïsch en modern, vernuftig balancerend tussen oost en west, aards en spiritueel.

Het is alweer een tijd geleden dat Sellars, befaamd om zijn ‘spijkerbroeken-Mozarts’ uit de jaren tachtig, te gast was bij DNO. Hij ensceneerde bijna alle eerdere opera’s van de Finse componiste. Haar nieuwste muziektheaterwerk bestaat uit twee composities (Always Strong en Feather Mantle) gebaseerd op bewerkingen die de dichter Ezra Pounds maakte van twee stukken uit het Japanse Noh-theater. Feather Mantle gaat over een visser die in het bezit komt van een verenmantel van de goden en in Always Strong staat de verschijning van een schim centraal. Er is bijna geen verhaallijn. Centraal staat de gedachte dat het licht van Boeddha zich verbergt in het duister en dat schoonheid onzichtbaar kan zijn.

Een dergelijk concept geeft alle ruimte aan de muziek van Saariaho (geschreven voor een bezetting van strijkkwartet, vier zangers, kantele, fluit, slagwerk, electronica en twee solisten). Met die bezetting creëert Saariaho een kleurrijk palet aan delicate klanken: het glinstert, fluistert, ritselt, lispelt, piept, ruist en suist in de orkestbak. Zo schept de componiste haar eigen muzikale klankwereld waarin je als luisteraar twee uur lang wordt ondergedompeld. Het is een fragiele klankwereld met de intimiteit van de kamermuziek. Het is mooi, maar ook wat afstandelijk. Dat kon zelfs de hemelse stem van de wereldberoemde counter Philippe Jarousky niet verhelpen. Die afstandelijkheid is de achilleshiel van Only the Sound Remains, want hoe mooi en indrukwekkend de productie ook is: het blijft halverwege wel heel erg hangen in ‘mooidoenerij’ en een overdaad aan spanningsloze esthetiek.

Foto: Ruth Waltz