Nog niet zo lang geleden waren de jeugdige hiphop van de straat en de academische moderne theaterdans volledig gescheiden werelden. Inmiddels is het niet bijzonder meer dat modernedansgroepen zich laten inspireren door hiphop. Het is uitzonderlijker dat de hiphop zich ontwikkelt in de richting van de moderne dans. Van die laatste beweging is Alida Dors een belangrijke aanjager. Built for it is haar nieuwe choreografie.

In de kale zaal hangen alleen micofoons en megafoons waarvan de speakers meteen als verlichting dienen. Er wordt zo nu en dan ritmisch in geschreeuwd: de manier om een groep in de pas te houden. De groep bestaat in dit geval uit zeven dansers. Ze hebben allemaal dikmaakpakken aan; die blijken bedoeld om elk van de zeven (drie vrouwen, vier mannen) gelijk te schakelen als vrouwen met overgewicht. Die vervorming belet de performers intussen niet om zich expressief te bewegen. Allemaal op dezelfde manier; het begin van het stuk zit vol robotachtige sequenties.

Na een tijdje doet één danser zijn capuchon af, en maken de anderen hem duidelijk dat dat soort eigenzinnig gedrag dus niet de bedoeling is. Even later is er een ander die zich uit haar pak worstelt. Ze krijgt eerst afkeurende blikken, maar toch pakt ze de kans om haar eigen gang te gaan. Dat is besmettelijk. De dynamiek verandert, van gedrilde discipline naar een samenwerkende groep individuen die ook nog hun eigen emoties mogen hebben. De manier waarop ze samen een lichaam vormen, levert een mooie scène op.

De drang om je te conformeren tegenover de ruimte om te mogen afwijken, dat is het onderwerp van Built for it. De titel komt uit een uitspraak van een Amerikaanse vriend van de choreografe. Hij vertelde over de weerstand die hij ondervond toen hij vanuit het ghetto zijn eigen weg probeerde te kiezen: ‘I don’t mind the struggle, I’m built for it.’ Hoe lastig het is om de vetlaag van het hokjesdenken helemaal van je af te schudden, zien we ook: tot het einde toe blijft die half afgestroopt als een last aan de dansers hangen.

De overgang van conformisme naar individuele vrijheid is niet confronterend neergezet, daar had best een scherper kantje aan mogen zitten, maar wel sterk uitgevoerd. Pom Arnold, Bilal Bachir, Donna Chittick, Xander van den Corput, Angelo Lindeborg, Sarah Mancini en Joek Tijsen, zijn heel uiteenlopende dansers. Of ze nou hoekig of schokkend bewegen of vloeiend lyrisch, ze zijn stuk voor stuk boeiend om naar te kijken. Ook door hun acteerkwaliteiten.

De met uitroeptekens aangekondigde medewerking van Typhoon blijft beperkt. Zijn bijzondere stem is meteen herkenbaar, de ritmische verwerking ervan draagt bij aan de verder ook boeiende, gevarieerde soundtrack van DJ Lovesupreme, maar tekstueel stelt zijn inbreng teleur. Voor zover we Typhoons bijdragen kunnen verstaan dan. ‘Het is te koud om te zwemmen’, horen we, en ‘zuiver mijn lichaam’. Een gemiste kans op een extra laag in de voorstelling.

Alida Dors kent het hiphopwereldje van binnenuit. Ze danste zelf tot in Amerika, bij wereldacts als P. Diddy en Usher. Verder studeerde ze met succes fiscale economie en sociologie en ontwikkelde ze zich als choreograaf. In haar werk vertrekt ze vanuit hiphop, maar ze gaat daarmee een stap verder: het gaat haar niet om de moves, maar om wat ze daarmee wil overbrengen. Built for it laat zien dat hiphop meer kan zijn dan een wedstrijdje in virtuoze kunsten en skills.