Stefano Keizers, pseudoniem van Gover Meit, heeft op 18 april de 29e editie van het Concours om de Wim Sonneveldprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival gewonnen. De Fransse Eijkel kreeg de publieksprijs. Merijn Krol eindigde op een teleurstellende derde plaats.

De jury, onder leiding van Erik Pals, prees Keizers om zijn ontregelende en grensverleggende cabaret. ‘Het is heerlijk hoe hij vele theaterwetten met voeten treedt en het lef heeft bijzonder irritant te zijn. Hij durft af te wijken van stukgeregisseerde voorstellingen en gaat met satanisch genoegen in tegen de vertrutting waar veel cabaret onder lijdt.’ Het vervreemdende cabaret van Keizers vormde een scherp contrast met de meer realistische en klassiek opgebouwde voorstellingen van De Fransse Eijkel en Merijn Krol. De Fransse Eijkel, een kleinkunstduo bestaande uit Christian van Eijkelenburg en Sanne Franssen, speelde een keurig en ietwat truttig kleinkunstprogramma, waarin het kritiek leverde op zijn eigen generatie. Die kritiek werd jammer genoeg niet zo goed uitgewerkt. Veel vorm en weinig inhoud, zo oordeelde de jury. Krol speelde een persoonlijk liedjesprogramma over zijn overleden vader. Mooie liedjes, vond de jury, maar een te beperkte onderwerpskeuze.

Wat opviel was dat de jury scherpe kritiek uitte op de voorstellingen van Krol en De Fransse Eijkel en bijna alleen maar lovende woorden over had voor de voorstelling van Keizers. Vooral over Krol oordeelde de jury erg hard. Krols voorstelling was thematisch het best in balans en bevatte een aantal mooie en grappige liedjes. De opbouw van de voorstelling was bovendien erg spannend: langzaamaan ontvouwde zich het ontroerende verhaal van een zoon die worstelt met de relatie tot zijn vader, tegen wie hij erg opkijkt maar van wie hij zich ook wil losmaken. Een klassiek thema, dat goed en consequent werd uitgewerkt.

Stefano Keizers daarentegen presenteerde een programma dat inhoudelijk tamelijk zwak was en het vooral van de vervreemdende effecten en het spel met vorm moest hebben. Zo kwam hij oprollen in een slaapzak en speelde hij een onnavolgbare Batman-scène. Hoewel op het eerste gezicht radicaal, bleef zijn spel met de conventies van het cabaret welbeschouwd erg braaf. Een ukelele en een piano op het podium zetten en daar vervolgens niets mee doen, is niet genoeg als je het genre wilt ontregelen.

Een terugkerend thema in de rapporten van cabaretjury’s is het gebrek aan engagement van hedendaagse makers. In haar algemene beschouwing van het festival merkte de jury op dat er ook dit jaar weer weinig maatschappelijke betrokkenheid door de deelnemers werd getoond en dat er vooral veel persoonlijk cabaret werd gemaakt. Hoewel de jury benadrukte hier geen oordeel over te willen vellen, oordeelde zij hier stiekem tóch over. Merijn Krol werd bijvoorbeeld streng afgerekend op zijn persoonlijke onderwerpskeuze: ‘Een egodocument, hoe knap het ook in elkaar kan zitten, kan ook tevéél van het goede worden’, zo oordeelde de jury.

Foto Stefano Keizers: Jaap Reedijk