Ze maken voorstellingen, podcasts, talkshows, films, (web)series en schrijven boeken, veelal in coproductie met anderen. Ze werken met een kerncollectief van louter vrouwen. En ze vertrekken altijd vanuit authentieke verhalen van stemmen die ze missen in literatuur, media en podiumkunst. Verhalenplatform ROSE stories krijgt voet aan grond in de meerjarige culturele infrastructuur. ‘Wij geloven in een alternatieve, innovatieve vorm van collectief leiderschap.’

Het begon met een kookboek. Of nee, met een kookclub. Of eigenlijk vatte het idee al vlam tijdens een Marokkaanse bruiloft. Vier vriendinnen smulden van duizend-gaten-pannenkoekjes (baghrir), luchtige Marokkaanse panbroodjes (tachnift) en zoete gazellehoorntjes (ka´b ghzal). Waarom kunnen wij dit niet maken, vroegen Chafina Bendahman (42) en Rachida El Moussaoui (47) aan Rachida’s zussen Houria en Saloua. De Marokkaanse lekkernijen waren immers gemaakt door hun eigen moeders?

‘Door onze drukke banen hebben wij geen tijd zo lang in de keuken te staan als zij. Maar we beseften: als wij hun recepten en bijbehorende verhalen niet in ons leven meenemen, gaat hun erfgoed verloren. Terwijl het zo veel voor ons betekent.’ Dus begonnen ze een kookclub. En hoewel er ook misbaksels op tafel kwamen en ze het raffinement misten van hun moeders – chef-kokkinnen in een afgeschermde wereld – ontdekten ze hoezeer de bereiding heimwee opriep naar een wereld die hen als migrantendochters zo vertrouwd was maar die ze door hun carrières in Nederland ook achter zich lieten. El Moussaoui (internist en infectieloog, toen in Zuiderzeeziekenhuis, nu in Maasstad Ziekenhuis Rotterdam): ‘We voelden hoe belangrijk het was deze link naar het thuisland van onze ouders vast te leggen.’

Bendahman, toen werkzaam bij Geschiedenis 24 (onderdeel van Andere Tijden), was in opdracht van dit historisch portaal van VPRO/NTR op zoek naar de historie van migranten, voor het platform Grenzeloos Verleden. ‘De verhalen van onze moeders zijn daarin onzichtbaar’, vond ze. ‘Recepten zijn vaak de dragers van onze familieverhalen.’ Maar haar televisieformat om via recepten deze goeddeels onzichtbare migrantengeschiedenis in kaart te brengen, werd afgewezen. Het argument: ‘Een niche voor te kleine doelgroep’. 

Uitgeverijen reageerden met eenzelfde reden negatief op het idee een journalistiek kookboek uit te brengen met honderd geheime recepten van Marokkaanse moeders. Bendahman: ‘Toen niemand inhaakte, besloten we zelf een uitgave te financieren.’ Moussaoui: ‘Het moest een mooi, journalistiek en blij boek worden, waarop wij, zij en onze kinderen trots konden zijn.’ Omdat hun moeders koken met een beetje van dit en een beetje van dat, vroegen ze vriendin en culinair schrijver Nadia Zerouali de recepten overdraagbaar te maken. Bendahman: ‘Zo ontdek je hoe gerechten door migratie veranderen, neem Marokkaanse stamppot. Achter elk gerecht gaat een dapper verhaal schuil. Dat hoor je niet omdat onze moeders afgeschermd leven.’ El Moussaoui: ‘Mijn moeder vertrok op haar zeventiende naar Europa en heeft geleerd zich via recepten uit te drukken.’

Kort en goed: het kookboek kwam er, najaar 2014, in een gedurfde oplage van vijfduizend. ‘Iedereen verklaarde ons voor gek. Maar wij voelden dat dit boek een verlangen zou inlossen’, aldus Bendahman. Ze kregen gelijk. Melk & Dadels raakte in twee weken uitverkocht, won de Gouden Garde Publieksprijs 2014 en beleeft inmiddels een derde druk. Bendahman: ‘Mijn ouders kunnen niet lezen. Maar door samen te kijken in Melk & Dadels verdiept en verzacht onze band.’

Over de titel: ‘We dachten aan oranjebloesem, rozenwater of oumi wat ‘mijn moeder’ betekent. Maar we wilden iets sterkers dat voor gastvrijheid staat. Elk Marokkaans ritueel begint met het drinken van melk en het eten van dadels. Melk mag Hollands klinken, het hoort in de Marokkaanse cultuur bij verwelkoming.’

Op weg naar de Kamer van Koophandel, juni 2014, bedachten beide oprichters snel een naam voor hun onderneming. El Moussaoui: ‘We grapten: een Engelse naam is handig als we internationaal gaan. We wilden een echte vrouwennaam, zoals Rose. Het is een verfijnde bloem én betekent ook herrezen, van to rise. Dat is wat we doen: we laten mooie verhalen herrijzen.’ Bendahman: ‘Ik woonde een tijd in Californië om de hoek bij Rose Avenue. Dat klinkt zo lekker.’ El Moussaoui: ‘Toen ze vroegen of we een uitgeverij of productiebedrijf wilden inschrijven, hebben we alles aangekruist.’ Verhalenplatform ROSE stories zag het licht – en dat was nog maar het begin.

De sociale onderneming groeide snel uit tot multimediale uitgeverij, gerund door vrouwen. Culturele veelvraten met een sterke missie: het brengen van rijke verhalen vol avontuur, die samen een echte spiegel vormen van de Nederlandse samenleving. En die een raam bieden naar nog onvoldoende zichtbare, cultureel diverse werelden. Want, zo ervaren ze allemaal: ‘Wij zijn niet zoals we worden gezien. Met deze nieuwe verhalen willen we bereiken dat alle Nederlanders, of ze nu hier geboren, getogen of aangenomen zijn, herkenning vinden in kunst en cultuur.’

Na Melk & Dadels zetten de vrouwen andere makers aan tot het schrijven van kinderboeken. Ze hadden zelf in hun jeugd romanpersonages gemist waarmee ze zich konden identificeren. Als er al een Fatima in een Nederlands kinderboek voorkwam, als klasgenootje van Emma, Floor of Eva, droeg ze een hoofddoek, moest ze spijbelen van school om het Suikerfeest te vieren of liep ze weg van huis vanwege haar conservatieve ouders. Bendahman, opgegroeid met zes broers en net als El Moussaoui als jong meisje vanuit eenzelfde Riffijnse stam (Aith Waryaghar) naar Nederland verhuisd, merkte hoe belangrijk het voor haar was zichzelf terug te zien als hoofdpersoon in een kinderboek: ‘Het geeft je het gevoel dat je erbij hoort.’ En alsjeblieft: ‘Zet onze bi-culturele achtergrond niet steeds weg als problematisch.’

Daarom geeft ROSE stories kinderboeken uit zoals Mootje (2016) van scenarioschrijver Hakima Elouarti, over een stoer meisje met twaalf zussen; De brieven van Mia (2017) van historica en presentator Astrid Sy, een spannend avontuur over het Syrische meisje Laila, de oude mijnheer Cohen en een mysterieuze trommel vol brieven van het Joodse meisje Mia; en Hoekjes van geluk (2017) van actrice Maryam Hassouni, over wijze lessen in een magische wereld. Als het even kan, zetten ze in op stevige vrouwelijke boegbeelden, zoals bij Bedtijdverhalen voor rebelse meisjes, de bekroonde Nederlandse vertaling van de New York Times bestseller Good Night Stories for Rebel Girls. Zolang mannen en vrouwen nog niet gelijkwaardig worden gerepresenteerd in literatuur, media, cultuur en bestuur, benadrukt ROSE stories het vrouwelijk perspectief, ‘om het patriarchale denken te doorbreken’.

Het kernteam, sinds 2016 gestaag uitgebreid met creatieve producenten, bestaat uit louter vrouwen. Nasim Miradi (38), die Bendahman kent van WOMEN Inc., kwam er in 2016 bij voor het bestieren van de theatertak, Shenin Lebrun (40) runt sinds 2018 de afdeling voor audiovisuele media en Ibtisam Harrak (39) is sinds 2019 verantwoordelijk voor talentontwikkeling en de nieuwe Story Academy. Saskia Selen (37) is nu anderhalf jaar zakelijk leider en sociaal psycholoog Nina Blussé (42) geeft namens ROSE stories sinds 2017 advies en training over onbewuste vooroordelen en voorkeuren in werkculturen. Ook de collectieve gedachte houden ze hoog: ROSE stories heeft niet één artistiek leider. De slagkracht komt voort uit gezamenlijkheid en uit met vrouwen werken aan een gemeenschappelijk ideaal.

Selen: ‘We worden gewaarschuwd dat profileren in de cultuurwereld niet lukt zonder artistiek leider. Maar wij geloven in een alternatieve, innovatieve vorm van collectief leiderschap. Een vrouwelijke manier van ondernemen. We zetten elkaars kracht, expertise, visie en missie in om samen iets op te bouwen. In bijvoorbeeld Marokko is het gangbaar dat vrouwen opbrengsten delen en investeren in de gemeenschap. Daar liggen onze voorbeelden.’ Bendahman, opgegroeid in de Schilderswijk en jarenlang actief in Den Haag en Amsterdam als opbouwwerker in vrouwen- en meidenopvang: ‘Ik ken de cijfers. Het is broodnodig verhoudingen recht te trekken met sterke vrouwelijke en meer diverse rolmodellen.’ Dus is een van de codes bij ROSE stories: vrouwen en kinderen eerst. 

Andere afspraken zijn: het verhaal staat altijd centraal, verteld vanuit het perspectief van de verteller (dus geen beschouwer). De maker of verteller moet een vrouwelijke en/of bi-culturele achtergrond hebben. Bendahman: ‘Dat is broodnodig.’ Selen: ‘ROSE stories gaat met makers een creatieve vriendschap aan. We bouwen aan een sterk netwerk om talenten door te laten stromen. En we coproduceren met uiteenlopende partners, om expertise te bundelen en impact en bereik te vergroten.’

De structuur van ROSE stories is altijd in ontwikkeling, benadrukt Selen: ‘We hebben een groeimentaliteit. We zijn op zoveel terreinen actief en werken voortdurend samen. We doen nooit iets alleen. We zijn een sociale onderneming maar dat is in Nederland nog geen juridische entiteit. Je wordt gedwongen te kiezen tussen een stichting of een BV, maar bij die eerste is het ondernemerschap onvoldoende gewaarborgd en bij het tweede het maatschappelijk doel. Daarom zijn we nu bezig met het bedenken van het beste alternatief.’

De collectieve aanpak betekent ook dat er lang wordt gebrainstormd over welke potentie schuilt in welke verhaal. ‘Het kost wat meer tijd voordat iedereen is aangesloten. Maar we ervaren het juist als krachtig wanneer iemand kritisch is.’ En het allerbelangrijkste: ROSE stories heeft talloze disciplines in huis en werkt vanzelfsprekend cross-mediaal. Theaterproducties volgen uit boeken, films uit toneelvoorstellingen, podcasts uit tv-scenario’s en musicals uit films.

Veel makers van nu werken zo, zegt Miradi. ‘Neem George Tobal, Marjolijn van Heemstra of Daria Bukvić. Ze schrijven, regisseren, maken podcasts, films en televisieseries. Toen ROSE stories van Melk & Dadels in samenwerking met Het Nationale Theater en Theater De Meervaart een voorstelling wilde maken, bracht Miradi jarenlange ervaring mee bij het Nederlands Filmfestival, De Balie, Cinekid en WOMEN Inc. Het werd geen één-op-één-bewerking van de kookboekverhalen, maar een project vanuit het perspectief van migrantendochters die laveren tussen ambities, keuzes, carrières, tradities en verwachtingen. En met grappen over sociaal-maatschappelijke clichés die in de Nederlandse beeldvorming kleven aan Marokkanen en die – ze kunnen het niet vaak genoeg zeggen – het echte verhaal in de weg staan. Miradi (tijdens haar middelbareschooltijd in Delft leider van een eigen amateurtheatergroep) kan zich er zowel vrolijk als boos over maken: ‘Zelfs als producenten oprecht denken dat ze divers bezig zijn, zien ze niet dat ze personages beperken tot een problematisch kader rond hun bi-culturele achtergrond. Wij worden steevast in het narratief gedwongen van radicalisering, uithuwelijking, conflicten met behoudende vaders. Vluchtelingen in asielzoekerscentra zijn zielig. Dat soort clichés. Inclusiviteit benaderen zij als thema, net als duurzaamheid. Maar wij zijn geen thema. Wij zijn vrouwen die van alles meemaken op het gebied van werk, liefde, rouw, vriendschap, familie, ambitie. Met ROSE stories willen we het complete perspectief laten zien, voorbij stereotypes. Recht doen aan de werkelijkheid.’

Miradi wist na het zien van Nobody Home (2014) van de Bosnisch-Nederlandse regisseur Daria Bukvić meteen: dit is hoe het moet worden aangepakt. ‘Daaruit sprak zo veel humor, herkenning en urgentie.’ Licht en vrolijk, dat zijn projecten van ROSE stories altijd, zonder de zwaarte van het onderwerp te ontkennen. Miradi: ‘Mensen komen ook naar het theater voor een avondje uit.’ Als het allemaal doorgaat komt van Melk & Dadels ook een televisieserie, die de vier vriendinnen in hun levens volgt.

Van het kinderboek De Brieven van Mia wordt door het duo George Tobal en Eran Ben-Michaël bij ROSE stories, in coproductie met George & Eran Producties, een jeugdvoorstelling gemaakt. ‘Toen ik hun prachtige Woestijnjasmijntjes zag, heb ik hen direct gevraagd het boek te bewerken. Georges Syrische achtergrond en Erans Israëlische wortels sluiten hierbij perfect aan.’ 

Met steun van onder meer het Letterenfonds is ROSE stories een talentontwikkelingsprogramma begonnen, onder meer resulterend in de vorig jaar opgerichte Story Academy, geleid door Harrak. Zij brengt tien jaar media-ervaring mee, studeerde Arabisch en Midden-Oosten Studies en leerde als jongerenwerker buurten echt kennen: ‘Om talent te scouten voor editing, acteren, belichting, storytelling, vlogs en podcasts gaan we volgens onze local outreach methode via ons netwerk, met een intensief traject diep de wijken in. Alleen een open oproep werkt niet.’ ROSE stories laat zich hierbij onder meer inspireren door het talentontwikkelingsprogramma van de zuiderburen: de Hakuna Academy in België.

Alle betrokken vrouwen benadrukken dat ROSE stories talent na afloop van een samenwerking niet in de steek laat. Selen: ‘Wij blijven in hen investeren en hen coachen. Ons doel is de media en het cultuurlandschap duurzaam te diversifiëren. Een voorbeeld van hoe dit kan uitpakken is het schrijftalent van actrice Fadua El Akchaoui, ontdekt tijdens het maken en spelen van Melk & Dadels. In 2021 creëert zij bij ROSE stories (met steun van de regeling Nieuwe Makers bij het Fonds Podiumkunsten) haar eerste zelf geschreven solo, WRAK.

Lebrun, met zeventien jaar ervaring in sales, marketing en productontwikkeling bij sportgigant Nike, heeft bij het verhalenplatform de leiding over de tak ‘audiovisuele media’. Hiervoor is Maya Media opgericht, vernoemd naar schrijfster Maya Angelou. Maya Media werkt bijvoorbeeld met tv-producent NewBeTV aan de romantische filmkomedie Meskina (première op 21 januari 2021), geregisseerd door Bukvić, over de gescheiden Nederlands-Marokkaanse Leyla (34) die met hulp van moeder en zus een nieuwe liefde zoekt. Lebrun: ‘Meskina is een komedie, verteld vanuit vrouwelijk perspectief, waarin wordt gebroken met het stereotype beeld dat een vrouw slechts gelukkig kan zijn met een man aan haar zijde. Hoe ziet een modern sprookje eruit als de prins van zijn witte paard valt en de prinses er zelf op klimt?’ Maryam Hassouni, Soundos El Ahmadi en Nasrdin Dchar spelen de hoofdrollen. Later wordt van Meskina ook een theatervoorstelling gemaakt, maar dan over de perikelen voorafgaand aan de scheiding van het jonge Nederlands-Marokkaans stel.

De cross-mediale plek die ROSE stories in het culturele veld inneemt en waarvoor ze steeds meer steun krijgt, oogt misschien complex door de vele formats, disciplines, samenwerkingen en talentontwikkelingstrajecten. Maar voor het kernteam is deze innovatieve manier van cultureel ondernemerschap vanzelfsprekend, benadrukt Selen. ‘We denken er heel goed over na, zijn voortdurend in ontwikkeling en investeren veel tijd in het bedenken en uitwerken van gedegen plannen, coproducties en actuele subsidieaanvragen.’

ROSE stories bracht ook wat rumoer teweeg. Bijvoorbeeld door de samenwerking met Stichting MusicalMakers, een nieuw initiatief van DeLaMar-directeur Andreas Fleischmann en ROSE stories. Er ontstond discussie over de keuze tussen het jonge MusicalMakers of het ervaren M-Lab als nieuwe ontwikkelplek in de Basisinfrastructuur. Het werd MusicalMakers, mede door de diversiteit die de samenwerking met ROSE Stories meebrengt. Toch gaat ROSE Stories vooralsnog geen musicals produceren.  Selen: ‘Rumoer rond nieuwkomers hoort erbij, maar onze samenwerking is transparant en helder verwoord. Als mede-initiatiefnemers willen we vooral met onze expertise bijdragen in het ophalen van verhalen. Het is niet de ambitie van ROSE stories om met MusicalMakers te gaan produceren.’ 

Alle gedrevenheid en jarenlange investering betalen zich nu uit: ROSE stories scoort extreem goed deze aanvraagronde voor meerjarige ondersteuning, in Den Haag, Amsterdam en ook het Fonds Podiumkunsten spreekt zeer positief over de cross-mediale plannen in haar toekenning van de meerjarige subsidie: Ze rept zelfs over een ‘voorbeeldfunctie’. ROSE stories voorziet dus duidelijk in een behoefte. Bendahman: ‘In welk gat wij springen? In het gat in ons hart!’

Dossiers

Theatermaker september 2020