Inzichten werden gedeeld, veranderingen beloofd en beleidsplannen gesmeed. Na Black Lives Matter werden dezelfde achterkamertjes waarin schade werd aangericht op de theaterschool, gebruikt om het uit te praten met elkaar, veronderstelt Toni Blackwell. Maar wat veranderde er eigenlijk bij haarzelf?

In het voorjaar 2020 schreef ik in een hectische periode een essay. Het essay heette De Epidemie van de ‘niet Westerse’ theatermaker, waarin ik een parallel trok tussen de manier waarop de samenleving maatregelen treft om het coronavirus te bestrijden, en hoe de theatersector omgaat met niet-westerse theatermakers – die diezelfde sector als een als virus beschouwt.
In het najaar 2020 kreeg ik de mogelijkheid om mijn essay deels te laten publiceren voor de editie van TM die je nu leest. Echter, toen ik mijn essay opnieuw las, zag ik dat er tussen het moment dat ik het opschreef en nu, veel bij mij was veranderd. Nu – acht maanden later – sta ik stil bij de metafoor (epidemie) die ik destijds gebruikte en de situatie waarin wij nu nog steeds verkeren. Met een derde golf in zicht, vraag ik mij af wat er nu eigenlijk echt verandert bij een mens door een golf? En nog belangrijker: wat blijft er eigenlijk op het strand liggen na de golf?

Houd vol. Dat is het enige dat ik Rutte eigenlijk hoor zeggen in zijn persconferenties. Houd vol, dat is het enige wat ik tegen mezelf zeg als ik de scherpte waarmee institutioneel racisme wordt aangekaart, zie verdrinken in zeeën van bureaucratische beleidsplantermen in vergaderingen.
We gaan terug, jij (de lezer) en ik (de schrijver), terug in de tijd, naar de eerste gesprekken die wij hadden met collega’s/studiegenoten/docenten ​na de #BlackLivesMatter protesten. Kun je je dat nog herinneren? De urgentie die je voor het eerst voelde bij de anderen aan tafel? De gespitste oren terwijl jij je verhaal deed? De noodzaak om te veranderen? ‘Nu echt?’

Als ik mijn epidemie-metafoor terughaal van mijn essay en diezelfde metafoor toepas op de situatie van nu, denk ik aan golven. Een golf die over een land heen trekt. Zoals een golf van een virus. Of de #BlackLivesMatter-golf. De statements werden gemaakt, de zwarte vakjes werden gedeeld, de vuisten werden in de lucht gegooid. Degenen die zich verantwoordelijk voelen, hebben zich verantwoordelijk genoeg gevoeld en zitten nu niet meer met gespitste oren aan tafel, terug naar het ‘oude normaal’, ze hebben de golf overleefd. Wat zo’n golf – of eigenlijk beter gezegd: hype – teweeg brengt, is dat het mij ook opviel wieer géén zwarte vakjes deelde of statements maakte. Hoe leeg en inhoudsloos de vakjes en statements ook werden op een gegeven moment: ​silence is violence.Daardoor ging ik ruzie maken met mijn omgeving.
Inzichten werden gedeeld, verandering werd beloofd en beleidsplannen werden gesmeed. Dezelfde achterkamertjes waarin schade werd aangericht op de theaterschool, werden gebruikt om het uit te praten met elkaar, denk ik. Oké,mijn omgeving ging (hopelijk) aan het werk, maar wat veranderde er eigenlijk bij mij?

In mijn essay daagde ik mezelf uit om naar de beweegredenen achter mijn vocabulaire te kijken. De objectiviteit van toen, heeft plaats gemaakt voor de schaamte van nu. Ik gebruikte ‘blank’, met volle overtuiging. Bizar dat ik in een essay dat gaat over institutioneel racisme het woord ‘blank’ met hetzelfde gemak rondslingerde zoals ze dat bij Eva Jinek aan tafel doen. In het essay benoem ik de kracht van woorden en de lading achter de woorden die je gebruikt,en waarom je zegt wat je zegt. Eigenlijk hetzelfde als níét een loos statement eruit knallen op Facebook als instituut, of juist wél. De woorden die je ergens aan geeft leggen je beweegredenen bloot.

Ik zei ‘blank’ omdat ik mijn eigen redenen hiervoor had en nam niet klakkeloos over wat er werd gezegd. Met nieuwe informatie gaan we verder, met nieuwe maatregelen verandert er iets kleins, dat grote gevolgen kan hebben. De omslag in het gebruiken van het woord ‘blank’ naar ‘wit’ gaat verder dan op de ​woke wave surfen. Als er iets wezenlijks bij je verandert, van binnen, dan verandert er iets in je gedrag of taal. Als er van binnen niks verandert kan het toch nooit blijvend zijn?

Het gaat over loslaten wat er in jouw geschiedenis is vastgelegd om ervoor te zorgen dat je doet wat je doet. Zo’n ontdekking, zo’n reis, heeft niets met een statement of zwart vlakje te maken. Het bewustzijn dat zo’n ontdekking met zich meebrengt, zorgt ervoor dat je je anders beweegt door het leven. Een balletje dat nooit stopt met rollen en op een ander pad rolt dan voorheen.

Toch blijft het gek dat ik mijn eigen essay met schaamte heb teruggelezen en dat ik bij vlagen schaamte voel voor mijn eigen reis. Volgens mij heeft dat te maken met een woord – dat onlosmakelijk is verbonden met het woord hype. Namelijk: woke. Toen ik mijn essay teruglas verweet ik mezelf niet ​woke genoeg te zijn geweest, nu nog steeds eigenlijk. Hiermee impliceer ik dat woke zijn iets statisch is dat vast staat. Dat er niet keer op keer een nieuwe golf kan komen -intern of extern- die verandering kan brengen bij je. Dat ik schaamte voel bij sommige dingen die ik schreef, betekent dat ik niet de ruimte nam om mezelf te weerleggen. Misschien komt dat ook omdat ik in de speeches, tafelgesprekken, discussies en columns die ik in de tussentijd heb gehouden en geschreven, voorrang gaf aan stevige positiebepaling. Een stevige positiebepaling voelt woker dan vragen stellen. Maar wat als een stevige positie bepaling voor mij juist wel ligt in het bevragen en weerleggen? Dus kijken naar wat er op het strand is blijven liggen en dat onderzoeken. Staat de wereld mij dat onderzoek nog toe? Sta ik mezelf dat nog toe? Kun je de wereld én jezelf tegelijkertijd –publiekelijk – bevragen? En dan ook: weerleggen? Doen wij theatermakers dat niet continu?

Nu de rust lijkt te wederkeren en ik -samen met anderen- op het strand sta te kijken naar hoe die golf in de horizon verdwijnt, kan ik alleen maar denken: houd vol. De vragen die we stellen aan onszelf, over de wereld, je visie daarop en de woorden die je daaraan toebedeelt, maken dat zo’n ontdekking/verandering blijvend is. Omdat je op reis kan blijven gaan, kan blijven zoeken en er telkens een ander antwoord op zal hebben.

Die veranderingen – die zijn aangewakkerd door de golven en een andere koers hebben teweeggebracht – zijn de veranderingen die meer zeggen over waar je nu staat in tegenstelling tot waar je toen stond. Dat is een lange lijst, met veel vragen, interne discussies, ongemak, pijn.

De essentie daarvan is dat ik mezelf ga toestaan om mezelf te weerleggen en te bevragen, dat zijn de veranderingen, die zijn niet in een (zwart) vlakje te vangen.

Beeld: Hedy Tjin

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2021