In september kijkt de theatersector traditiegetrouw terug op het afgelopen seizoen. Het Nederlands Theater Festival presenteert de beste voorstellingen en besluit met het Toneelprijzengala, waar de belangrijkste prestaties worden onderscheiden. Niet lang daarna worden de cabaret- en dansprijzen uitgereikt. Ook in het septembernummer van Theatermaker namen we gewoonlijk het afgelopen theaterseizoen onder de loep.

Terugkijkend op seizoen 2014-2015 sprong echter één ontwikkeling zozeer in het oog dat de redactie besloot dat dit het leidende thema moest worden: de grote generatiewisseling die zich razendsnel voltrekt in de sector. Dit seizoen zagen we de aanstelling van Eric de Vroedt bij het Nationale Toneel, Bianca van der Schoot bij het Ro Theater, Michel Sluysmans en Servé Hermans bij Toneelgroep Maastricht en – op de valreep – Julie Van den Berghe en Guy Weizman bij het Noord Nederlands Toneel. We spraken vijf van de nieuwe BIS-leiders over hun visies en plannen. Ook volgens de verzamelde critici was dit de belangrijkste ontwikkeling van het seizoen.

Vandaar het thema ‘Generaties’, waarbij het niet alleen gaat over de opvolgers en de afzwaaiers, maar vooral over het doorgeven van waarden. Dat doorgeven krijgt extra belang nu na de kunstbezuinigingen een heel nieuw tijdperk is aangebroken voor het theater in Nederland, zoals we constateren in het openingsstatement.

Dat thema komt terug in een aantal ‘generatiegesprekken’ tussen ouderen en jongeren. Zoals het interview met het Vlaamse gezelschap De Tijd, dat van Lucas Vandervost overgaat in jongere handen en een nieuwe naam krijgt: De Nieuwe Tijd. Daarnaast spraken we met dramaturgen, schouwburgdirecteuren en twee regisseurs in het multiculturele veld.

Twee veteranen blikken terug op de waarden die zij hebben meegekregen: Hans van Manen en Liesbeth Coltof. Jacq. Algra schreef een mooi verhaal over Koert Struyf en Pauline de Groot die op een cruciaal moment naar New York vertrokken en bij terugkeer de Nederlandse dans van een buitengewoon invloedrijke impuls voorzagen.

Ten slotte laten we ook de nieuwste generatie aan het woord: theatermakers die nu afstuderen begonnen in het jaar van de cultuurbezuinigingen en de Mars der Beschaving. Hoe kijken zij aan tegen de kansen en mogelijkheden in hun werkveld?

Alle bijdragen laten zien hoezeer podiumkunstenaars de toekomst met optimisme tegemoet gaan. In die zin is dit nummer een vooruitblik, een glimp van de dingen die gaan komen.

Het soort terugblikken dat we tot nog toe in september publiceerden maken we vanaf nu het hele jaar door. Stukken zoals de beschouwing over twee door de Bijbel geïnspireerde voorstellingen van Sara van der Kooi of de waardevolle inventarisatie van nieuwe kleine operaproducenten door Max Arian.

Een nieuw seizoen geeft ruimte voor nieuwe columns en rubrieken. Theatermaker gaat meer aandacht schenken aan geschiedenis en vormgeving. Dat komt onder meer tot uiting in Déjà Vu, een rubriek waarin we vrijelijk citeren uit het rijke verleden van Theatermaker en zijn voorgangers; en in Beeldspoor, waarin een vormgever het ontstaan van een decor, lichtontwerp of kostuum laat zien, van inspiratiebronnen tot opbouw.

We zijn heel blij dat we Willem de Wolf bereid hebben gevonden een column te schrijven. Hij schrijft het komende seizoen ongevraagde monologen voor toneelspelers, regisseurs en andere collega’s. Hannah van Wieringen schrijft een jaar lang een feuilleton met een onverwachts perspectief en Daan Windhorst verzorgt elke editie een visuele, satirische bijdrage.

Wij zijn natuurlijk heel benieuwd of de vernieuwingen in de smaak vallen. Commentaar is van harte welkom op info@theatermaker.nl.

Dossiers

Theatermaker september 2015