Hee Duitsland! Verbinding! Oh. Hallo?

Heee, ja, wacht ik kom eraan, even nog m’n koffie pakken.

Je nieuwe lege huiskamer, dat heeft ook wel wat hoor. Ik noem deze scène: afwezigheid. Mooi, en dat bankje is dat Atelier van Lieshout?

Ja! Zo. Meer koffie. Volgens mij is er een oorzakelijk verband tussen de omvang van een stad en de hoeveelheid koffie die je er drinkt, ik heb sterk de indruk dat er hier meer van nodig is dan in Amsterdam.

Lieve nerd. Daar ben je.

Hee, joh.

Ik mis je deerlijk!

Ik ben gewoon hier!

Ik zie het! Jij bent het gewoon. Oh, ik voel toch een afstand.

Doe nou niet alsof dit onze eerste keer over een beeldscherm is.

Nee, okee.

Jij kan zo halsstarrig amateur blijven in alles.

Is. Die positie bevalt me, ik wantrouw de expert.

Als je maar niet koketteert met onwetendheid omdat het je ontslaat van de verplichtingen die bij ervaring horen.

Neehee. Ga je me nou vanuit het Oostblok zitten te betuttelen met zulke gedragen volzinnen?

Nee, pardon ook.

Je ziet er een beetje moe uit.

Hallo, betuttelen! Straks ga je nog vragen of ik wel goed eet. Ik was gister in Hamburg.

Oh. Eet je wel goed? Hamburg is een uitputtende stad? Daar is toch die heel indrukwekkend concertzaal, de Elbphilharmonie? Het ziet er van buiten uit als de zee.

Ja, die is er, maar ik was gewoon naar de schouwburg, ‘Am Königsweg’. Het nieuwe stuk van Jelinek.

Oh.

Gaat het?

Jawel.

Nihilisme?

Nee.

Niet?

Nee. Althans. Essaysime: ja. Ruimte om te reflecteren: ja. Ruimte om te handelen, daar was ik over aan het nadenken. Ik zat te denken aan wat je zei laatst, over dat in gesprek met sommige mensen de ruimte aan kan voelen als een gangkast en dat je je in gesprek met anderen in een kathedraal waant.

Ja?

En bij Jelinek voel je je, ja, alsof ze je in de linker bovenhoek van de werkelijkheid drukt. Met ogen voor alles, inclusief het zelf, maar met bar weinig handelend vermogen.

Klinkt niet, eh fijn.

Nee, voor comfort kun je beter niet naar Jelinek.

Ja. Ik luister, hè. Maar je hebt nog niks gezegd over waar het óver handelt.

Machtswellust, daar handelt het in de kern over.

En Benny ‘straft-hard’ Claessens speelt Trump, toch?

Ja en nee, hij speelt de koning. Én Elfriede Jelinek. Nogal weergaloos. Maar hem prijzen kan eigenlijk niet. Hij laat je geen centimeter om iets van hem te vinden. ‘Kijk naar jezelf’, dat zit overal onder, lijkt het. Ik ken geen acteur, met ja, zoveel walging. ‘Ik wil hier weg, maar moet deze mensen nog helpen met kijken.’

Hm.

Wie ondanks zichzelf toch spreekt heeft mijn onverdeelde aandacht.

En hoe komen we dan uit die handelingsonbekwame hoek weg, is dat een vraag die ze stelt?

Ik geloof niet dat ze veel hoe-vragen stelt. Ze constateert.

Nou, ik kan ook nog wel een koffie.

Ja. Jelinek doet iets met me, ik orden m’n gedachten erover nog. Ik kom hier op terug, ja?

Ja, is goed.

Maar weet je waar ik van wakker lag?

Van de koffie?

Van de gedachte dat ik te vaak m’n gezicht afwendt, van onze diep menselijk stank. Dat de Trumps van deze wereld aan de macht komen omdat linkse mensen niet onder ogen durven zien hoeveel stank, hoeveel drek mens-zijn met zich meebrengt. Dat ons zogenaamde beschaafde mensbeeld feitelijk gestoeld is op angst voor de werkelijkheid, op ontkenning.

 Lieve koffiemolen.

Ja.

Ik wil dit niet wegrelativeren, maar niet vergeten ook taart te eten, hè?

Nee.

Dossiers

Theatermaker december 2017