Eva Line de Boer ontving de Ton Lutz Award voor de meest veelbelovende afstudeerregie met Euphoria (ITS Festival, 2014) en won in 2016 de BNG Bank Nieuwe Theater­makers­prijs met Dit gebeurt allemaal tegelijk. Haar werk kenmerkt zich door een sterke stilering van gedrag. ‘Als een moraal ook een pleidooi mag zijn, dan ben ik misschien een moralist.’

Balanceer jij als maker tussen ironie en moralisme?
Ik wil als maker het liefst van allebei zo ver mogelijk wegblijven. Zelf werk ik heel beschouwend, ik wil liever een fenomeen tonen dan het publiek mijn overtuiging door de strot douwen. Ik heb moeite met de inzet van ironie die ‘dood relativeert’. Daarom heb ik twee jaar geleden in mijn Nieuwe Makers-aanvraag iemand als bewaker tegen de ironie aangesteld: dramaturg Bart Van den Eynde. In het verleden heeft Bart mij al vaker voor ironie behoed, dit ligt in mijn werk al snel op de loer.’

Waarom is dat denk je?
‘Wanneer je op dit moment een willekeurig tv-programma aanzet en probeert daar niet-ironisch naar te kijken, dan merk je dat dat heel moeilijk is. Ironie zorgt ervoor dat je je kunt distantiëren van dat waarnaar je kijkt. Ik probeer mensen te portretteren en hen van een afstandje te laten zien. Daar zit een overeenkomst.

De mensen die ik laat zien zijn geen mensen van vlees en bloed. Ze hebben niet een heel levensverhaal waar je je mee kunt identificeren. Het zijn sjabloonmensen. Dat zorgt voor een afstand, waardoor je het risico loopt dat je publiek met een ironische blik gaat kijken. Maar ik wil niet dat het publiek zich distantieert. Het is zo makkelijk om als kijker te denken ‘Ik ben dat niet, ik sta daarboven’. Ik zoek juist het moment dat de mens, die op afstand is, toch aan jou raakt; waarbij ik me steeds afvraag hoe ver weg iets blijft en hoe dichtbij het mag en kan komen.

Mijn laatste voorstelling Tutorial – The Art of Living ging over vloggers. Dat is een onderwerp waar je makkelijk iets ironisch van kunt maken, dat wilde ik juist vermijden. Dat doe ik door die wereld binnen de theatrale context zo precies mogelijk weer te geven. Maar zelfs wanneer je een onderwerp zo serieus mogelijk neerzet, wil dat niet zeggen dat het publiek er niet toch ironisch naar kijkt.’

Is die afstand geen ironie? Of bedoel je dat er verschillende soorten ironie zijn?

‘Ik denk dat ik die afstand zie als abstractie en niet als ironie. Die afstand op zich bevat geen commentaar. Het gaat over het kijken naar een situatie alsof het een tableau vivant is en geen psychologisch onderbouwde scène. Op die manier hoop ik de situatie zo uit te kristalliseren dat je nauwkeurig en gedetailleerd kunt kijken, waardoor de sjablonen je op zekere momenten toch gaan raken. Dat is het moment dat het mensen van vlees en bloed worden, in de ideale situatie wordt zowel het hoofd als het hart geraakt.’

Hoe probeer je te voorkomen dat het publiek op een ironische manier kijkt?
‘Door die ironische bril af te zetten. De eerste stap is om dat bij mezelf voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld door veel en steeds opnieuw te kijken naar vlogs. Daarmee ontmantel ik mijn eigen vooroordelen. Ik lach er ook om. Ik vind er ook van alles van, maar ik probeer wel verder te kijken. Het is een denkoefening in inleving, zo hoop ik het fenomeen te gaan begrijpen. In een voorstelling probeer ik bij het publiek eenzelfde denkoefening te bewerkstelligen.

Bij Tutorial was er een moment waarop dat lukte. We hebben een echte vlogger op toneel: Destiny van het YouTube-kanaal Paardrijden met Plezier. In Tutorial is zij degene die de ironische bril van het publiek afzet. Destiny is serieus, geëngageerd en bedreven in wat ze doet; een vakvrouw, die een hele YouTube-carrière heeft opgezet. Voor een meisje van vijftien is dat ongelooflijk.

Aan het begin van de voorstelling tonen we een van haar eerste vlogs, daarin is ze twaalf. Het is een lief en een beetje een knullig filmpje, waarbij je denkt: ‘God, dit vind je alleen op YouTube’. Bij de première moest het publiek hier ontzettend om lachen. Daar schrok ik van, ik wil niet dat Destiny zich voor schut gezet voelt. Na het filmpje stond ze op van de eerste rij, als haar vijftienjarige zelf. De mensen die even daarvoor zo hard hadden gelachen, moesten wel drie keer slikken. Ze hadden niet verwacht dat ze in de zaal zou zitten. Het was gelijk stil. Ik vind dat het mooiste geluid van de wereld, wanneer je die lacht hoort stokken.

Van Destiny hoop ik dat zij een brug kan zijn naar de vloggers die door de actrices gespeeld worden. Dat bij alle vloggers en filmpjes, die daarna in de voorstelling voorbijkomen, het publiek gedwongen wordt op een andere manier te kijken, omdat ze in aanraking zijn gekomen met een echte vlogger. Een mens die daar in al haar kwetsbaarheid zelf op toneel staat.’

Hoe heeft dat documentaire-aspect jullie tijdens het werkproces tegen de ironische blik beschermd?

‘Toen we begonnen aan Tutorial kwam een van mijn actrices met filmpjes waarin vloggers en YouTube-sterren werden gepersifleerd, maar dat is nou net wat ik niet wil. Het is makkelijk en veilig om op een ironische manier naar mensen te kijken. Natuurlijk is het soms lekker en relativerend, maar die wereld wordt steeds groter; jongeren kijken iedere dag naar vlogs. Dat is een reden om het serieus te nemen. Ik heb daarom vooral gewerkt vanuit wat ik zag, en heb verschillende vloggers bezocht en geïnterviewd. Omdat we uiteindelijk besloten om ook het materiaal van de vloggers in de voorstelling een plek te geven, werd het documentaire-aspect groter dan we van tevoren hadden verwacht. Door al die lagen van echtheid en niet-echtheid aan te brengen, tonen we een constructie die het hopelijk ongemakkelijker maakt om er ironisch naar te kijken. Tegelijkertijd laat deze constructie zien hoe diffuus dat onderscheid is tussen echt geënsceneerd op YouTube.

Wat is je reactie als ik zou zeggen dat ik jouw voorstellingen wel ironisch vind?

Dan zou ik daar enorm door zijn aangedaan. Ik voel me als maker verantwoordelijk om zo zuiver mogelijk met mijn onderwerp om te gaan. Stel dat een van die vloggers die wij hebben geportretteerd, komt kijken en vindt dat we hem of haar te kort doen, dat we toch te veel aan de kant van de ironie hangen, dan kan ik diegene niet honderd procent ongelijk geven. Het is zo’n dunne grens. Het is geen diepte-interview met een vlogger, het is een theatervoorstelling.

Daar valt dus nog iets uit te zoeken: wanneer wordt iets onbedoeld ironisch en waardoor komt dat? Ik zou willen dat ik de blik van het publiek nog scherper kan beïnvloeden, dan zou ik haar kunnen verzachten.’

En moralistisch?
‘Ik klink misschien wat tegenstrijdig: ik zeg dat ik het belangrijk vind om zo goed mogelijk te kijken, zonder te oordelen. Aan de andere kant keur ik ironie en moralisme af. Iedereen balanceert op het evenwichtskoord tussen die twee begrippen.

Bij het Zuidelijk Toneel heb ik samen met jonge moslimmeisjes de voorstelling ‘Zeventien’ gemaakt. Hierin vertelt een meisje hoe ze na elke aanslag op school komt en zich mentaal wapent, om ervoor te zorgen dat ze in staat is om iedereen te begrijpen. Ze probeert zich te verantwoorden en te verdiepen in iets waarmee ze feitelijk niets te maken heeft, maar wat wel aan haar wordt gerelateerd door haar afkomst.

In de voorstelling introduceert zij een hashtag waarmee ze mensen oproept om een dag in haar schoenen te staan: #vandaagbeniktugce. Dat is de rode draad in mijn voorstellingen: ik hoop mensen op te roepen om heel even in de schoenen van een ander te stappen, om de afstand tussen jou en een ander te doorbreken. Je zou kunnen zeggen dat die hashtag richting moralisme gaat, maar ik vind het belangrijk dat het nuance heeft.’

Als jij ooit stiekem ergens een moraal in zou stoppen, zou het dan die oproep zijn?

‘Als het moralistisch zou zijn om te zeggen: ‘kijk beter’, als een moraal ook een pleidooi mag zijn, dan ben ik misschien een moralist. Alleen goed of fout vind ik lastig. Het mooiste aan theater vind ik dat je een alternatief leven voorgeschoteld krijgt, dat kan groots en meeslepend zijn, maar ook klein en pietepeuterig. Begrip creëren vind ik echter iets anders dan het aanduiden van goed of fout. Het is juist bijzonder in deze tijd dat je je in al die werelden mag wanen. Maar hoe vinden we tijdens het dwalen in die al die werelden houvast als we niet meer uit willen gaan van goed en fout? Ik heb Dit gebeurt nu allemaal tegelijk gemaakt omdat ik wilde aantonen hoeveel er naast elkaar kan bestaan. Dat al die losse fragmenten een eigen impact hebben op verschillende mensen. Hoe moet je dan bepalen wat daadwerkelijk belangrijk is? Het feit dat het allemaal naast elkaar bestaat, werkt relativerend en zorgt dat we kunnen uitzoomen. Ik zou het uiteindelijk leuker vinden als mijn voorstellingen meer vragen dan antwoorden zouden oproepen.’

Nu zijn vloggers nog relatief onschuldig, zou je ook een voorstelling kunnen maken over mensen bij wie het ingewikkelder wordt om je als toeschouwer in te leven? 

‘Ja natuurlijk, ik vind het ongelooflijk belangrijk om me in zoveel mogelijk verschillende situaties te kunnen verplaatsen. Tijdens mijn opleiding heb ik twee keer een project rondom terrorisme gedaan. Hierin vond ik het interessant om mijn eigen angst om te zetten in fascinatie. Een van de volgende projecten, waarbij ik werk met schrijver Elly Scheele, zal gaan over hooligans. Ik ben enorm geïntrigeerd door die georganiseerde vorm van geweld die gekoppeld is aan een groepsgevoel. Het lijkt me uiteindelijk ultiem om een voorstelling te maken waarbij je steeds van gezichtspunt wisselt. Waarbij het onderscheid tussen extreem en alledaags, dader en slachtoffer, vervaagt.

In mijn afgelopen projecten heb ik vaak juist niet gekozen voor die uitersten binnen een subgroep. Er zijn veel extremere vloggers dan degenen die ik in Tutorial heb getoond. Daarin zoek ik ook naar het vervreemdende binnen het alledaagse. Dramaturg Tom Helmer zei na het zien van Tutorial dat als Tsjechov de vloggers uit had mogen kiezen hij waarschijnlijk bij hetzelfde soort mensen was uitgekomen. Niet het grootse en meeslepende wordt gevierd, maar juist de tussenmomenten en een bepaalde staat van verveling. Gek genoeg vind ik het een enorme klus om figuren te laten zien die niet per se extreem gedrag vertonen en hiervan theater te maken. Ik merk aan de mensen om me heen, mezelf en het publiek dat het helemaal niet zo makkelijk is om je te identificeren met de vloggers en hun volgers; misschien is dat helemaal niet eenvoudiger dan je identificeren met mensen die op hun eigen extreme manier ergens voor vechten.’

Denk jij dat moralisme een taboe is? En zo ja, waarom?

‘Dat weet ik eigenlijk niet. Ik heb het gevoel dat het tegenwoordig juist wordt gewaardeerd wanneer mensen ergens voor durven te staan.

Ik denk dat er bij alle twee, zowel ironie als moralisme, iets scheef zit wanneer het wijsneuzerig wordt. Volgens mij zijn hedendaagse theatermakers zich daarvan bewust, daarom bewegen ze de hele tijd heen en weer tussen het een en het ander, in de poging een delicaat evenwicht te bewaren. Ze zijn aan het zoeken in dat tussengebied en hopen daar iets te zeggen. Het is een evenwichtsoefening, waarbij je soms te ver doorschiet. Dat is ook niet erg, het aftasten is leuk. Wanneer je denkt ‘oh, dit vind ik altijd verschrikkelijk op toneel’, dan biedt dat de mogelijkheid om juist dát te proberen.

In die zoektocht tussen ironie en moralisme begeef je je gelukkig niet helemaal alleen, vaker probeer je met je generatie samen het ultieme stuk te maken. We zoeken naar wat wij nu proberen te zeggen. Iedereen hoopt hierin natuurlijk de eerste te zijn die het zegt, bij wie het lukt, maar je bent vooral samen op zoek.’

Foto: Willem van der Voort

Dossiers

Theatermaker oktober 2017