Instellingen voor talentontwikkeling zijn te zien als de haarvaten van het podiumkunstenstelsel. De instellingen, heel divers van aard, zitten overal verspreid over het land met vertakkingen naar onderwijs, jongerenorganisaties en andere disciplines. Zij zijn het die jonge talenten als eerste oppikken en hen voeden met kennis en vakmanschap.

Leren is allang geen top-downsysteem van overdracht meer. Een van de plekken in het theaterveld waar dat heel duidelijk geldt is DOX, het huis voor Urban Art in Utrecht, waar onder leiding van Hildegard Draaijer een grote verscheidenheid aan makers hun vakmanschap via co-creatie deelt met jonge talenten. Talentontwikkeling, productie en educatie lopen daarin naadloos in elkaar over.  

Voor wie is DOX er?

‘Voor de talenten, absoluut! Wij zijn er voor de jonge talenten. En we zijn er voor de nieuwe makers en collectieven die zich aan ons verbinden. DOX wil zowel performers als makers ondersteunen bij het creëren, ontwikkelen en presenteren van nieuw werk.’

‘We koppelen ze altijd aan elkaar. Ieder jaar lopen er meer dan 80 jongeren en jonge professionals tussen 16 en 26 jaar rond bij ons, die zitten in verschillende Theaterateliers waarin ze wekelijks met professionele makers werken. Het draait om wederzijdse inspiratie, het ontwikkelen van vaardigheden en eigen mogelijkheden en het verwerven van inzichten. Inzichten in wat theater en kunst kan zijn. In wat zich afspeelt in de wereld.’

‘Een Theateratelier is een relatief veilige omgeving waar makers, jonge spelerstalenten en professionals kunnen experimenteren. We proberen er elk seizoen minstens 8 resultaatgerichte projecten op te zetten. Afgelopen periode gebeurde dat onder leiding van collectief Club Gewalt, choreograaf Anne Suurendonk, de Zuid-Afrikaanse artist-in-residence Elvis Sibeko, huisregisseur Victor Mentink, choreograaf Giulio d’Anna en mimograaf Anne van Dorp.’

De samenstelling van onze groep talenten is zeer divers. We hebben de groep jongeren die via landelijke audities bij ons komen. Zij gebruiken DOX als een opstap richting kunstvakonderwijs. Een ander segment vormen de stagiairs van de MBO-, HBO- en Masteropleidingen: MBO-artiest, dansacademies, toneelscholen, de mime-opleiding, docentenopleidingen. En de laatste groep bestaat uit selfmade talenten. Die komen grotendeels uit het urban circuit, dus dansers, MC’s, DJ’s, muzikanten, spoken word artists, rappers – echt alles. En dat heeft een enorme vlucht genomen bij ons de laatste jaren. Wij zijn daar ontzettend blij mee want dat is een doelgroep die heel erg klopt bij DOX.’

‘Onze teamleden werken ook op verschillende kunstvakopleidingen, maar dat is geen garantie voor zo’n mooie mix. Je wilt niet alleen maar veel stagiairs hebben, dat geeft geen dwarsdoorsnede van de samenleving zoals die nu is. Want die urban jongens en meiden willen helemaal niet naar zo’n kunstvakopleiding, dat vinden zij niet bij hun ontwikkeling passen. Zij willen vrijheid. Ze willen wel leren, absoluut, maar ze zeggen sneller: ik weet niet zo goed wat ik hieraan heb, want die kant wil ik helemaal niet op.’

‘Dus het is heel gemixt, en dat is onze kracht. Al die mensen vinden het hier zo waardevol omdat ze van elkaar leren. Het is een community met volop kruisbestuiving.’

Hoe vaak zijn ze bij DOX in huis?

De Theaterateliers zijn twee keer per week, op woensdagavond en de hele zondag. Ze hebben ook allemaal een mentor met wie ze twee keer per maand gesprekken hebben. Dus we zien ze veel. Naast de drie Atelierpresentaties per jaar, spelen bijna alle talenten ook in producties. Er zitten nu zes spelers in de coproductie Bloedlink met NTjong, die repeteren overdag fulltime en gaan op tournee. We hebben zes stoere meiden in Role Model, een coproductie met Nicole Beutler Projects, we hadden een voorstelling in de klas in samenwerking met de HKU en het ROC met 12 talenten. En in het voorjaar is er een heel groot locatieproject, Schoppen, met wel 21 jongens in coproductie met Bonte Hond.’

‘De talentontwikkelingspoot is onze speeltuin voor makers en performers. en van daaruit pluggen we ze ook in onze voorstellingen. Projecten die in de Theaterateliers ontstaan en zich op artistiek vlak onderscheiden, werken we vaak uit tot volwaardige voorstelling. De komende periode hebben we bijvoorbeeld The100Hands, zij gaan een productie maken voor Tweetakt Festival met jongeren van ons. Of een collectief als 155 dat aan DOX verbonden is; met hen maken we dit Kunstenplan af en dan kijken we of ze zelfstandig kunnen worden. Talenten en ambities verdienen artistieke, facilitaire en financiële ondersteuning over een langere termijn, want kwaliteit ontstaat niet van de een op de andere dag. DOX wil de nieuwe generatie makers daadwerkelijk die steun bieden.’

Dus eigenlijk werk je ook als productiehuis?

‘Ja. Ik zeg altijd tegen die talenten, jullie hebben geen idee wat voor luxepositie dit is, zo’n atelier waarin je mag freewheelen en cocreëren en op je bek mag gaan. Dat er juweeltjes ontstaan die je verder mag ontwikkelen. Zulke plekken bestaan bijna niet meer. Ik ben zó blij dat we dat terug hebben gepakt! We kunnen dat doen omdat we de ruimte hebben gecreëerd, ook financieel, door veel meer makers in huis te halen en door te produceren en coproduceren. En er zijn veel makers die graag met DOX willen coproduceren. Er is vraag naar onze talenten.’

‘Maar de rol van talentontwikkelaar zit in alles. Ook in de Outreach, onze educatieafdeling die we delen met Theater Utrecht, want de performers zijn niet alleen terug te vinden in de producties. Ze ontwikkelen zich multifunctioneel als performer, regieassistent, repetitor, maker en docent.’

Wanneer is een DOX-traject geslaagd?

‘Als je de mix ziet van de makers en de jonge talenten, en je voelt dat het van henzelf is geworden. En dat kan de energie zijn, het vocabulaire of thema, de persoonlijke noot of de innerlijke noodzaak. De voorstelling 100% Selfmade die we maakten met MAAS vind ik heel erg “des DOX” omdat ik die jongens echt zie, ik zie de speeltuin van de repetities erin terug, en dan niet alleen de lol maar ook de overtuiging: wij hebben iets te melden. Je ziet het verhaal ontspruiten, de gedachte: we moeten iets maken, maar hoe doen we dat eigenlijk, shit, we hebben nog niet iets voorstellingswaardigs. Dat is herkenbaar voor hun publiek. En ze krijgen het toch voor elkaar, het is een gelikte show geworden. Het ligt ook aan de groep en aan de maker, maar ik denk wel dat iedereen die ons ziet altijd zegt: ja, dit zijn echt DOX-performers.’

Hoe komt dat? Kies je ze daarop of komt het door de manier van werken bij DOX?

Ik heb daar wel een stem in, ja, en ik kan daar ook wel dwingend in zijn. Ik moet wel echt de hele samenleving voorbij zien trekken bij ons, wij staan echt voor die culturele diversiteit. Wij vinden dat niet meer dan normaal. Maar de makers zoeken het ook, zoals Nicole Beutler die op haar auditie ook vrouwen kiest met een ander soort bagage, zowel artistiek-inhoudelijk als persoonlijk. En voor ons publiek maakt het uit. Want dat komt ook echt op die DOX-ers af met wie ze zich kunnen vereenzelvigen. Ze herkennen in onze performers iets van zichzelf.

Dat werkt door in alle gelederen: talentontwikkeling, producties, outreach en publiek. Je wilt je kunnen identificeren met de mensen die daar op het toneel staan. En wanneer dat niet gebeurt vind ik het niet geslaagd.

Dossiers

Theatermaker februari 2018