Mathieu Wijdeven (Tilburg, 1991) ging in seizoen 2021-2022 in première met zijn solo Het waarom beantwoord, over het leven van zijn betovergrootvader G.G.T. Rustwijk (1862-1914) in Suriname.Momenteel werkt hij aan zijn nieuwe voorstelling Saboteurs over dubbelbewustzijn (een term uit de postkoloniale theorie), en maakt hij een podcast voor NTR waarin hij onderzoek doet naar het werk van betovergrootvader in relatie tot Suriname.

Je doet veel onderzoek om tot een voorstelling te komen. Hoe pak je dat aan?

‘Voor Het waarom beantwoord heb ik het heel dicht bij mijzelf en mijn familie gezocht. Ik kwam in aanraking met een toneelstuk geschreven door G.G.T. Rustwijk, dat hij op 19 juni 1911 heeft voorgedragen als eenmansshow in het Thalia Theater in Paramaribo. Het is een in versvorm geschreven aanklacht, die hij speelde met een welvaartscommissie uit Nederland in het publiek, een verhaal over de onmenselijke wantoestanden waarin het gros van de Surinamers destijds leefde. En ik vond krantenartikelen uit de West Indische Courant uit de jaren zeventig waarin mijn betovergrootvader werd genoemd, naast een dichtbundel, een slavenregister en de manumissie van de moeder van mijn betovergrootvader. Vervolgens een uitgeschreven stamboom. Briefwisselingen met universiteiten van eerdere familieleden die zich afvroegen hoe bepaalde dingen hadden plaatsgevonden. Ik vond zelfs een lijst van mogelijke vaders van mijn betovergrootvader, zijn vader was vermoedelijk een plantagehouder, maar het was in die tijd verboden om kinderen te hebben met een tot slaaf gemaakte persoon. Ik wilde al deze informatie naar een theatrale vorm vertalen.’

Je noemt Het waarom beantwoord radicaal persoonlijk. Wat bedoel je daarmee?

‘Je kan ook van een afstand kijken naar het onderwerp van je voorstelling, meer vanuit het documentaire, maar Raoul de Jong, met wie ik het samen schreef, en ik besloten het fake-objectieve aan de kant te schuiven. Raoul gaf mij schrijfopdrachten waardoor we materiaal kregen voor de voorstelling. Daarmee gingen we puzzelen en zo hebben we de tekst geschreven. Deze voorstelling gaat over mij en mijn familiegeschiedenis. Het is heel spannend om je te verhouden tot je eigen bloedlijn en je te durven overgeven aan die geschiedenis, die soms confronterend is. Mijn betovergrootvader groeide bijvoorbeeld als wees op, waardoor ik ging nadenken over mijn eigen jeugd. Het was ook troostend. Zo kwam ik er bijvoorbeeld achter dat ik met hem een honger deel naar jezelf veelzijdig cultureel uitdrukken.’

Je werk begint vanuit een fascinatie voor de symbiotische relatie die mensen aangaan met objecten.

‘Ik maak objecten van de verhalen die ik heb gevonden. Zodra je iets stoffelijk maakt, gaat het je iets vertellen, dat is anders dan wanneer je in woorden blijft spreken. Zo heb ik een grote sculptuur van het hoofd van mijn betovergrootvader gemaakt. Ik ben ermee de straat opgegaan en zodra ik met mensen praatte, bleven ze naar het object kijken en gebeurde er iets. Omdat het object uit gebroken stukjes bestond, ging het gesprek vaak over: welk stukje uit je familiegeschiedenis ben jij? Hoe sta je verhouding tot andere stukjes van je familie?’

Je gaat nu een nieuwe voorstelling maken bij Productiehuis Theater Rotterdam. Hoe ga je nu te werk?

‘Ook voor Saboteurs werk ik met een sculptuur. Samen met schrijfster Daphne Huisden onderzoek ik het thema ‘dubbelbewustzijn’. Deze term is geïntroduceerd door de Amerikaanse socioloog W.E.B. Du Bois in 1903. De interesse voor dit thema is ontstaan vanuit mijn dubbele culturele achtergrond. Ik heb altijd een wereld binnen mijn gezin gehad, en een wereld daarbuiten, en die kwamen niet altijd overeen. Hierdoor voelde ik mij soms een saboteur als deze twee werelden bij elkaar kwamen, wie ben ik op dat moment? Ik vind het belangrijk om breed georiënteerd inspiratie op te doen. We onderzoeken het thema daarom aan de hand van een theatrale oervorm: goochelen. Bij de goocheltruc is er altijd een bepaalde spanning: doe je het goed, dan val je niet door de mand. Laat je de bal vallen, dan trapt niemand er meer in. Ik heb als research dit keer een sculptuur in zandlopervorm gemaakt. We zijn als mens minstens tweeledig, en die twee lopen in elkaar over. Het maken van een sculptuur daagt mij uit om mijn onderzoek concreet te maken.’

Hoe breng je je onderzoek naar een theatrale vorm?

‘Wanneer je een oud Grieks stuk op toneel brengt, kun je gebruik maken van symboliek die iedereen in het publiek begrijpt en hoef je het verhaal maar half te vertellen omdat we het allemaal kennen. In het geval van Het waarom beantwoord kon ik niet steunen op de luxe van al bestaande referenties. Het verhaal had veel uitleg nodig en daarom bestond een groot deel van de voorstelling uit storytelling. Ik projecteerde de documenten die ik had gevonden, en als detectives zijn we door de geschiedenis van mijn betovergrootvader gegaan. Ik heb op de performance-opleiding in Maastricht geleerd in abstractie te praten, het suggestieve te laten spreken en niet alles uit te leggen. Ik ben erachter gekomen dat ik voor de verhalen die ik zelf wil vertellen, blijkbaar verhalen die nog niet genoeg verteld zijn, extra context moet leveren om het verhaal begrijpelijk te maken en dus minder suggestief kan zijn.’

Voor wie maak je theater?

‘Ik vraag me vaker af: voor wie maken we het níet. Wie mag zich welkom voelen, en wie niet? Ik denk dat als we daar eerlijk in durven te zijn, dat we erg veel mensen afstrepen. Bijvoorbeeld mensen met een beperking, die niet negentig minuten in het donker kunnen zitten. Of denk aan de belemmerende architectuur van de theaterzalen, waarbij je niet even weg kan lopen als iets op toneel je heeft getriggerd en je je onveilig voelt. Als ik concreet antwoord moet geven op de vraag, dan stel ik dat ik theater maak voor mensen zoals ik: jongens van kleur uit Brabant en Limburg, maar ook voor hen die nog niet veel weten van Suriname, omdat ze er niet zijn opgegroeid maar er wel vandaan komen. Ook voor hen bij wie verhalen zijn afgenomen, ik heb het gevoel dat ik die aan ze moet teruggeven.’

Welke verhalen wil je vertellen?

‘Het woord traditie komt meteen bij me op. Ik hoop dat ik voortbouw op een traditie, in de lijn van Rufus Collins, Thea Doelwijt en Henk Tjon. Ik ben me altijd bewust van de lijn waarin ik bezig wil zijn. Waar bouw ik op voort, en waar zet ik me juist tegen af? Wie gingen mij voor, wat zijn mijn wortels? Ik wil geen dienaar zijn als kunstenaar, maar verhalen vertellen die misschien niet iedereen wil horen. De echo van een voorstelling die we al vaker op het grote toneel hebben gezien is enkel een bevestiging van waar we al staan. Als we willen dat theater een spiegel van de samenleving is, moeten we niet in deze echokamer blijven hangen.’

Foto: Bart Grietens. Het waarom beantwoord (2021) van Mathieu Wijdeven/Productiehuis Theater Rotterdam. Regie Maarten van Hinte, Nina de la Parra, kostuums Hanne Pierrot en Nina Lawina, licht Scott Jun

Saboteurs van Mathieu Wijdeven gaat in maart 2024 in première bij Theater Rotterdam

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2023