Kunnen we het lichaam tot het uiterste beheersen? Choreograaf Katja Heitmann onderzoekt die vraag in een reactie op technologische ontwikkelingen. De beheersdrang van de hedendaagse mens vormt een bron van retorische tragiek. Inmiddels duiken de goed getrainde, levende robots van Heitmann overal op, want de ultieme consequentie van haar onderzoek brengt onconventionele theatervormen met zich mee die doorwerken in de benadering van het publiek.

Wat betekent “beweging” in de samengestelde realiteit van een virtuele en fysieke wereld? Katja Heitmann koppelt het lichaam van de danser aan hedendaagse technologieën en vraagt zich af wie nu wie in beweging zet en controleert, wat realiteit is en wat perceptie. Heitmann is een beeldhouwer met oog voor het detail, ze kneedt haar dansers tot robotachtige modepoppen. Haar sculpturale precisiewerk neemt verschillende vormen aan, van reguliere performances tot installaties in de publieke ruimte. In haar nomadische werkwijze weegt de zoektocht naar nieuwe presentatievormen even zwaar als het bewegingsonderzoek.

Zo moet de toeschouwer in For iTernity zelf actief op zoek naar filmbeelden. In deze installatie, gecreëerd in 2015, gebruikt Heitmann acht beamers die in het luchtledige projecteren. Gewapend met een doorzichtig scherm moet het publiek na zonsondergang zelf die beelden vangen. Op het internet kunnen we oneindig doorleven, maar hoe vertaal je dat gegeven naar een danslichaam dat eindig is, vroeg Heitmann zich af tijdens de ontwikkeling van dit project. Vorig jaar was de installatieperformance onder andere te zien op pleinen in Utrecht, Düsseldorf, Parijs, Newcastle en Den Bosch. De opnames van de film werden bewust overdag op dezelfde plek gemaakt, zodat ze de lokale toeschouwers aanknopingspunten boden.

Alter ego

Katja Heitmann (Hamburg, 1987) volgde haar opleiding tot choreograaf aan de Fontys dansacademie in Tilburg. De afgelopen jaren viel ze op met theatrale performances op de grens van theater, dans, circus en beeldende kunst. In Eggs are Good for Your Hair, gemaakt in 2013 in het kader van One Night’s Dance van Dansateliers Rotterdam, creëerde ze een solo voor een koorddanseres. In de voorstellingen die volgden begon ze met het klonen van personages. In verschillende performances toonden de performers, ook mannen, steeds weer hetzelfde vrouwfiguur met behulp van een transparant plastic masker. Een pruik met zwart sluik haar, rode wangen en zwaar opgemaakte ogen: Heitmann creëerde een uitvergrote versie van zichzelf. Niet dat ze zich daarvan bewust was, maar een alter ego werd geboren.

‘Na mijn afstuderen rezen bij mij veel vragen over het fenomeen theater, ik had behoefte om mij af te zetten tegen de traditionele theatercodes. Dat verzet is minder geworden, waardoor ik tot de kern van de zaak kon komen, tot mijzelf wellicht. Je moet tenslotte je eigen waarheid vinden.’ De tragische figuur dook op in de triple bill This is Not a Show en keerde terug in Me, my Selfie and I; een ultrakorte knip- en plakperformance, waarin Heitmann toont hoe wij dankzij het internet in de huidige samenleving onze identiteit bij elkaar shoppen. Mediatisering werd een terugkerend onderwerp in performances in winkelcentra, waarin ze het alter ego dupliceerde en Ipads en flatscreens introduceerde.

Heitmann vond aansluiting bij meerdere huizen. Behalve bij vaste partner DansBrabant in Tilburg ook bij Het Huis en SPRING Performing Arts Festival in Utrecht, Tanzhaus nrw in Düsseldorf en de STRP Biënnale Eindhoven. In Tanzhaus nrw zag ik in januari een voorproefje van haar nieuwe productie, die uitkomt tijdens de komende editie van het SPRING Festival in Utrecht. Work-in-regress, noemt Heitmann het schertsend – ze ziet de technologische voortuitgang eerder als een verarming. In Pandora’s Dropbox zit het publiek rondom het speelvlak, een groene grasmat, waarop zes identiek uitziende dansers tergend langzaam voortbewegen. Hun pastel gekleurde kleren zijn omhuld met een dikke laag glanzend, stug plastic, een ontwerp van Annemarije van Harten. Materiaal waar Heitmann in het verleden ook wel gezichtsmaskers van liet maken. Heitmann: ‘Pandora’s Dropbox, maar ook de installatie Tearing Machine waarvan je een voorproefje zag tijdens Moving Futures in Tilburg, is volledig gestoeld op mijn onderzoeksvraag in hoeverre je het lichaam tot het uiterste kunt beheersen. Ik heb de dansers volledig “doorgechoreografeerd” en daarna gezocht naar de presentatievormen die passen bij die gemechaniseerde taal.’

‘Ik observeer graag, dat is ook waarom ik graag in een museum ben. Het geeft me de gelegenheid om urenlang naar een werk te kijken en het volledig op mij in te laten werken. Met mijn dansers werk ik altijd heel rationeel, niet vanuit emoties of zoiets. Ik kavelde alle beweging af, tot stilstand overbleef. Ik heb naar het gezicht gekeken en het optrekken van bepaalde spieren rond de mond getraind. Het was belangrijk dat de dansers uiteindelijk zelf de spieren konden vinden, dat duurde echt een hele tijd. Uiteindelijk kwamen we erachter dat de ogen ook gechoreografeerd moesten worden. We hebben het controleren van de oogopslag heel lang geoefend, op een bepaald moment zelfs op tel. Je kunt de oogopslag net zo trainen als een zuivere plié, hij wordt ook gewoon beheerst door spieren.

Bewegingssoftware

We wilden onderzoeken hoe ver we konden gaan, om zo letterlijk een bewegingssoftware te maken die door de hardware – het lichaam – wordt uitgevoerd. Kun je de mens conditioneren tot een uitvoerende machine? Wat gebeurt er als je iemand binnen afgekaderde regels laat bewegen? Wat gebeurt er met het brein en het lichaam van de dansers op lange termijn? We zijn al heel lang bezig met die training. Zolang zelfs dat mijn vaste danser nu niet meer onbewust met haar ogen kan knipperen, ook niet in voorstellingen van anderen.’

Heitmann werkt samen met creative producer en componist Sander van der Schaaf, filosoof Ingrid de Rond en danser Celine Werkhoven. Met behulp van de tweejarige nieuwemakersregeling kon ze samen met hen volledig in het onderzoek duiken. ‘Ik werk constant aan een soort overspanning van de spieren en hou bijvoorbeeld heel erg van de details in het vormgeven van handen. Alle dansers doen eigenlijk precies hetzelfde en toch krijg je hun fysiek niet helemaal synchroon, dat is een strijd. Het is frustrerend, maar de afwijkingen zijn ook interessant en geven iets menselijks weer. De eigen grenzen van de dansers schuiven ook steeds op. Hun uitputting is tijdelijk, want spieren bouwen relatief snel weer op.’

‘In het begin hadden we veel spierpijn. Mijn choreografieën zijn eenvoudig, maar de training die erachter schuilt is omvangrijk. Ik kan pas iets toevoegen aan bestaand materiaal als het oude volledig wordt beheerst. Steeds als we dachten het lichaam in bedwang te hebben, dook er ergens weer iets op dat niet te hanteren was. Toen de oogspieren eenmaal onder controle waren kwam het lichaamsvocht tevoorschijn en begonnen de ogen te tranen.’ Ondanks de wil van de mens om alles te kunnen beheersen, blijven er elementen onvoorzien. Het is een paradox, Heitmann ondervindt het aan den lijve. ‘Ik zal zelf wel een controlefreak zijn, anders ben je niet met dit soort thema’s bezig!’

‘Veel nieuwe technologie, zoals digitale algoritmes, is onzichtbaar. Het is een heel handig systeem, maar ook eng. Alles wordt ons uit handen genomen’, aldus Heitmann. ‘Misschien worden we daar ook wel andere mensen van. Ik was in Japan, een land waar ze al heel ver zijn met de ontwikkeling van robots. In Tokyo zeggen echte mensen bij elke ingang “hallo” tegen iedere nieuwe bezoeker, maar op zo’n manier dat je denkt dat ze zijn geprogrammeerd. We raken meer en meer vervreemd van de wereld. We hebben een overkill aan informatie. We scannen alles, maar gaan niet meer de diepte in. We worden apathisch en weten minder. Uiteindelijk zullen we ook verleren om zelfstandig te denken. Dit is ook een reden waarom ik in mijn werk de beperking zoek. Ik wil testen in hoeverre het publiek zich daaraan over durft te geven.’

Begon ze door haar achtergrond in tapdans en showballet aanvankelijk met vrij theatrale performances, inmiddels laat ze zich leiden door gestileerd minimalisme dat het tragische lot beschrijft van een maatschappij die vooral maakbaarheid nastreeft. Heitmann probeert een brede groep dansers en jongeren bij haar bevindingen te betrekken. Zo zet ze haar onderzoek voort in Siri Loves Me, een project waarvoor ze de Prijs van de Nederlandse Dansdagen Maastricht ontving. Ze werkt daarin met jongeren van partners uit Tilburg, Maastricht en Düsseldorf. Niet dat haar minimalistische uitgangspunten zo gemakkelijk aansluiten bij deze jonge groep dansers, maar de concentratie levert iets op. ‘Ik wil onderzoeken hoe jonge mensen, laten we zeggen de Googlegeneratie van 12+, met de software omgaan. De tiener als representatie van het nu, opgegroeid in een wereld waar technologie onze nieuwe religie is geworden en Siri ons de waarheid vertelt. Een generatie die alles kan weten maar misschien wel helemaal is vervreemd van de echte fysieke wereld.’

Foto: Imke Panhuijzen

<em>Pandora’s Dropbox</em> speelt in mei op SPRING Performing Arts Festival in Utrecht.

 

Dossiers

Theatermaker april 2017