De ontwerppraktijk van Carly Everaert is een proefondervindelijk proces van testen en analyseren, van gaandeweg criteria bijstellen en keuzes maken. ‘Het is denken met je handen, eigenlijk, in plaats van met je hoofd.’ In oktober gaan twee producties met haar ontwerpen in première.

Door Liesbeth Groot Nibbelink

Eigenlijk heeft Carly Everaert helemaal geen tijd voor een gesprek over haar ontwerpproces. Op dit moment heeft ze haar handen vol aan twee producties tegelijk. Ze komt rechtstreeks uit een repetitie voor Het schaap Veronica van NTjong (regie Noël Fischer) en schuift aan met een map vol schetsen voor Macbeth, een coproductie van de Toneelmakerij en ICKamsterdam. Beide gaan deze maand in première. 

‘Macbeth is een bijzonder project; er staan straks zowel acteurs als dansers op het toneel. Het is een mooi, spannend maar ook ingewikkeld proces, want dans en theater hebben toch verschillende kwaliteiten. Tijdens een repetitie gaf Emio Greco bijvoorbeeld een bewegingsinstructie waarbij het lichaam de impuls moest geven in plaats van het hoofd. Het was fascinerend om te zien hoe anders acteurs en dansers hierop reageren. Je ziet het verschil tussen iemand die denkt: ‘Nu moet ik mijn voet optillen’ en iemand die de beweging laat ontstaan uit de impuls van zijn voet. Soms botsen de verschillende werelden, maar vanuit het verschil gaan er ook nieuwe vormen ontstaan. Dat geldt ook voor het kostuumontwerp, waarvoor ik samenwerk met Clifford Portier, de vaste ontwerper van Emio Greco en Pieter C. Scholten.’

Op zoek naar een rok

Everaert begint elk ontwerpproces met research. ‘Ik zoek foto’s en plaatjes waarvan ik denk: “Dit zou het kunnen zijn, qua sfeer.” dat ze de juiste sfeer zouden kunnen uitdragen. Ik lees de tekst en de bewerking en spreek uitvoerig met de regisseur, in dit geval Liesbeth Coltof, over het regieconcept. Macbeth is een voorstelling voor jongeren die inhaakt op de actualiteit van jonge mannen die de bestaande wereldorde omver willen werpen. In deze bewerking spelen vier acteurs alle rollen; er moeten kostuums komen voor zowel acteurs als dansers. Deze concrete, praktische beperkingen schuif ik aan het begin even terzijde om vrij te kunnen denken.

Voor Macbeth ging ik op zoek naar een eigentijds beeld van mannen in een rok. We waren het er al vrij snel over eens dat alle dansers en acteurs rokken zullen dragen. Een rok versterkt de bewegingen van het lichaam en brengt de dansers en acteurs samen in één kostuumbeeld. Daarnaast willen we toch ook verwijzen naar Macbeth als een Scottish play. Zo gaat het vaak: sommige clichés los je wel in en andere niet.’

‘Eigenlijk start voor mij het hele stuk met dit plaatje.’ Everaert laat een foto zien van vier jonge mannen die op straat lopen, gekleed in T-shirts met opdruk, rokken tot op de knie en stoere schoenen. ‘Dit zijn mannen van nú, in een rok. Zo’n beeld ontdek ik door research te doen. Ik ben op zoek naar een rok maar weet nog niet hoe die rok eruit moet zien. Ik ben geen ontwerper die achter de tekentafel kruipt, ik vertrek altijd vanuit bestaande kleding. Vervolgens maak ik combinaties met andere kleding of materialen, waardoor het toch net anders wordt dan in het dagelijks leven en het een eigen wereld kan creëren op de vloer. Mijn ontwerpproces is eigenlijk een vorm van recyclen. Wat ik fijn vind aan die jongens in die rokken is dat het lekker gewoon en eigentijds is; het blijkt gewoon straatmode te zijn.

Vervolgens ga ik kleding verzamelen en bekijk ik of ik met eigentijdse spullen een historisch beeld kan oproepen.’ Everaert haalt een andere foto tevoorschijn. ‘Zo’n mantel als op deze foto bijvoorbeeld lijkt middeleeuws maar het is gewoon een jas van nu met een oud bloesje van nu. Je zou dat nog verder kunnen verfijnen, maar ik laat het graag een beetje ruw of onaf. Het schetsmatige geeft gelaagdheid en openheid aan het beeld. Je hoeft dat als toeschouwer niet allemaal te vatten, maar je ervaart het vaak wel.’

Gezamenlijk kostuumbeeld

Voor Macbeth werkt Everaert samen met Clifford Portier. ‘Het is interessant om met een andere kostuumontwerper samen te werken. Clifford heeft een andere werkwijze en een ander referentiekader dan ik. Als ontwerper komt hij uit de mode en de couture. Hij kan dat ook goed: zijn rokken vallen mooi en zijn goed gesneden. Misschien zou je kunnen zeggen dat zijn ontwerpen gestileerder zijn en die van mij meer eclectisch. Ik laat graag zien dat de dingen geleefd hebben, dat er een geschiedenis in zit.’

Everaert haalt een map vol moodboards tevoorschijn waarin de stijlverschillen tussen haar werk en dat van Portier goed zichtbaar zijn. Geleidelijk komen ze tot een gezamenlijk kostuumbeeld, maar niet zonder discussie. ‘Het gesprek gaat soms echt zo: “Nee dat wil ik niet”, “ik vind dat geen mooi materiaal”, “dat jasje wil ik niet”. Wat wij gewoonlijk alleen doen, doen we nu samen. Nu toetsen we het aan iemand. Eigenlijk is dat ook fijn.’

Ze zijn inmiddels een heel eind, wat betreft de rokken. Ze worden nieuw gemaakt, maar wél van bestaande kleding – van plooirokken en plissérokken waarschijnlijk, verwijzend naar Schotse kilts en toch ook naar het karakteristieke silhouet van Emio Greco en Pieter C. Scholten, waar de dansers vaak in rok of jurk gekleed zijn.

Morgen zullen ze gaan uitzoeken wie welke rok draagt, en hoe de lengte van de rok iets kan gaan vertellen over de verschillende personages en hun onderlinge verhoudingen. Daarna gaan de rokken naar het atelier, zonder dat nog duidelijk is hoe de bovenkleding eruit zal zien.

Everaert: ‘Het is voor mij een ongewone werkwijze om eerst die rokken te maken. Bij mij ontstaat het ontwerp door te combineren, door het te ontwikkelen op de vloer en te denken vanuit het geheel. Ik heb eens in Duitsland gewerkt, in een heel ander systeem. De kleding voor mannen en vrouwen werd op verschillende afdelingen gemaakt en werd daarna verplaatst naar de kleedkamers. Intussen werkten de acteurs met repetitiekostuums. De kleding was verspreid door het hele pand en ik had totaal geen overzicht.’

Denken met je handen

Bij Het Schaap Veronica van NTjong verloopt het ontwerpproces op een iets andere manier. ‘Ik kies er vaak bewust voor om het toeval toe te laten, om juist nog niet te weten waar ik uitkom. Voor Het Schaap Veronica breng ik allerlei kostuums, pruiken en schoenen mee en proberen we uit wat wel en niet werkt. Ik vind het prettig om als medemaker bij een proces betrokken te zijn. Via de kostuums zoeken we samen naar een ingang voor de personages. Binnen gegeven kaders natuurlijk: er is het verhaal van Annie M.G. Schmidt en Noël heeft groteske, stripachtige figuren voor ogen, en een fysieke speelstijl.’

Everaert laat wat foto’s zien van de laatste kostuumpas. De één heeft te grote schoenen, de ander een dikke buik, en Veronica het schaap lijkt heel smalle enkels te hebben, door het contrast tussen hoge hakken en een mollig lijfje van schapenwol, een lamswollen vestje en een fijne blonde krulletjespruik. Everaert denkt dat zwarte lenzen en lange wimpers nog een goede aanvulling zouden zijn, zodat Veronica een soort Bambie-ogen krijgt. ‘Door die gelaagdheid en combinatie van materialen ontstaat een beeld dat op allerlei niveaus gelezen kan worden, en dat ook iets zegt over de gelaagdheid van dat personage: soms is ze beestachtig, soms een kleuter, soms een tuttig dametje. Door die wiebelige hakjes ontstaat er een Fiep Westendorp-achtig profiel van een schaap met frêle pootjes. Zo heb je direct in het silhouet een schaap te pakken, zonder dat je een schaap gaat maken.’

Everaerts ontwerppraktijk is kortom een proefondervindelijk proces van testen en analyseren, van gaandeweg criteria bijstellen en keuzes maken. ‘Het is denken met je handen, eigenlijk, in plaats van met je hoofd. Gewoon uitproberen en het toeval toelaten. Gestuurd het toeval toelaten.’

Een dag later laat Everaert nog weten dat Clifford Portier en zij inmiddels alweer drie stappen verder zijn met Macbeth. Ze heeft een sterk vermoeden dat het gaat lukken: twee ontwerpers, twee stijlen, een nieuwe taal.

 

Macbeth door de Toneelmakerij en ICKamsterdam
6 t/m 30 oktober, tournee (première 9 oktober, Bellevue Amsterdam)
www.toneelmakerij.nl / www.ickamsterdam.nl

Het schaap Veronica door NTjong
20 oktober t/m 25 januari 2016, tournee (première 21 oktober, Koninklijke Schouwburg Den Haag)
www.ntjong.nl

Dossiers

Theatermaker oktober 2015