Henk van der Geest, lichtontwerper, inspirator, fotograaf, behoorde tot de eersten die het beroep van lichtontwerpen niet als technische kunde zagen, maar als conceptuele kunst.

Naast lichtontwerpen heeft Henk van der Geest zich altijd bekommerd om talentontwikkeling op zijn vakgebied. In Nederland bestond er geen opleiding lichtontwerpen op inhoudelijke en conceptuele basis. Hij vatte het idee op hiervoor een eigen instituut op te richten. In 2007 was dat gelukt. Henk heeft zijn Instituut Lichtontwerpen kunnen openen. Trots was hij op dit onafhankelijke instituut, waar vele talentvolle ontwerpers verdieping in hun vak hebben kunnen aanbrengen. Velen, in binnen- en buitenland, heeft hij geïnspireerd en bij elkaar gebracht.

Vooral in dit verband van talentontwikkeling – ikzelf was toen artistiek leider van de master scenografie in Groningen – hebben we veel samengewerkt. Talloze gesprekken en discussies hebben we gevoerd over de theatrale ruimte, over de ontwikkeling van ontwerpers die geleidelijk aan ook vaker makers werden, over vormgeving in al zijn dimensies.

Met enthousiasme vertelde hij over zijn inspiratiebronnen: zonsverduisteringen, de eclipsen in Madagascar, in de woestijn van Libië, op een bootje in Varanasi, India. Het noorderlicht op de Lofoten. Ik kreeg fantastische verslagen in woord en beeld.
Hij gaf regelmatig workshops voor mijn studenten, ik coachte af en toe zijn ‘coachies’.

Gedurende zijn hele carrière heeft Henk foto’s gemaakt, vrij werk. De laatste jaren durfde hij zich ook fotograaf te noemen.
Zijn afbeeldingen lijken vaak personages, theatraal belicht, maar dan met natuurlijk licht. Zijn beelden gaan over licht en schaduw, het zijn observaties die op het juiste, door hem bepaalde moment gevangen zijn. Je ziet dat dat de observaties zijn waaruit zijn theater-, museum- en architectuurwerk voortvloeiden.

Begin dit jaar kreeg hij het bericht dat hij ongeneeslijk ziek was, geen idee hoe lang hij nog te leven had. Met grote bewondering heb ik gezien dat hij van die korte tijd het allerbeste heeft gemaakt, en niet bij de pakken is gaan neerzitten ondanks de vaart waarmee zijn ziekte hem ging belemmeren. Hij bleef plannen maken.

Het grootste plan was om een expositie te realiseren van zijn fotowerk. Hij vroeg me om curator hiervan te zijn, maar zelf werkte hij er zo enthousiast aan – in de paar uur per dag dat hij energie had – dat het erop neer kwam dat ik over zijn schouder meekeek, hem hielp met selecteren en rubriceren van de foto’s en met de vormgeving van de expositie.

Op die expositie toonde hij twee ‘signature foto’s’, zoals collega-kunstenaar Niko van der Klugt opmerkte. Deze zijn gemaakt tijdens een reis naar de Lofoten. De een, de voorbode van de komst van het licht, zoals alleen de lichtontwerper die aanvoelt. De ander de inlossing ervan.

Zijn gave om mensen om zich heen te verzamelen, zorgde ervoor dat deze tentoonstelling in zeer korte tijd gerealiseerd kon worden. Zelfs bij de opbouw hiervan, hij kon nog maar moeizaam lopen, was hij er en bleef streng zorgen dat alles goed kwam te hangen. Ik vond het fijn dat hij me gevraagd had het openingswoord te doen, ik kon hem dan nog zelf toespreken in plaats van na zijn dood over hem.

Zijn fotografische werk blijkt het verlengde van zijn werk als lichtontwerper, zei ik toen. Hij maakt zichtbaar wat hij vindt dat zichtbaar moet worden en hij maakt de rest van de ruimte tot een geheim. Licht kan niet zonder donker of schaduw, het belichte kan niet zonder het geheim van het onzichtbare.

Een van zijn laatste opmerkingen was (typerend voor Henk): het licht gaat door.

Dossiers

Theaterjaarboek 2018/2019