Dat het theater veel publiek heeft verloren door de toegenomen vrijetijdsindustrie is voor theaterproducent Inge Bos een uitgemaakte zaak. Nieuw publiek vinden zou dan ook een opdracht moeten zijn voor iedereen die in het theater actief is, vindt Bos. Dit jaar zit ze 25 jaar in het vak. ‘Theater is te gek. Maar er is veel te weinig vernieuwend aanbod waarmee je publiek van dertigers en veertigers kunt aanspreken.’

Enkele jaren geleden waren veel theaters actief op zoek naar nieuw publiek. Inmiddels beseffen theaterdirecties dat het werven van nieuw publiek duur is en ligt de nadruk weer veel meer op bestaand publiek verleiden tot meer bezoek. ‘Dat klopt, maar dat is geen oplossing natuurlijk. Dat bestaande publiek is ouder. De aanwas van jong publiek is een noodzaak. Voor iedereen.’

Bos doet daar haar best voor. ‘Ik hou van vernieuwing, andere vormen ontwikkelen, nieuw publiek zoeken. Mijn adagium is nog steeds: niets is onmogelijk.’ Producent Inge Bos zit 25 jaar in het vak en haar enthousiasme wordt bepaald niet minder. De laatste jaren bedacht ze veel stoere plannen en gaat daar onverdroten mee door. Behalve De Verleiders initieerde Bos meerdere spraakmakende producties zoals de musicals over de Hema, Onder de groene hemel, gebaseerd op het repertoire van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh, Chez Brood en Watskeburt?!. Stuk voor stuk gewaagde producties. Opvallend daarbij is de ogenschijnlijke marketingspagaat. Je zou denken dat liefhebbers van Boudewijn de Groot niet geïnteresseerd zijn in musical en dat musicalliefhebbers niet dol zijn op Boudewijn de Groot. Hetzelfde geldt voor Brood en Watskeburt?! wat overigens wel door de Jeugd van Tegenwoordig werd ondersteund. Bos haalt haar schouders op. ‘Ik geloof in het maken van werk dat onderscheidend is. Als er in een seizoen veertien boekbewerkingen in de theaters te zien zijn, concurreren die natuurlijk met elkaar. Daarnaast vind ik het nu eenmaal leuk om nieuwe dingen op te zetten. De marketing is niet simpel, zeker niet als je nieuw publiek wilt bereiken. Een lange aanloop nemen om het merk te laden en veel goede filmpjes op social media zijn de belangrijkste succesfactoren. Ons filmpje van de eerste Verleiders-voorstelling geldt inmiddels als een klassieker. Dat is zo goed gedaan.’ Voor Watskeburt?! waren voor de zomer nauwelijks kaarten verkocht. Maar Bos had een plan. Inspeelvoorstellingen op de Parade. Uiterst nuttig om te zien wat wel en niet werkt en natuurlijk handig om publieksreacties te peilen. Het levert mond-op-mond reclame op en genereert vraag. De voorstellingen op de Parade werden gebracht onder de noemer Deleted Scenes. Iedere geoefende theaterganger snapt dat dit onzin is, maar het werkte wel. ‘Vlak voor de Parade, lanceerden we het eerste filmpje op de Facebookpagina van De Jeugd van Tegenwoordig. Toen trok de kaartverkoop aan. Uiteindelijk is het goed gekomen. Het had beter gekund, maar het was genoeg.’ Heeft de producent daarmee na De Verleiders wederom nieuw publiek naar de theaters gebracht? Bos lacht bescheiden. ‘Grotendeels wel, bleek na onderzoek.’

Geen winstpakker

Bos roemt haar team op kantoor. ‘We bedenken veelal in gezamenlijkheid hoe we de marketing gaan aanpakken. Daarnaast hebben we een denktank van ruim twintig programmeurs en marketeers van theaters. Die komen twee keer per jaar bijeen en dan laten we previews zien van producties in een zaaltje in ons kantoorpand. Dat is goed voor de afname, maar ook voor de marketing. Voor grote voorstellingen heb je 40 procent zaalbezetting nodig om op nul uit te komen. De meeste komen daar wel aan, regelmatig halen we 60 procent, maar ook wel eens 80. Er gaat steeds meer geld naar marketing. Soms een halve, soms bijna een hele ton.’

Ter vergelijking: bij grote toneelgezelschappen ligt dat bedrag rond de 30 duizend euro. Bos hoopt voor Marvellous nog op een fiks bedrag uit het Blockbusterfonds. Dat fonds, opgericht door Joop van den Ende met het Prins Bernhard Cultuurfonds, VSB Fonds en de BankGiro Loterij, verstrekt een lening of een garantiebijdrage. ‘Ik heb daar eerder veel profijt van gehad en heb dat ook fluitend terugbetaald. Geweldig systeem.’

Bos blijft overigens ook van kleine voorstellingen houden. ‘Ik sprak een paar jaar geleden met Sanne Vogel die vertelde over de jongens uit Syrië die ze in huis had genomen. Ik riep direct: “Dat is een voorstelling.” Zoiets vind ik tof om te doen, maar het is natuurlijk geen winstpakker.’

Risico’s

Hoe vind je als vrije producent een goede balans tussen wat je graag wilt maken en voldoende opbrengsten? ‘Daarop is geen eenduidig antwoord. Een goed idee is voorwaarde. Je moet onderscheidend zijn, maar dat lukt natuurlijk niet altijd. Wij brengen ook boekbewerkingen. We waren zelfs met Figuranten van Arnon Grunberg ooit de eerste dacht ik. Maar vooral: je moet ergens in geloven. En lef hebben. De Verleiders heb ik doorgedrukt omdat ik het zag zitten. Maar zo werkt het niet altijd. Ik was twee jaar geleden bezig met de opzet van een project Komisch college. Inhoudelijk liep het moeizaam en ik begreep dat het ook lastig zou worden om voldoende publiek te krijgen. Dus zijn we gestopt. Dat is niet leuk, maar hoort erbij.’ Intussen is Bos druk met een nieuwe musical, Marvellous, een ode aan het superheldengenre. Op de website staat: ‘Alles uit de films brengen we naar het theater: vliegen, vlammen, ijs en explosies. Dat kan natuurlijk niet, maar we doen het toch!’ Bos: ‘Het is een grotere gok dan Watskeburt?!, want daarbij konden we leunen op de naam en de medewerking van De Jeugd van Tegenwoordig. We hebben voor Marvellous gelukkig wel de Dutch Comic Con, een grote club stripliefhebbers en de fans van Marvel films. En er is een goed creatief team met Daan Windhorst en Lucas de Waard als schrijvers, samen met Peter van de Witte die ook Watskeburt?! regisseerde. Metro, de gratis krant, is een fijne samenwerkingspartner. We openen met drie dagen in de Meervaart. Ook nu hebben we weer try-outs gedaan op de Parade.’

Bos Theaterproducties is vergeleken met andere musicalproducenten een kleine speler. Maar de kosten voor dit soort voorstellingen belopen toch al gauw een bedrag van 750 duizend euro. Best een riskante onderneming dus, ook al weet Bos zich vaak wel verzekerd van afname door voldoende theaters. ‘Risico kun je enigszins afdekken, maar nooit helemaal natuurlijk. We proberen dat wel te spreiden en hebben daarom drie bv’s, eentje voor hele grote producties, eentje voor de andere voorstellingen en eentje voor het kantoor.’ Deze constructie ontstond nadat jaren geleden een boekhouder er met een flinke som geld vandoor ging. ‘Dat waren onder meer gages van artiesten. Ik heb er zeven jaar over gedaan om dat te kunnen terugbetalen.’

Tent op het Museumplein

Bos doet met haar grotere producties verwoede pogingen om minstens twee speelbeurten per theater te boeken. Met Marvellous lukte dat niet, maar met de muzikale komedie Single camping wel. ‘Daar heb ik hoge verwachtingen van. We hebben een gave cast met Tjitske Reidinga, Ilse Warringa en Elise Schaap; die laatste is een van onze beste actrices, maar dat weet bijna niemand. En ja, het succes van de televisieserie Luizenmoeder was een cadeautje. Voor seizoen 2019/20 maken we Les liasons Dangereuses met Tjitske en Mark Rietman. Op voorspraak van Tjitske hebben we de jonge Nina Spijkers aangetrokken die nu Hadewych Minis regisseert.’

Het plan voor het eigen theater voor De Verleiders in Amsterdam is niet gelukt.‘Ons stond het Huis van de Verandering voor ogen. We hebben er van alles aan gedaan, maar toen we de locatie eenmaal hadden, bleek de plek maar vier jaar bruikbaar te zijn. Dat zou alleen maar rendabel kunnen worden als we het heel commercieel zouden aanpakken en daar hadden we geen zin in. Ik heb er wel interessante contacten aan over gehouden voor het snel en goedkoop bouwen van pop-up theaters. We denken we er nu over om producties op te zetten in een tent op het Museumplein.’ Dat klinkt ambitieus. ‘Het zal best ingewikkeld zijn maar we kunnen het proberen.’

Is het einde van het tourneetheater dan nu toch echt nabij? ‘Dat geluid horen we al sinds Soldaat van Oranje, maar ik denk wel dat het klopt. Misschien nog vijf jaar? Je ziet dat speellijsten nog steeds korter worden. Met een productie zeventig keer in en uit een theater gaan, is niet meer van deze tijd. Dat kan alleen met drie acteurs en een boedelbak. Theaters groeien zo weinig mee met hun tijd. Waarom moeten we nog altijd om kwart over acht beginnen? Dat kan soms toch ook wel eens om vier uur ‘s middags? De meeste theaters zijn nog steeds dicht in de zomer. Ik snap dat niet. Wij proberen steeds langer door te spelen. We hebben nu al twee keer Het Verleidersfestival gedaan in Utrecht. In de zomermaanden. Met Selma Ann Louis speelden we door tot eind juli, dat lukte ook. Natuurlijk concurreer je dan met het terras, maar je moet durven.’

Het schouwburgencircuit heeft na 25 jaar voor haar geen geheimen meer. ‘Er zijn maar veertig theaters die het goed doen en dan ben ik nog optimistisch.’ En die andere honderd? ‘Ik denk dat ze het moeilijk gaan krijgen als ze niet op zoek gaan naar jong publiek of anderszins vernieuwen. Er zijn nog steeds theaters waar je geen affiches mag ophangen van de architect.’

foto Joris van Bennekom

Dossiers

Theatermaker september 2018