Op 13 juni overleed Doro Siepel. Als directeur van Theater Zuidplein was ze een groot voorvechter van meer diversiteit in het theater. Zuidplein werd onder haar bezielende leiding een ‘volkstheater voor alle Rotterdammers van nu’.

Door Joke Beeckmans, foto Hans Hordijk

‘Een van de meest relevante én noodzakelijke voorstellingen van dit moment,’ werd het in 2014 genoemd op Theaterkrant: De Hijabi Monologen. Vijf jonge actrices vertelden daarin een reeks persoonlijke verhalen van een aantal Nederlandse moslima’s die een hijab (hoofddoek) dragen. Ze zaten intiem samen met het publiek op gekleurde kussentjes op het toneel. Die waren middag na middag bezet, voornamelijk met vrouwen met hoofddoek.

Het concept toerde onder de naam Hijabi Monoloques al enkele jaren door de Verenigde Staten, Indonesië en Europa. Stage-Z, het huisgezelschap van Theater Zuidplein, gaf de Rotterdamse theatermaker Rajae El Mouhandiz de gelegenheid om de monologen voor het eerst in Nederland te regisseren.

De monologen zijn een mooi voorbeeld van wat Henriëtte Post, directeur van het Fonds Podiumkunsten, tijdens de uitvaart de ‘Doro Siepel-aanpak’ noemde. Siepel wilde dat theatermakers de dialoog aangingen met nieuwe doelgroepen en zich echt verdiepten in hun waarden, uitdagingen en taal. Ze hamerde op de term ‘cocreatie’ en verzette zich hevig tegen de idee van de Autonome Kunstenaar. ‘Werk in opdracht’ was allesbehalve een vies woord.

Dat de monologen hoofdzakelijk door moslima bezocht werden, was geen punt. ‘Een voorstelling voor iedereen, daar geloof ik niet in,’ vertelde ze in 2012 in een interview in Theatermaker. ‘Ik denk altijd in doelgroepen.’ Toen ze in 2006 artistiek directeur werd van Theater Zuidplein – na (adjunct-)directeursfuncties bij Schouwburg De Meerse in Hoofddorp en Theater Junusshoff in Wageningen – ging Siepel dan ook allereerst kijken wat voor mensen daar in de buurt woonden. ‘Ik zag meteen dat de grootste doelgroep bestaat uit mensen met een opleiding tot en met mbo-niveau, de gewone Rotterdammers,’ vertelde ze aan Theatermaker.

Siepel besloot het roer radicaal om te gooien. De standaardtheaterprogrammering ging eruit, ze trok een meer kleurrijke staf aan en ze doopte het theater om tot ‘volkstheater voor alle Rotterdammers van nu’. Youp van ’t Hek kwam er niet meer in. Die had in het theater immers nooit volle zalen getrokken, ‘ook al werkten de marketingmedewerkers zich tien slagen in de rondte. Onze doelgroepen hebben helemaal niets met een man die in Amsterdam woont en er een heel andere kijk op de samenleving op nahoudt dan zij.’

Het vinden van nieuwe voorstellingen voor wat Siepel zelf haar ‘nieuwe publiek’ noemde was echter moeilijk. Voor impresariaten was het niet interessant om aanbod voor kleine doelgroepen te ontwikkelen. De theaterdirecteur besloot daarop zelf maar programmering te ontwikkelen, vanaf 2014 onder de naam van het eigen productiehuis Stage-Z. Het theater maakte voorstellingen over tienerzwangerschappen voor Antilliaanse meisjes, Turkse voorstellingen met langere pauzes en feestelijke Surinaamse theateravonden met veel eten. De markgerichte aanpak wierp zijn vruchten af. Er kwamen een kwart meer bezoekers tussen 2006 en 2011.

Het laatste jaar werkte Siepel samen met een aantal Rotterdamse instellingen nog intensief aan Lab-Z, een leer- en werklijn voor talenten voor wie theater niet vanzelfsprekend is. In Siepels aanpak ‘kunnen we niet vroeg genoeg beginnen met het opsporen van talenten en zien we hun culturele achtergrond juist als waardevolle bagage, als een bron, en zeker niet als een obstakel,’ zei Post tijdens de herdenkingsdienst.

Dat Stiepel in korte tijd zoveel voor elkaar kreeg, moet te maken hebben met haar tomeloze inzet. ‘Haar plannen waren geen baan, maar een levensfilosofie. Die laat je niet achter als je naar huis gaat,’ zegt Wilma Franchimon, die als bestuurder van Codarts veel met haar samenwerkte.

‘Ze was voor een belangrijk deel haar werk,’ zegt ook Post. ‘Niet omdat ze daardoor hoopte hoger op wat voor ladder dan ook te komen, maar omdat ze met een onverwoestbaar optimisme geloofde in een betere wereld.’ Haar karakter werkte ook mee. ‘Ze was één brok aimabele energie,’ herinnert Franchimon zich. ‘Het was zo echt wat ze allemaal deed. Je zat meteen in haar ban. Tegen Doro zei je geen nee.’ Ook door haar uitgesproken verschijning – grote vrouw met bonte kapsels, met bijpassende kleurrijke jurken, hoedjes, ringen en lippenstift – was er vaak geen ontkomen aan. ‘Ze was een echte persoonlijkheid,’ aldus Post. ‘Als zij de kamer binnenkwam, wist je dat ze de kamer binnenkwam.’

Voor haar bijdrage aan het culturele klimaat in Rotterdam kreeg Siepel in mei dit jaar nog de Cultuurpenning uit handen van burgemeester Aboutaleb. De uitreiking vond vervroegd plaats in huiselijke kring, omdat ze aan een agressieve vorm van kanker leed. Doro Siepel overleed op 13 juni, op 58-jarige leeftijd.

Dossiers

Diversiteit
Theatermaker september 2016