Tentenbouwer Hans Brandwacht was de man die De Parade zijn karakteristieke uiterlijk gaf. De Amersfoortse creatieveling was al diep in de jaren tachtig actief als decorbouwer. Met compagnon Jappie Meijer zette hij Brandwacht & Meijer op, waarmee hij decors maakte voor televisie en theater, onder meer een groot, draaiend decor voor een grote productie van Peter Pan. Meijer kocht al eens een partij oude kermistenten die ze verbouwden tot mobiele theatertjes.

Door Wijbrand Schaap, foto Rob Acket

Op de kunstacademie in Amersfoort was Brandwacht al in de jaren zeventig bevriend geraakt met Terts Brinkhoff. Vanaf het begin werkten ze samen aan de droom van een reizend theaterfestival: eerst Traktor Toernee, later Boulevard of Broken Dreams, en ten slotte De Parade. Met zijn creatief en technisch vernuft en een flinke scheut nostalgische esthetiek gaf Brandwacht De Parade zijn specifieke look and feel.

Brandwacht vertrok (in volle harmonie) bij Brandwacht & Meijer toen het te groot werd. Hij richtte met compagnons Ernst Sluimer en Pieter Wantenaar de Firma Brandwacht op, die zich uiteindelijk vestigde in Soest. Ook hier maakte hij decors, onder andere voor TMF en de Ko de Boswachtershow, maar allengs concentreerde hij zich op de tentenbouw. Met de bloei van de festivals werden de klanten groter en diverser – Brandwachts tenten zijn tegenwoordig de hele zomer te zien, van Oerol en Lowlands tot Down The Rabbit Hole. De grootste tenten, zoals pronkstuk The Barn, zijn inmiddels eerder mobiele gebouwen dan circustenten.

Bij De Parade had Brandwacht de rol van praktisch denker, naast ideeënman Brinkhoff. Hij vertaalde Brinkhoffs visioenen naar haalbare ontwerpen en wist daarmee iedereen te enthousiasmeren.
Toen Brinkhoff zich terugtrok uit de dagelijkse leiding van De Parade bleef Brandwacht nauw betrokken bij het festival. Hij wilde, samen met Brinckhoff, die vanaf de zijlijn alles in de gaten hield, het concept blijven bewaken.

Vriend en collega Gerard Mascini: ‘Hij vond het heel belangrijk om ervoor te zorgen dat nieuwe makers niet opeens met zo’n witte partytent op het terrein zouden verschijnen. De oorspronkelijke sfeer moest koste wat kost beschermd worden. Als een van die oude kermistenten te klein bleek voor wat ze erin wilden laten zien, bouwde hij er een stuk aan, helemaal in de stijl van de oorspronkelijke tent.’

Volgens Mascini was Brandwacht een meester in het onderhandelen met de controlerende instanties. ‘Dat was heel vaak nodig ook. De brandweer en de mensen van de vergunningen snappen vaak niet zo snel dat De Parade werkt zoals die werkt. Die tenten zien er misschien wel sjofel uit, maar ze zijn oersterk. Dat is soms lastig om uit te leggen, maar Hans kon dat goed. Op Oerol stond bijvoorbeeld eens een voorstelling in een tent midden op het strand. Van de instanties mochten er geen mensen in bij harde wind, terwijl Hans wist dat die tenten bestand zijn tegen windkracht tien. Er is ook nog nooit iets misgegaan met een van zijn tenten.’

Brandwacht had een levenslange fascinatie voor bussen. Hij woonde tijdens De Parade in een omgebouwde schoolbus en later bouwde hij zelf een volledig uitgeruste 4×4-terreincamper om self-supporting de wereld over te reizen.

Mascini: ‘Het belangrijkste wat ik van hem geleerd heb, is dat hij ontzettend kon genieten van De Parade. Ik ben zelf een enorme controlfreak. Ik vergeet soms wel eens te genieten. Dan denk ik aan hem, en dan snap ik: soms moet je even stoppen, aan een tafel gaan zitten, wijntje erbij, naar voorstellingen gaan en gewoon genieten. Dat hoort bij het leven op De Parade.’

Hans Brandwacht overleed in december 2015 aan kanker. Met een indrukwekkende stoet van oude campers en bussen werd hij naar zijn laatste rustplaats in Bilthoven gebracht.

Dossiers

Theatermaker februari 2016