1786
Wij zijn voorneemens deeze lijst jaarlijks te vervolgen, en daarin tot de alleroudste stukken opteklimmen: op onze eerste lijst zullen wij alleenlijk aantekenen, eenige Spellen die gemeenlijk nog jaarlijks gegeeven worden; en ten dienste van diegeenen van Onze Leezers, welken min ervaaren zijn, de stukken, welken eene algemeene: toejuiching verwerven, meteen sterretje tekenen.
[redactie in Eerste lijst van Tooneelspellen, welken op het Amsteldamsche Nederduitsche Tooneel vertoond worden, Schouwburgs Almanach Voor Den Jaare MDCCLXXXVI]

Vacantien voor de Edele hove van Holland
Het Luiden van de Poortklokken
Schouwburgs Anecdoten
[inhoudsopgave Algemeene Amsterdamsche schouwburgs almanach voor ’t jaar 1793]

1806
By de uitgave van dezen Tooneel-Almanach, die nu reeds twee agtereenvolgende jaaren, door onze landgenooten met goedkeuring ontfangen is; hebben wy het genoegen te kunnen melden, dat het goede debiet in den voorleden jaare, ons heeft aangespoord denzelven niet alleen vollediger, maar ook nuttiger te maken; en dat wy hierin, zo veel ons mogelyk is geweest, volkomen geslaagd zyn. Ons oogmerk zynde, dit jaarboekje van jaar

tot jaar belangryker te doen worden, zo verzoeken wy by dezen, alle Directeurs of Acteurs van byzondere Tooneelgezelschappen, ja elk’ tooneelminnaar, om ons met eenige berichten, byzonderheden, anekdotes &c. hun tooneel, of eenig tooneel onzer Republiek betreffende te begunstigen, en aan den uitgever dezes jaars, te zenden. Wy betuigen onzen hartelyken dank, zo voor de z’n gezondene, als op ons verzoek gegevene informatiën en verzoeken vrindelyk, ons verder daarmede te verëren.
[Voorbericht in Volledige tooneel-almanach der Bataafsche Republiek voor den jaare 1806]

Keizerlijke Paardenposterij
Staat van de dilligences van Amsterdam op Parijs
Staat van de Franschen Schouwburg
[inhoudsopgave Dramatisch Nieuwjaargeschenk of Tooneel Almanak voor den Hollandschen Departementen schrikkeljaar 1812]

1843
Wij onthouden ons, alles op te noemen, wat voor onze onderneming geschikt is, of geschikt worden kan, dewijl deze Toneel-Almanak, sedert korten tijd ontworpen, nog ver af is van die volkomenheid, welke wij een volgend jaar daarin wenschen ten toon te spreiden.
[Aan de Beschermers en Voorstanders van het Schouwtoneel in Tooneelalmanak voor het jaar 1843]

1875
Wat toch onderscheidt zulk een jaarboekje van de genoemde drukwerken? Dat een almanak, althans zeker eene serie van almanakken, eene handleiding levert tot de tooneelgeschiedenis van het verleden, het heden en de toekomst, waardoor hij eene blijvende waarde behoudt, ook dàn, als hij niet meer circuleert.
[inleiding door de redactie Noord- en Zuid-Nederlandsche Tooneel-almanak voor 1875]

1910
Het denkbeeld is niet nieuw, ook niet in Holland, want hoewel men een zekere leeftijd bereikt moet hebben, om onzen Voorganger in vollen bloei te hebben gekend, toch zetten wij hier gedeeltelijk, zij het ook aangepast aan meer moderne eischen, het streven voort, dat de inmiddels geëxspireerde Noord- en Zuid-Nederlandsche Tooneelalmanak in 1874 het aanzijn gaf.

In een jaarboek vast te leggen de verschillende gegevens, die een latere reconstructie van het toen gepraesenteerde mogelijk maken, en die op die wijze een doorloopende bijdrage tot de geschiedenis van ons tooneel leveren, is de hoofdgedachte, die aan deze uitgave ten grondslag ligt.

De verschillende officieele gegevens, hierin vervat, vormen het objectieve materiaal voor den toekomstigen chroniquer, terwijl het litteraire meer de afspiegeling is van de verschillende stroomingen, beoordelingen en opvattingen die den tijd kenmerken.

Onze geachte medewerkers en wij vragen niets liever dan deze publicatie voort te kunnen zetten.
[inleiding door Frank Luns, Dramatisch jaarboek 1910]

Inhoud der verschillende bij de vaste Gezelschappen voor de eerste maal gespeelde stukken p. 95
In Memoriam p. 453
Adreslijst van actrices en acteurs p. 483
[inhoudsopgave van Dramatisch Jaarboek 1911]

1936
In ons land komen en gaan regisseurs. Kunt U van deze menschen vergen, dat zij alle voorstellingen ZIEN of dat zij alle artisten ZOO kennen. Velen van U zijn tijdelijk engagementsloos, velen van U spelen in Purmerend als HIJ in Amsterdam een voorstelling bij woont… maar hij ziet U: als hij rustig het boek doorbladert…. HIJ ZIET DAN DE GROOTEN EN DE KLEINEN. Vergeet verder het spreekwoord niet: AANZIEN DOET GEDENKEN.
[L.S. van de uitgever A. Leo Bonefang in Nefito 1936, Nederlandsche Film en Tooneelalmanak]

1951
Vandaar dit Nederlands Theater Jaarboek… Het eerste van wat naar wij hopen een hele reeks van Jaarboeken worden zal. Een reeks die, behalve een band met de toeschouwer, ook een overzichtelijk beeld van de stand van ons toneel in onze tijd zal vormen. Het spreekt vanzelf, dat in het boek niet naar volledigheid is gestreefd: voor alle 70 voorstellingen was binnen het kader, waarin ook Opera en Ballet een plaats gevonden hebben, geen ruimte.
[inleiding door Luisa Treves, Jaarboek No. 1, seizoen 1951-1952]

1968
Het Nederlandse Theater Jaarboek, dat reeds twee jaargangen geleden met enige bezorgdheid van een zekere teruggang van het theaterbezoek gewaagde, wil niet voorbij gaan aan een bepaalde teneur, o.a. aan de dag getreden tijdens het Holland Festival bij een concert van Stockhausen, om door beïnvloeding via ordeverstoring het bezoeken van schouwburgen en concertzalen te ontmoedigen. Wij menen, dat de nederlandse democratische instellingen sterk genoeg zijn, om deze bedreigingen het hoofd te bieden.
[inleiding door Luisa Treves in Theaterjaarboek nr. 18, seizoen 1968-1969]

 Tableaux des troupes seizoen 1970-1971 p. 44
Televisiedrama seizoen 1970-1971 p. 101
33 1/3 vinylsingle Kant 1: Mooi weer vandaag Kant 2: Kees de Jongen
[uit de inhoudsopgave Theater Jaarboek nr. 20 seizoen 1970-1971]

1976
Met haar pionierswerk heeft Luisa Treves een bijdrage geleverd aan de vastlegging van de hedendaagse theatergeschiedenis, gevat in vele theaterjaarboeken, later aangevuld met overzichten van het Nederlandse televisiedrama. Haar doortastende graaf- en spitwerk heeft ervoor gezorgd dat de serie boeken vooral als visuele documenten tot op de dag van vandaag hun waarde hebben behouden. Zonder aan dit uitgangspunt te tornen, zijn opzet en redactie van het theater- en televisiejaarboek in deze 26ste uitgave verruimd… Belangrijkste doel is niet meer alleen een (van inleidingen voorzien) fotografisch naslagwerk, maar een boek dat ook in beeld en woord ingaat op een aantal inhoudelijke aspecten van het theater en ook het televisiedrama van het samengevatte seizoen.
[Nieuwe start door redactie in Nederlands Theater- en Televisiejaarboek]

1979
Het grote alomvattende overzicht van één verslaggever aan het begin van het boek ­– althans wat het theatergedeelte betreft – is ditmaal achterwege gebleven. Het aanbod van één theaterseizoen is zo veelkantig geworden, dat het zich niet in één verslag van beperkte lengte laat duwen.
[Documentair overzicht door redactie in Nederlands Theater- en Televisiejaarboek 1978-1979]

Kroniek p. 4
Enquête p. 25
Adreslijst groep en producenten p. 100
[uit de inhoudsopgave Het Nederlands Theaterboek 1984-1985 in Toneel Teatraal jaargang 106, september 1985]

1989
De dadendrang van de theatermaker is de laatste jaren toegenomen. Het afgelopen seizoen groeide het aantal produkties opnieuw. Die toename heeft de huidige opzet van het Theaterboek bepaald. Om het seizoensaanbod zo goed mogelijk te kunnen documenteren moest het redactionele gedeelte slinken. Het accent ligt nu op het documentaire gedeelte, dat bedoeld is als een telefoonboek waarin informatie over het afgelopen seizoen snel en efficiënt is te achterhalen.
[Ten geleide, Toneel Teatraal jaargang 110, oktober 1989, nr. 8]

1990
Door de jaren heen is dit een simpele gewaardeerde en doeltreffende formule gebleken. Tijdens de samenstelling van deze editie is echter gebleken dat daarover toch misschien misverstanden kunnen ontstaan. Het bestuur en de directie van het Nederlands Instituut voor de Dans, uitgever van het Jaarboek, hebben zich niet kunnen vinden in de plaatsing van een van de geplande bijdragen. Pieter Kottman en Eva van Schaik schreven ‘De erfzonde van een aartsengel’, een artikel dat zich niet naar zijn aard leende voor plaatsing in het naslagwerk dat het Dansjaarboek is. Met de kritische toonzetting van het aan Rudi van Dantzig gewijde retrospectief had dat niet te maken; wèl met het gebrek aan mogelijkheden om, anders dan in de editie één jaar later ruimte voor een weerwoord te verschaffen. De beslissing om het artikel niet te plaatsen bleef niet zonder consequenties. Refererend aan persvrijheid trokken ook de andere auteurs hun bijdragen aan het Dansjaarboek in.
[Ten geleide, Dansjaarboek 1989-1990]

1992
De lay-out van het redactionele gedeelte van dit Dansjaarboek volgt nauwkeurig de structuur van de tekst. Bijna als vanzelf ontstaat dan een ritme, een beweging: een choreografie van woorden, zinnen, alinea’s en perikopen.
[inleiding door Melle Hamer, Ariejan Korteweg, Karin Schaafsma in Dansjaarboek 1991-1992]

Aanvullingen seizoen 1996-1997 p. 232
Afgestudeerden p. 310
Adressen castingbureaus p. 399
[uit de inhoudsopgave Nederlands Theaterjaarboek 1997-1998]

2003
In het kader van de voortdurende bezinning op de toekomst van het Nederlands Theaterjaarboek heeft de redactie dit jaar contact gezocht met de medewerkers van theaterwebsite Moose… Opvallend was dat de medewerkers van Moose een grote liefde koesteren voor het gedrukte boek. Onze vraag of het niet voldoende is dat alle gegevens van het Theaterjaarboek in de toekomst alléén op het internet komen te staan werd met een resoluut neen beantwoord. Een boek om vast te houden, gegevens na te slaan, maar ook om al bladerend het seizoen nog eens te beleven, daar had men beslist behoefte aan.
[voorwoord door Kees Vuyk, Nederlands Theaterjaarboek 2003-2004]

2011
Omzien in verbijstering
[titel redactioneel van Henk Scholten en Constant Meijers TM/TIN Terugblikken Theaterseizoen 2010-2011]

Dossiers

Theaterjaarboek 2016