1872

Het vinden van een directeur, die dat gezelschap leiden, de stukken kiezen, de studie regelen, de ziel der onderneming zijn zou, is het moeilijkst van al.
(R. in Het Nederlandsch Tooneel, jrg. 1, nr. 1)

1907

L’INDÉPENDANCE D’UN DIRECTEUR.
Dépendant du public, dépendant des acteurs;
Dépendant du Pouvoir, des Journaux, des Censeurs,
Dépendant du souffleur, dépendant des choristes;
Dépendant du coiffeur, même des machinistes,
Dépendant du soleil, de la pluie et du vent;
Qu’on me cite quelqu’un de moins indépendant!
(H.L. Berckenhoff citeert een Frans rijmpje in Het Tooneel, jrg. 36, nr. 6)

1914

De directeur heeft wegens hoogen leeftijd ontslag gevraagd. Het is niet zoo gemakkelijk een opvolger te vinden.
(C. A. Vaillant in Het Tooneel, jrg. 43, nr. 11)

1948

Cor v. d. Lugt Meltsert is vijftig jaar aan het toneel verbonden, waarvan het grootste gedeelte als directeur. Jubilea heeft hij steeds geschuwd. Des te meer is het nodig, op deze wijze dit feit onder de aandacht te brengen.
(Uit de rubriek ‘Van Overal’ in Toneelschild jrg.3, nr. 3)

1958

Meyerholds openhartigheid en gebrek aan tact waren berucht. Hij moest er met zijn leven voor betalen. Alexander Tairow, de directeur van het nu niet meer bestaande Kamerny Theater, raakte eveneens in ongenade, hoewel hij een natuurlijk dood stierf in zijn eenzame afzondering. Zijn schouwburg die herdoopt werd in Toemaniw Theater, heeft zijn glans verloren.
(Ossia Trilling beschrijft de veranderingen in Rusland in Het Toneel, jrg. 79, nr. 5)

1960

Wordt een toneelleider gedwongen de waarheid te dienen, dan zal hij antwoord moeten geven op de vraag: welke waarheid? En dat antwoord wordt weer bepaald door de bovengenoemde factoren: eigen innerlijke historie, eigen persoonlijkheid, levensinzicht, levenshouding, verhouding tot zichzelf, de mensen, de maatschappij, God.
(A. Defresne in Het Toneel, jrg. 81, nr. 5.)

1970

Je kunt rustig zeggen, dat bij verscheidenen onder hen de angst om in enig organisatorisch verband op een al te spontane uitspraak te worden betrapt voortdurend manifest is. Toneelleiders zijn tegenwoordig vaak managers, die van vergadering naar vergadering leven, dan kunstenaars, bij wie men nog enige bewogenheid of bevlogenheid aantreft.
(Karel van Muijden in het toneel teatraal, jrg. 91, nr. 1)

1987

Er is begin januari geen groter contrast denkbaar dan dat tussen Jurriëns, in de poolkou van de Canadese winter bij het balletgezelschap van Winnipeg, en een aantal van zijn voormalige collega’s als balletmeester Reuven Voremberg en adjunct-zakelijk leider Dick Hendriks, die vakantie vieren op de Canarische eilanden.
(Erik Beenker over de opvolging van Van Dantzig bij het Nationaal Ballet in Notes, jg. 2, nr. 2)

1989

(…) maar het Veemtheater is weer open en als het aan Jeannette Smit ligt, dan blijft het ook open. ‘Dit moet een plek worden waarvan iedereen weet: daar gebeurt ontzettend veel op het gebied van mime. Daar zitten goede mensen, het is een prachtige zaal en alles is er mogelijk.’ Jeannette Smit, van oorsprong dwarsfluitiste, loopt al vijf jaar in het Veem rond.
(Lis van der Kleij spreekt Smit in Notes, jrg. 4 nr. 12)

1995

‘En voilà ik was directeur.’
(Franz Marijnen geïnterviewd door Johan Thielemans over zijn aanstelling bij de KVS in Toneel Theatraal, jrg. 116, nr. 1)

2003

‘Waarom verlaat je Cosmic?’
‘Ik verlaat Cosmic natuurlijk niet echt.’
(Scheidend directeur John Leerdam geïnterviewd door Willemijn Lamp in TM, jrg. 7, nr. 1)

2016

‘Heel die directiefunctie knaagt aan dat kunstenaarschap.’
(Thibaut Delpeut in gesprek met Bo Tarenskeen in Theatermaker, jrg. 137, nr. 5)

2021

‘Nee, geen directeur, geen organisator, bovendien kan ik niet rekenen. Ik ben een maker. Heb jij hier iets aan? Of is het allemaal lulkoek?’
(Mette Bouhuis in gesprek met Anne Maike Mertens in Theaterkrant Magazine, jrg. 142, nr. 1)

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2021