1872
Inmiddels moet de belangstelling in het Nederlandsch tooneel worden levendig gehouden. Ons tijdschrift (…) heeft zich tot taak gesteld zoowel door de behandeling van onderwerpen rechtstreeks op de werkkring van het verbond betrekking hebbende als door die vragenstukken van meer algemeen belang, zoowel door de kroniek der tooneelliteratuur als door de critiek van dramatische werken, al wat voor het toneel nuttig en belangrijk zijn kan met zijne lezers te bespreken. Daarenboven zal het, waar de ruimte dit toelaat, oorspronkelijke tooneelstukken uit den vreemde, die het geschikt oordeelt op ons toneel te worden opgevoerd, bespreken en zoodoende trachten mee te werken tot het vormen van een degelijk repertoire.
(Redactioneel jaargang 1, nummer 1)

1897
Indien allen het wel menen, zal het wel gaan.
(Redactioneel jaargang 1, nummer 5, naar aanleiding van het samengaan met Vlaamse uitgave.)

1973
Het Theater leeft! Al beweren vele pessimisten dat het dood is. Dat deze zwartkijkers liegen dat het gedrukt staat bewijst Mickery Mouth/Toneel Theatraal waarin u zo volledig mogelijk over het nieuwerwetse theater gebeuren wordt geïnformeerd.

Nieuwe stromingen, opvattingen en werkwijzen, nieuwe rages in puur amusementstoneel naast pogingen om tot maatschappelijk relevant theater te komen.

Er is geen Theaterblad dat u zo volledig op de hoogte houdt.

(annonce Mickery Mouth & Toneel Theatraal)

1974
TB: Je zei net, dat je dat nieuwe vroeger machtig interessant vond. Ik zie je nog steeds bij elk nieuw gezelschap, elke nieuwe eksperimentele voorstelling.
EdH: Ik vind het nog steeds machtig interessant. Maar voor jullie is al dat nieuwe vanzelfsprekend. Het zijn de uitingen van jullie generatie. Voor mij blijft het vreemd. Dat is ook mijn motief om op te stappen als redaktielid.
TB: Maar je  blijft het nieuwe volgen?
EdH: Natuurlijk.
(Tom Blokdijk in gesprek met scheidend redacteur Elsa den Hartog)

1982
Iets heel anders is, waarom oudere acteurs en actrices zo verzorgd, afgewogen en geprononceerd spelen en spreken. (…) Dit verschijnsel ligt nl. deels aan maatschappelijk bepaalde gedragsverschuivingen in onze eeuw: oudere acteurs hebben de emancipatie van hun beroep naar de nette burgerij nog meegemaakt en ze blijven dat demonstreren in een tijd dat zelfs de ministers populistisch zijn, of althans doen. Voor een ander deel komt het door verschuivingen in theaterconventies die door de techniek bepaald worden, door de intimiteit van de film, de televisie en de vele kleinere theaters is het niet meer nodig zich luid en geprononceerd te manifesteren. Dat heeft z’n weerslag ook op het spelen in stadsschouwburgen, behalve bij de acteurs die zich door opleiding en gewoonte in de oude stijl blijven bewegen. Oudere mensen in het algemeen, en dus ook acteurs, moeten hun gedragsmiddelen, zuiniger en preciezer selecteren, en dus isoleren, d.w.z. opvallender maken, om dezelfde effecten te bereiken als jongere, die het redden met hun grote energie. En gegeven het feit dat die ouderen het moeten, kunnen ze het ook – en stelen zo de show, bewonderd of verfoeid of beide tegelijk.
(Wiebe Hogendoorn over Comedie spelen)

1985
Rudi: Ik ben niet bij het NDT gebleven, ondanks alle problemen ben ik toch terug gegaan naar Sonia Gaskell. Ik had een sterke binding met haar, een moederbinding…
Hans: Ach een moederbinding, ik denk dat de eerste ervaringen in de dans zo verschrikkelijk belangrijk zijn.
Rudi: Toch was zij mijn moeder in de dans, want van haar heb ik alles geleerd.
Hans: Zij had ook waardering voor jou, zelfs een enorme waardering.
Rudi: Daar heb ik weinig van gevoeld.
Hans: Als buitenstaander zag ik dat duidelijk, zij zag in jou de toekomst!
(Rudi van Dantzig interviewt Hans van Manen, nulnummer Notes)

1992
‘Er is in Nederland in Het Theater en de rest van de Maatschappij een Generatie Conflict dat eruit bestaat dat de oudere Generatie die de Middelen in handen heeft, ontkent dat Zulk een Conflict bestaat.’
(Stelling van Don Duyns bij Theatersalon in Frascati, jaargang 113, nummer 4)

1996
Max  Arian: ‘Als je het geluk hebt zo oud te worden als u zie je heel veel van die golfbewegingen.’
Ben Albach: ‘Dat is niet altijd een geluk. Dan ga je klagen. Ik dacht: laten ze het zelf maar uitzoeken met hun toekomst. Maar dat is het juist: ze zoeken het niet uit. Het gaat ze te gemakkelijk, ze kunnen er niets meer voor opbrengen.’
(Ben Albach was redacteur van Het Toneel / Toneel Theatraal van 1958 tot 1966. Max Arian van 1973 tot 1983. Max Arian interviewde Albach in het laatste nummer van Toneel Theatraal in 1996, jaargang 117, nummer 9/10)

1997
‘Zelfs aan subsidieperikelen zullen we aandacht besteden, maar verwacht niet bij elke subsidiestop een meelevend bericht.’
(aankondiging Erik Beenker, hoofdredacteur van Nieuw Vakblad voor de Podiumkunsten, later Theatermaker)

Dossiers

Theatermaker september 2015