1874
Den tweeden Januari voerde men naar de oude gewoonten der vaderen op Gysbrecht van Aemstel, met zijn onafscheidbaar «sequeel» Kloris en Roosje, wat zeg ik: – «men voerde op?» men gaf een waterachtige tinctuur van den text, met allersleehtste deecoratie en mise en scene, met kostumen twee eeuwen te jong en met een rolonvastheid die grenzeloos mag heeten. Van de tien vers regels geen twee juist en hoe over het algemeen gesproken!
(Martin Kalff in Het Nederlandsch Tooneel, jaargang 3)

1888
Het uitspreken van een Nieuwjaarswensch was van ouder tot ouder een gewoonte van de Rederijkers. Zij begroetten er de kamerleden mede en in die wenschen werden de gebeurtenissen van oorlog en vrede gedurende het afgeloopen jaar herdacht.
(A. L. Loffelt in Het Tooneel, jaargang 17)

1901
Overigens moet men het met de kunst op Nieuwjaarsdag zoo nauw niet nemen.
(Rotterdamse Correspondentie in Het Tooneel, jaargang 33, nr. 11)

1912
We voelen ons één met de jeugd, verkeeren nog in de korte overgangsperiode van het oude in het nieuwe jaar, periode van nieuwe plannen en versche voornemens, al de energie en de goede wil welke ons in het vergleden jaar in den steek hebben gelaten, hopen zich plotseling op nieuw in ons op, het maakt vroolijk, prettig-gehumeurd, en wat kan ons dan beter in die stemming houden dan een klucht van Blumenthal en Kadelburg.
(A.v.W. in Het Tooneel, jaargang 41, nr. 6)

1914
Na de klucht de gebruikelijke wensch. Lag het aan het vele belangrijke waarover niet gesproken mocht worden, dat al het andere zoo onbelangrijk scheen?
(A.v.W. in Het Tooneel, jaargang 44, nr. 6)

1948
Wij hopen in het nieuwe jaar wat actueler te kunnen zijn en u tijdig op de hoogte te kunnen houden van de poppenvoorstellingen.
(Rico Bulthuis in Toneelschild, jaargang 3, nr. 11/12)

1950
Een nieuw jaar en een nieuwe Gijsbrecht! Het nadeel van een jaarlijkse traditie is, dat men steeds met nieuwe “opvattingen” moet komen.
(Toneel van de Maand in Toneelschild, jaargang 5 nr. 1)

1961
Nu hangt het maar van de opvoeder af, en van het kind, of deze eerste theaterervaring een opwekkende of negatieve invloed heeft: wie onvoorbereid het pompeuze, schone maar geenszins opwindende treurspel van “d’Ondergang van Amsterdam” tegemoet treedt kan voor zijn leven genezen worden van elke neiging, ooit weer de drempel van de schouwburg te overschrijden. Wie anderszijds een verstandige vader heeft (…)
(W. Boswinkel in Het Toneel jaargang 82, nr. 1)

1969
Het vruchtbare moment van de wedergeboorte is aangebroken. Het ogenblik van stuiptrekking en van walging, van de zon en de vulkaan. Het is het uur van de bliksem en van de verblinding der vlinders. Het is de tijd van het toneel dat leeft op de spits van de daad, van de strijd en van de droom. Een waken vol betovering.
(Fernando Arrabal: Wedergeboorte van het toneel, in Toneel Teatraal jaargang 90, nr.1 )

1978
Toneel Teatraal doet niet aan kerstnummers, net zo min als aan zomernummers of badnummers maar het zeer persoonlijke verhaal van George Tabori waarmee dit nummer opent lijkt om de een of andere reden in dit jaargetijde uitstekend op zijn plaats.
(cover Toneel Teatraal, jaargang 99, nr. 10)

1983
Dus niet langer ‘wie het weet mag het zeggen’ maar wie het weet moet het dan nu wel gaan doen. Stel je voor: een gelukkig Nieuwjaar. En ondertussen blijven praten wat we daar nu weer mee zouden kunnen bedoelen.
(Ritsaert ten Cate in een ingezonden brief in Toneel Teatraal, jaargang 104, nr. 9)

1991
het is winter. het seizoen dreigt halverwege te raken, er zijn veel problemen als je aan het toneel zit. ik zit graag op het toneel.(Matthias de Koning, column in Toneel Theatraal, jaargang 112 nr.1)

1996
Heiner Müller en Michael Matthews – twee mensen die elkaar via het theater hebben gekend – werden op dezelfde dag begraven. Het was 16 januari 1996, en beide begrafenissen kregen volop aandacht.
(Redactioneel Janny Donker in Notes, jaargang 11 nr. 1)

1997
Het kerstspel Licht is een opmerkelijk stuk binnen het oeuvre van Rijnders.
(Jacques de Vroomen in Theatermaker, jaargang 1 nr. 9/10)

2006
Dubbeldik Kerstnummer met Theater en Ruimte special!
(cover TM, jaargang 10, nr. 9/10)

2013
Ik word vader. Als een christelijk besef slaat dat inzicht nu met kerst naar binnen. Ik zie de horizon en ik zie de toekomst. Ik weet, zij zijn mijn grond, mijn zoon die komt en mijn vriendin, als ik ooit rechtop moet leren lopen, dan leer ik dat van hen.
(fragment uit het kerstverhaal van Jibbe Willems in Theatermaker, jaargang 17, nr. 9)

2017
Niet als het traag genaderd eindpunt na lang experimenteel doorwerken. Nee, vernieuwing als voornemen.
(Willem de Wolf, Theatermaker, jaargang 138, nr. 5)

Dossiers

Theatermaker januari 2019