In 1989 gaf ze aan de Amsterdamse toneelschool en kleinkunstacademie een masterclass in Weill-Brecht-Eisler repertoire. Zoals zij dat kon: streng, hard, charmant, helder. Onder haar favoriete motto: Elk lied is een verhaal.

Dat was ook de titel van een documentaire van de Nederlandse filmer Carrie de Swaan over Gisela May en haar samenwerking met het Willem Breuker Kollektief. De bewondering tussen Breuker en May was wederzijds en kende één centraal thema: Brecht en zijn componisten. In de documentaire zit een fragment waarin Gisela May het lied zingt dat haar lijflied is geworden: Das Lied von der Moldau uit Brechts Schweyk im Zweiten Weltkrieg. Op muziek van Hanns Eisler, met dat trillerige intro op spinet. Dat lied is ‘een klein universum’, zei ze altijd. Van Brecht. En van Eisler.

Am Grunde der Moldau wandern die Steine
Es liegen drei Kaiser begraben in Prag.
Das Große bleibt groß nicht und klein nicht das Kleine.
Die Nacht hat zwölf Stunden, dann kommt schon der Tag.

Es wechseln die Zeiten. Die riesigen Pläne
Der Mächtigen kommen am Ende zum Halt.
Und gehn sie einher auch wie blutige Hähne
Es wechseln die Zeiten, da hilft kein Gewalt.

Gisela May werd in 1924 in Wetzlar (Hessen) geboren, als dochter van een schrijver en een toneelspeelster. Haar broer sneuvelde aan het Oostfront, haar pianoleraar werd door de nazi’s onthoofd. Het verleden resoneerde altijd mee als ze zong. Of het Brecht was, of Brel, Tucholsky of Kästner – haar repertoire was wijds. Ze volgde een toneelopleiding in Leipzig, kwam na engagementen in Dresden, Halle en Schwerin in 1951 uiteindelijk bij het Deutsches Theater in Berlijn, onder intendant Wolfgang Langhoff. Brechts weduwe Hélène Weigel haalde haar in 1962 naar het Berliner Ensemble, waar ze na de dood van Weigel in 1971 enkele van haar belangrijke rollen overnam en nieuw interpreteerde, met name de titelrol in Mutter Courage und ihre Kinder vanaf 1978. Het Brecht-ensemble bleef dertig jaar haar thuisbasis.

Hanns Eisler (‘ze is slim, virtuoos en elegant’) begeleidde vanaf 1957 haar talent voor het chanson en legde zo de basis voor haar internationale carrière als zangeres. Die begon met Die sieben Todsünden (Brecht/Weill) bij de Komische Oper. De registratie was het begin van een succesrijke reeks grammofoonplaten. Gisela May trad op in heel Europa, in Amerika en Australië, met programma’s als Hoppla wir leben (Hollaender/Wedekind), Aus vier Jahreszeiten (Brecht) en avonden met repertoire van Brel, Eisler, Tucholsky en Kästner. Ze was een wereldzangeres zoals Lotte Lenya dat was. Dat ze in de DDR leefde werd haar niet nagedragen. Hoe de DDR met haar radicale burgers wenste om te gaan, daarover hoefde niemand Gisela May iets uit te leggen: ze leefde lange tijd samen met de kritische filosoof en marxist Wolfgang Harich, die door het regime in 1956 voor tien jaar werd opgesloten.

Na de val van de Muur, de Wende en de hereniging van de beide Duitslanden, werd Gisela May in 1992 bij het Berliner Ensemble ontslagen. Ze werd klaarblijkelijk teveel geïdentificeerd met het oude Brecht-meubilair. Naar aanleiding van de ‘zuiveringen’ en ‘bijltjesdagen’ in het post-Wende-tijdvak, tekende de schrijver Martin Walser indertijd op: ‘Het is belachelijk dat vandaag de dag heren die voor zichzelf op de biceps van de burgerlijke macht een behaaglijk nest hebben gebouwd, nu opeens Brecht en de brechtianen het verwijt van partijdienst en partijpolitiek maken. Hoezo eigenlijk? Iedereen kan in het verzameld werk nalezen welke radicaaldemocratische voorstelling Brecht had van politiek en partij. Honderdvoudig zijn diens verheerlijkingen van de dialectiek. En daar staat het helder en eenvoudig: spreken mag slechts wie luisteren kan. Lehren mag alleen wie het vermogen bezit tot lernen.’ Dat gold ook voor Gisela May. Ze sprak en onderwees zoals ze zong, getuige haar sprankelende ‘meesterklassen’ en haar geboekstaafde herinneringen, met een wijze glimlach gepubliceerd onder de titel Es wechseln die Zeiten. Het is dus goed gekomen. Ze bleef zingen en de Berlijners bleven van haar houden. In januari 2014 trad ze nog op in de Berlijnse Volksbühne, tijdens een politieke bijeenkomst van Europese radicaal-linkse partijen. Om de hoek, in Kino Babylon am Rosa-Luxemburg-Platz, werd op 10 juni van dat jaar voor een uitverkocht huis haar negentigste verjaardag gevierd.

Gisela May is op 2 december 2016 gestorven. Ze is 92 jaar oud geworden.

 

Overleden in 2016

10 januari: Floor Huygen – regisseur, artistiek leider

19 januari: Sieto Hoving – cabaretier

9 februari: André van den Heuvel – acteur

17 februari: Chaim Levano – musicus, theatermaker, schrijver

28 maart: Nando Schellen – operadirecteur, regisseur

31 maart: Cor Poelman – theaterdocent

1 april: Reyn van Koolwijk – fotograaf

18 april: Gert de Boer – oprichter Rast

18 april: Cox Habbema – schouwburgdirecteur, actrice

11 mei: Adrian Brine – regisseur, acteur

5 juni: Martin van Dijk – componist, pianist

13 juni: Doro Siepel – schouwburgdirecteur

19 juni: Anne Marie Kalkman – schouwburgdirecteur

12 juli: Käthy Gosschalk – choreografe, danseres

5 augustus: Annet Nieuwenhuijzen – actrice

16 september: Edward Albee – schrijver

4 oktober: Kors van Bennekom – fotograaf

10 oktober: Marnix Kappers – cabaretier, acteur

13 oktober: Dario Fo – schrijver, regisseur

26 oktober: Arjen Anker – regisseur, artistiek leider

Dossiers

Theaterjaarboek 2016