Het oude, roestige waterorgel op het grasveld van landgoed Coudewater in Rosmalen roept associaties op met de installaties van Tinguely: een verrukkelijk stelsel van buizen, pijpen, wielen en vooral spuitende fonteinen in allerlei vormen.

Het bassin bevat duizenden liters water. Meesterverteller Geert Hautekiet neemt de toeschouwers een uur lang mee op een spannend avontuur. Hij verhaalt over een rijke Antwerpse dame, gezegend met Rubensiaanse vormen, die de bijnaam Madame Madame kreeg. Ze reisde heel de wereld rond, op kosten van haar man. Die was klein van postuur, maar ook anderszins klein: klein geschapen, gering van goesting. Dat laatste zinde Madame Madame niet. Na haar dood nam ze wraak door een soort badkuip vol spuitende fonteinen aan de Stad Antwerpen achter te laten. De onthulling ervan was een puur erotisch festijn.

Het Vlaamse gezelschap Compagnie KAiET! werkt aan een trilogie die De Vieze Verol’tjes heet, Antwerps voor ‘vieze verhaaltjes’; Witte peper was de eerste, Zwart zaad is deel twee. Geert Hautekiet is schrijver, speler en muzikant. In een lekkende loods ontdekte hij de restanten van deze fontein. Hij speurde naar het verhaal erachter en kwam tot wonderbaarlijke ontdekkingen. De reislustige Madame Madame nam voor haar man als souvenir uit alle windstreken voorwerpen mee die te maken hebben met ‘goesting’:  afrodisiacum, houten palen in allerhande vormen en grootte, poeders. De dame werd geboren op 1 januari 1962, ze haat haar puberteitscrisis tussen 1914-1918 en haar huwelijksproblemen in de jaren 1940-1945, verwijzingen naar wereldomspannende gebeurtenissen. Ze kwam tragisch aan haar einde door een accident met de tram, onderweg naar de stad om ‘soldekes’ te doen, spullen kopen in de uitverkoop.

Ondertussen weeft Hautekiet ook een eigen reisverhaal door de voorstelling heen. Hij maakte ook, net als Madame Madame, een reis naar Afrika en daar, in de zwarte nacht zag hij badende vrouwen aan een rivier, maar omdat het zwart was en de vrouwen zwart zijn zag hij niets – en toch zag hij alles. In zijn tekst speelt hij op boeiende wijze met zien en niet-zien, licht en donker, waarheid en verbeelding, blank en zwart. De voorstelling is, zoals hij memoreert aan het begin, niet geschikt voor ‘gevoelige oortjes’, en inderdaad, soms grenzen de erotische verwijzingen aan de platitudes maar nergens wordt het te erg.

Hautekiet, geholpen door technicus Martijn Megens als ‘hoofd der fonteinen van de Stad Antwerpen’, behoudt de stijlvolle beschaving. Zoals hij de rondingen van Madame Madame beschrijft is schitterend, vooral zijn uitdrukking dat zij ‘kwarkt door de straten, ze schrijdt en torst haar lichaam mee’. En dan natuurlijk die fonteinen met al het vrolijke en amoureuze spatten, spritsen en sproeien dat daarbij hoort. Ze kunnen zelfs in ‘vijftig tinten grijs’ spuiten, wat een vondst. Als theatraal evenement is Zwart zaad een ideale combinatie van techniek en acteerspel. Het slotbeeld is prachtig: waaiers van waterdruppels glanzen en schitteren tegen de avondhemel.

Foto: Raymond Mallentjer