Holland Opera bewerkte voor kerstmis Het Zwanenmeer en mixte het balletverhaal met het sprookje De wilde zwanen van Andersen. Drie zangers en vier instrumentalisten brengen de muziek van Tsjaikovski in herinnering. Twee zussen kibbelen, eerst met kerst, dan om de gunst van de koning. Het wordt een klassieke strijd van een onzeker ‘gewoon’ meisje tegen een bluffende paradijsvogel, van eerlijk tegen vals, van wit tegen zwart.

Slanke zuilen van licht en rook zorgen voor een sterk openingsbeeld in het mooie Amersfoortse theater de Veerensmederij, zeker als het ensemble daartussen opkomt in chic wit met coole rode brillen. Viool (Heleen Knoop), cello (Gerda Marijs) en klarinet (Diederik Ornee) spelen de arrangementen van Jesse Passenier en Niek Idelenburg. Af en toe doet Ekaterina Levental als harpiste mee, als zij het niet te druk heeft met zingen en spelen. Zij is Azalea, de rebelse van de twee zussen die graag het gat willen vullen dat de overleden koningin heeft achtergelaten.

Elize (Charlotte Houberg) is de brave zus. Zij trekt het strootje waarmee zij naar het bal mag waarop de koning (Niek Idelenburg) een vrouw hoopt te vinden. Azalea kan het niet verkroppen en gaat tegen de afspraken ook naar het feest, in vermomming als Xaviera. Thuis heeft ze eerst haar zeven zusjes nog even veranderd in zwaantjes. Die moet Elize later weer terugtoveren, door hemdjes van brandnetels te breien.

De koning was op het bal gecharmeerd door Elize, die zichzelf ziet als een gewoon meisje, en dan komt zo’n dame in het zwart vertellen wat ze allemaal gedaan heeft en hoe bijzonder ze is. De koning wil ze eigenlijk allebei wel, terwijl hij net uitgebreid heeft lopen kermen dat zijn overleden vrouw niet te vervangen is. Het is een van de zwakke plekken in het libretto van Simon van der Geest, dat niet uitblinkt in poëzie, logica en emotionele hoogtepunten. Hij vertelt nogal eens wat al te zien is en maakt weinig gebruik van rijm, en als hij dat toch doet, staan de klemtonen nogal eens verkeerd. Terwijl Azalea alle smerige streken uit de kast haalt om Elize te dwarsbomen, is ze wanneer de koning zijn uiteindelijke keuze maakt plotseling nergens meer te bekennen.

Er gebeuren Erge Dingen, maar die maken weinig indruk. Dat de voorstelling nogal kabbelt, komt ook door de muziek. Je kunt het de kleine bezetting moeilijk kwalijk nemen, maar de zwierigheid en de opbouw van Tsjaikovski is ver te zoeken. De bekende thema’s komen voorbij, maar als een echo van het echte werk. Intussen spelen en zingen muzikanten en zangeressen in de regie van Joke Hoolboom prima, daar ligt het niet aan, maar het geheel is behalve smaakvol ook nogal flets.

Foto:  Ben van Duin