Wolfgang Amadeus – Wolfje – Mozart (1756-1791) had een zusje, Maria Anna oftewel Nannerl (1751-1829). Zij was vijf jaar ouder dan hij en net zo goed als hij een wonderkind. Drie jaar lang traden ze met veel succes op in heel Europa. Toch horen we nu honderd keer per dag over Wolfgang Amadeus en nauwelijks ooit een woord over Marie Anna. Daniël van Klaveren is eigenzinnig genoeg om nu een voorstelling over haar te maken.

Zus van Mozart heeft als ondertitel: een ode aan hen die niet worden opgemerkt. Daniël van Klaveren bedacht het, schreef de tekst en deed de regie, met Stip Theaterproducties als producent. Van Klaveren is acteur bij de Toneelmakerij maar maakte al een kleine, bloedstollende voorstelling, Jamal, over een goedwillende leraar en een boze Marokkaanse jongen.

Het leek me onmiddellijk al een interessant project met intrigerende vragen, maar ik had niet verwacht dat ik zo ontroerd zou worden door  twee kinderen die uit elkaar worden gedreven. Nannerl wil een verhaal over haar gestorven broertje vertellen, maar Wolfje duikt op uit de dood en zegt dat hij háár geschiedenis nu eens wil laten zien. Samen vertellen ze het verhaal van twee wonderkinderen, van wie het ene, de jongen, een onsterfelijk genie wordt en het andere, het meisje, nagenoeg in het niets verdwenen lijkt.

Hoe komt dat? Vader Leopold Mozart houdt van allebei evenveel en stimuleert zijn dochter oorspronkelijk net zoveel als zijn zoontje. Aanvankelijk is Nannerl natuurlijk het grote voorbeeld van haar vijf jaar jongere broertje. Lang zijn ze gelijkwaardig aan elkaar, als wonderkinderen, maar ook als kinderen. Want we zien ze ook als ze niet geniaal zijn. Ze houden van elkaar, stimuleren elkaar, plagen elkaar, vervelen zich op de lange tochten per koets, verzinnen een geheimtaal, tot grote ergernis van hun vader. Ze zijn achttiende-eeuws en heel eigentijds tegelijk, ook in hun kleding (Esmee Thomassen). Op het toneel staan alleen een dertigtal houten kubussen (Lidwien van Kempen), die uitgeklapt kunnen worden om bijvoorbeeld stoeltjes, een koets of een piano te vormen. Op die zogenaamde piano kunnen ze ingenieus quatre-mains te horen brengen door met hun vingers op een koperen strip te hameren. Violist Rudolf Nottrot speelt daarbij live muziek van Mozart.

Wat zo interessant is aan deze versie van het verhaal over Nannerl is dat door vader Mozart en anderen soortgelijke argumenten worden gebruikt als nu nog in het nieuwe muziekprogramma van Paul Witteman worden gebezigd als het om vrouwelijke dirigenten gaat. In de eerste plaats horen vrouwen niet op het podium, dat zou de aandacht maar van de muziek afleiden. Ten tweede zijn vrouwen te zwak van gestel voor een muzikale carrière en ten derde ontbreekt het ze aan doorzettingsvermogen. Bovendien: ze gaan toch trouwen.

Bij Nannerl speelt er nog iets speciaals, zien we: zij is eerst heel boos als zij niet meer mee mag reizen en Wolfgang naar Italië gaat om zijn eerste opera te schrijven. Maar toch is zij bereid zich voor hem op te offeren en na zijn dood doet zij alles om zijn werk en nagedachtenis in ere te houden. Mijn kleindochter van elf snapt heel goed dat Nannerl als oudere zuster haar kleine broertje wil steunen, ook al gaat dat in tegen haar eigen belang en laat haar broertje haar wel in de steek. Terwijl hij nog zo had beloofd dat hij als een ridder te paard voor haar zou vechten.

Nannerl moet in het saaie Salzburg blijven en gaat daar toch andere dingen waarderen, bijvoorbeeld een jonge buurvrouw die in het ziekenhuis lief is voor de patiënten. Later trouwt zij, krijgt kinderen, maar blijft haar hele leven pianolessen geven.

Daniel van Klaveren vertelt dit verhaal geestig en efficiënt, het wordt nergens klagerig. De twee heel jonge acteurs, Jiska de Wit en Michiel Bijmans, spelen niet alleen zus en broer Mozart volkomen natuurlijk, maar duiken, met gebruik van een hoed of een jas, ook in alle andere personages die langs komen.

Deze voorstelling wordt voor scholen gespeeld, ze lijkt me een uitmuntende aanleiding om in de klas over man-vrouwproblemen te praten, over wat er is veranderd en wat ondanks alles toch hetzelfde lijkt gebleven. Maar ik zou zeggen dat het voor iedereen een genot is deze voorstelling te beleven. Er staat ‘7+’ bij, wat mij betreft kun je dat lezen als: van 7 tot 107 jaar. Er worden geen waterdichte conclusies getrokken over Wolfje en Nannerl en over mannen en vrouwen. Maar het is heel mooi dat Nannerl nu eens alle aandacht krijgt, ook van haar eigen broer.

Foto: Sanne Peper