Voor aanvang van Zonder toestemming hoor ik een man zeggen dat hij al jaren alle voorstellingen van De Theatertroep bezoekt. Misschien is hij familie van een van de spelers, maar dat maakt zijn opmerking niet minder relevant. Wie naar een voorstelling van De Theatertroep gaat, heeft bijna gegarandeerd een goede avond. Een avond die je het beste aangaat met een open geest en uiteraard een glas bier in de hand.

De avond is opgedeeld in tweeën. Met die structuur brengen ze de vaudeville terug, de bijna vergeten theatervorm die De Theatertroep zo’n beetje eigenhandig de eenentwintigste eeuw heeft geloodst, vaak op een vloer van planken die in een eerdere eeuw de houten wagens hadden kunnen vormen waarmee theatergroepen van stad naar stad trokken en op pleinen hun acts in opvoerden. Terwijl de schouwburgen steeds onbetaalbaarder worden, maakt De Theatertroep het hun zaak om in de kleinere theaters het toneel weer bij het volk te brengen, om het even populistisch uit te drukken.

Het eerste deel van Zonder toestemming bestaat uit een reeks losse acts. Er is een tap-act, Elisabeth ten Have en Timo Huijzenveld doen een walsje op stelten en Rosa Asbreuk zingt een moppie Maria Callas. Een van de hoogtepunten is hoe Kyrian Esser tracht een tafelkleed onder servies uit te trekken en vooral hoe hij vervolgens de tafel probeert opnieuw te schikken met alle scherven. De spelers gebruiken in dit deel teksten van onder meer Judith Herzberg en de Britse comedyserie Little Britain, en vooral ook hun eigen, uiteenlopende achtergronden en persoonlijkheden.

De negen spelers schakelen alles aaneen met een schijnbare willekeur. Maar binnen de gespeelde chaos, waarin ze vrijwel altijd allemaal op het toneel zijn, wordt de aandacht van het publiek moeiteloos vastgehouden en de focus subtiel gestuurd. Onweerstaanbaar zijn de ‘foutjes’ die in de acts sluipen. Zoals het gehannes met een doos vol merchandise waar telkens de bodem uitvalt. Of een hopeloos ingewikkeld bedieningspaneel voor het geluid, waarop constant op de verkeerde knopjes wordt gedrukt.

Dit is geen avond die je grote inzichten zal opleveren, wat De Theatertroep biedt is een avond ongedwongen vermaak. Een verzameling meer en minder geslaagde acts, die met zo’n aanstekelijkheid worden gebracht dat het bijna onmogelijk is om hier niet met een glimlach de zaal te verlaten. De Theatertroep herinnert eraan dat vermaak niks is om op neer te kijken.

In het tweede deel wordt een bewerking gespeeld van Magne van den Bergs Mijn slappe komedie voor vier mensen, een handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt, gespeeld door de acteurs met een consequent doorgevoerde droogheid, waardoor de absurditeit van de tekst wordt benadrukt. Er is nauwelijks sprake van enscenering. Ze staan gewoon waar ze staan en spreken hun teksten met een minimum aan emotie. En hoe langer dat doorgaat, hoe beter dat werkt. Wat mij betreft had het nog langer kunnen doorgaan, zodat het echt ongemakkelijk was geworden voor het publiek.

Want voor een voorstelling die Zonder toestemming heet, blijft het allemaal wel wat braaf. Bij het lezen van de flyer en de zin ‘eerste rij op eigen risico’ schoot bij mij direct de scène uit Ruben Östlunds The Square door het hoofd, waarin een man tijdens een prestigieus diner een act doet waarin hij een aap speelt en dat vervolgens veel te ver doorvoert en de grenzen van de toeschouwer overschrijdt. Niet dat ik daar nou op hoopte, maar ik verwachtte wel een uitstapje naar de grenzen van het betamelijke. Echt ongepast of obsceen wordt het niet.

Uiteraard moet de voorstelling niet worden afgerekend op die verwachtingen, tegelijk zijn ze wel door de groep zelf geschapen. Maar zodra je eroverheen stapt, is Zonder toestemming een avond die zeker niet teleurstelt en geregeld zeer geestig is. En het moet niet onderschat worden hoe knap het is, dat deze groep avonden kan vullen met een spanningsboog zo rekbaar als elastiek, maar die toch geen seconde vervelen. Kortom, het was weer fijn vertoeven bij De Theatertroep.

Foto: Jorn Heijdenrijk