Het is eigenlijk een sjiek kampeerdrama uit het begin van de twintigste eeuw, de klassieker Zomergasten van Gorki. Het kleine Woud-ensemble heeft de kern van het stuk gevat in een driehoeksgevecht tussen desillusie, oppervlakkig landleven en  het verlangen naar de noodzaak van leven en de kracht van poëzie.    

Maxim Gorki is niet zijn echte naam, het is een pseudoniem, meer nog, het is een bijnaam die betekent: de bittere. Tijdgenoot van Tsjechov was hij, gehard door het Russische leven (zijn prachtige Jeugdherinneringen zijn juist dezer dagen in boekvorm verschenen). Een realist die goed kon kijken.

Zijn stuk Zomergasten (1906) gaat over een groep rijke stedelingen die ’s zomers buiten logeert en de teleurstellingen in het leven daar op elkaar botviert. ’t Woud Ensemble, een kleine toneelformatie die al jaren in de zomer rondreist met vooral klein werk van Tsjechov, heeft het stuk nu tot de essentie teruggebracht. Ook qua bezetting: drie acteurs.

Marian Mudder speelt de advocatenvrouw Barbara die zoekt naar een sterkere invulling van haar leven dan tot nu toe het geval is. Ze leest en schrijft af en toe poëzie en kift met haar man over hun lege levens. Ad van Kempen speelt die man, de blafferige jurist Basov die eigenlijk doodsbang is voor zijn vrouw en haar daarom almaar iets heel wezenlijks níet durft te vragen (wat dat is verklappen we niet). Ze krijgen bezoek van een schrijver, Sjalimov, gespeeld door John Kraaykamp. Hij is een auteur van wie Barbara ooit nogal idolaat was, maar hij blijkt veranderd en niet in zijn voordeel. Ze zeggen alle drie naar iets te streven en ondertussen proberen ze te verbergen dat dat maar niet wil lukken. Die taaie botsing tussen dagdroom en realiteit en tussen ruwe bolster en zachte pit, is de kern uit Gorki’s stuk die in deze bewerking naar boven wordt getikt.

Dat klinkt misschien loodzwaar, maar dat is het dan weer helemaal niet. De acteurs spelen namelijk met de brede en open zwier die je nodig hebt om pakweg zestig mensen in de buitenlucht een klein uur te plezieren en in een goeie spanning te houden. Ze hanteren daartoe een prettige vorm van zelfspot waardoor alles licht blijft. En ze winkelen hun argumenten bij alle personages uit de originele toneeltekst bij elkaar, waardoor hun achtergronden op een nogal wilde wijze steeds schilderachtiger worden.

En er is een erg mooie spanning tussen deze drie toneelspelers, een goeie chemie, het spelplezier spat ervan af. Ze reizen met de voorstelling tot diep in september allerlei buitenplaatsen langs en daar mag u dan steeds bij ze aanschuiven. Mij beviel dat op die zonnige zondagmiddag in Museum de Hermitage in elk geval bijzonder goed.

[sterren toegekend door de redactie]

Foto: Saris & den Engelsman