Dansgezelschap ICKAmsterdam en het Amsterdams Andalusisch Orkest, twee huisgezelschappen van Theater De Meervaart in Amsterdam, werken voor het programma Ziel / Rouh voor het eerst samen. Componist en arrangeur Abdurrahim Semlali koos composities uit verschillende stromingen van het Arabo Andalus-repertoire en in een doorlopende voorstelling verhouden die muziekstijlen zich tot drie choreografieën.

Klassieke Andalusische muziek is er in de vorm van Tarab waarmee Emio Greco en Pieter C. Scholten de spits afbijten. De rechte ruggen van de dansers zijn eerst zichtbaar terwijl zij met afgewend gelaat tussen de musici staan. De mannen en vrouwen dragen identieke jurken met een lichte en een donkere zijde. Een lichtvlak pulseert op de achterwand als een hart.

Eenmaal in de halve cirkel tussen de musici komt het vocabulaire van Greco en Scholten tot leven. Hun dans vereist een sterke beheersing van techniek en heeft als bronnen onder meer de academische dans en yoga. Beide bewegingsvormen kennen een uitgebreid arsenaal aan vaststaande posities waarbij de weg ernaartoe en de intentie waarmee zij uitgevoerd worden van even groot belang zijn. Greco en Scholten variëren hierop, referenties aan herkenbare houdingen passeren regelmatig, maar hun taal is losser en straalt zowel kracht als vrijheid uit.

In de soli en groepsdynamiek blijven de houdingen fluïde, wat het bewegingsmateriaal doet leven zonder dat poses worden vast gebeiteld. Die beweeglijkheid trekt door de lichamen en brengt lichte schommelingen teweeg. Ademhaling stuwt de choreografie voort of laat spanning weglopen. Ademhaling is ook de verbindende factor met de muziek en laat energie tussen verschillende polen bewegen. Zangeres Karima El Fillali loopt tussen de dansers over het toneel, dan weer cirkelen de dansers om haar heen of vormen zij een koor op de achtergrond. Soms danst zij kort mee. Zodra haar bijzondere stem klinkt – El Fillali zingt onder meer een lied van Oum Karthoum – is zij het onbetwiste middelpunt.

In de choreografie van Nacera Belaza wervelen de dansers losjes rond in een uitgelichte cirkel temidden van de musici. Belaza liet zich eerder door de soefi-cultuur inspireren, ook nu is er soefi-muziek te horen. Waar eerst een danser een muziekinstrument volgt, wisselen na verloop van tijd zowel danser als instrument. Gaandeweg breidt het samenspel zich uit naar twee dansers en muzieklijnen en zo verder. Organische uithalen van ledematen van de dansers laten een soort freestyle zien waarin zij volledig opgaan terwijl ze steeds verder draaien. De choreografieën van Belaza hebben vaker het karakter van een ritueel of een trance. Maar het zijn vooral bepaalde muziekfrasen die zelfs in hun subtiliteit een dwingend karakter krijgen en je als toeschouwer in beweging brengen.

Het idioom van voormalig ICKAmsterdam-danser Vincent Colomes vertoont weliswaar verwantschap met dat van Greco en Scholten, toch legt de choreograaf een ander accent. Comoles liet zich door flamenco inspireren en dat is terug te zien in de lijnen van de dansers. De muziek, chaabi andalusi, verwijst naar ‘volk’ of ‘mensen’ en kan allerlei stijlen inhouden. Hier klinkt deze lichter dan de eerdere composities. En door de speelsheid en sensualiteit krijgt de choreografie op momenten een bijna hoofs karakter.

Ziel / Rouh is een zeer geslaagde samenwerking waarin vanuit ieders eigenheid daadwerkelijk toenadering wordt gezocht. En de energie die het dansconcert opwekt, doet naar meer verlangen.

Foto: Alwin Poiana