Kinderen en abstracte kunst, volgens veel volwassen (onderwijs)mensen gaat dat niet samen, maar uit wetenschappelijk onderzoek en uit eigen observatie blijkt dat veel kinderen geen moeite hebben met bijvoorbeeld abstracte dans. Kinderen zijn geen uniforme groep; de een zal zelf een verhaal bij de bewegingen fantaseren, de ander niet. Dat geldt net zo goed voor abstracte beeldende kunst: kinderen maken het voor zichzelf al dan niet concreet.

Arlette Van Overvelt van Luxemburg (Antwerpen) heeft nu een nobele productie gemaakt waarin ze kinderen vanaf 6 jaar aanzet om heel goed te kijken naar het proces en het werk dat een kunstenares schept. Leren kijken naar kunst. De toeschouwers krijgen via een koptelefoon een concreet verhaal te horen. Dat werkt in eerste instantie een individuele invulling tegen, maar tegelijkertijd stimuleert ze die ook.

De première vindt plaats in Studio Pieter Stockmans op het C-mine-terrein in Genk, België. Stockmans is de vermaarde porseleinkunstenaar die vaak met een kleur blauw werkt. We zitten dus al in een serene sfeer. Concrete potjes, schalen en kopjes staan er en masse over heel grote tafels uitgestald waardoor het een abstract geometrische uitdeining vormt. Elke toeschouwer krijgt een koptelefoon, en twee stemmen zullen ons gaan rondleiden: de schelle meisjesstem van Kristien en de brommende mannenstem van gids Guido. Ze klinken irritant en elk woord dat ze gebruiken, zoals museum, gids, elastiek, bobijn, ruimte, wordt uitgelegd. Eerst kijken we naar ‘een vrouw op stoel die nadenkt over de ruimte’. Het is kunstenares Meryem Bayram, en haar naam wordt wel erg vaak herhaald. Dan wordt onze blik gericht op ‘elastiek op bobijn’, vervolgens op ander materiaal. Heel nadrukkelijk, dirigerend en betuttelend. Het is allemaal wat té. Té nadrukkelijk, té duidend, té didactisch.

Maar net voor het kabbelend gebabbel mijn ergernis opwekt, stopt het educatieve vingertje. We mogen gaan zitten, het gepraat in de koptelefoon stopt, en we kunnen op ons gemak kijken naar wat de kunstenares doet met de groene en rode elastieken. Ze spant ze met musketons en plakband tot geometrische figuren. Een meisje in een dikke jas gehuld gaat tussen de elastieken staan. (Hanne Torfs, kleinkunstartieste en muzikante bij School is Cool, een populaire ‘barokpopband’.) Ze giechelt, danst, kronkelt in de afgespannen ruimtes, zingt aftelliedjes en een ‘schetenliedje’. Herkenbaar, maar het tikkeltje anders verrast en maakt het boeiend.

Het wordt nog absurder als door de koptelefoon klinkt dat het meisje de dochter van de koning is, en dat de gids haar met rust moet laten. Als een mechanische pop schrijdt de kersverse prinses tussen de elastieken, ze maakt zwembewegingen, rijdt paard, zingt liedjes. De stemmen zijn er weer. Gids Guido irriteert nu wel heel erg door zijn geslurp en zijn loutere belangstelling voor eten. Het wordt weer flauw. Maar de technicus zorgt voor een onverwachte wending. Met die speelse ingreep wordt de ‘rondleiding’ afgesloten. Bevreemding alom, het duurt even voor je kinderen hoort vertellen wat zij zelf gezien hebben. Paste het verhaaltje bij het plaatje? Sommigen stellen zich vragen, er zijn er zelfs die elkaar uitdagen tot antwoorden. Missie dan toch geslaagd.

Foto: Stef Stessel