Het heet een ‘eendaags dansfestival’ op het Danskamers Podium in Amsterdam-Noord. Jonge, vooral internationale dansers en choreografen krijgen de kans hun werk aan het publiek te tonen. Elke keer is er een gastchoreograaf uitgenodigd, ditmaal de Braziliaan Fernando Belfiore (1983).

Dansers in de strikte betekenis van het woord zijn de kunstenaars niet, eerder performers. Ze vertellen meer een verhaal met beweging dan dat ze abstracte dans brengen. Muziek speelt slechts een klein aandeel, stilte of gesproken woord des te meer. Zoals op alle festivals is het niveau wisselend. Belfiore zelf wil met deze derde editie benadrukken dat het lichaam slechts ‘fluïde’ is, net als identiteit.

Vliegende stenen
Het begint met een performance die aan het slot een gevaarlijk kantje heeft. De Britse Marlieke Burghouts vraagt de toeschouwers mee te doen aan haar solo Hired Hands. Eerst dragen de toeschouwers witte, broze stenen aan waartussen Burghouts haar performance geeft. Ze kruipt tussen de blokken door, gooit de gestapelde vormen om, legt ze in rechte lijnen en dan werpt ze een blok wit steen naar de toeschouwers. Die gooien terug. En zo stuiteren en vliegen witte stenen heen en weer.

Het oogt gevaarlijker dan het is: de stenen zijn broos en poreus, ze vallen uit elkaar tot stof als ze elkaar, toeschouwers of van Burghouts zelf raken. Toch is dit niet het spannendste deel, wel het meest spectaculaire. Interessanter is de wijze waarop Burghouts kruipend, sluipend, voorzichtig tastend tussen de harde steenbrokken heen haar spannende bewegingspatroon opbouwt.

Ongekende energie
Het aardige is dat de performers zelf de volgende gast aankondigen, dat doen ze genereus. Nu is de vloer voor Ingeborg Meier Andersen (Denemarken) die met Offbeatbootbeat met ongekende energie beweegt. Ze weet haar lichaam in houdingen en bochten te manipuleren, die ik nooit eerder zag. Opeens is haar lichaam geen lichaam meer, maar een anemoon, een zeedier. De intensiteit en strakheid van haar performance maakt het tot iets groots.

Eigenlijk zou Meier Anderson maatgevend moeten zijn: zij weet concentratie op te brengen, niet in de zin van tijdsduur maar van intensiteit en vernuft. Met het gordijn dat tegen de achtergrond hangt speelt ze een spel van aanwezigheid en afwezigheid.

Jongens op een schoolplein
Dieptepunt van overbodige duur was daarentegen Essential Rights door de Spaanse choreograaf Fernando Troya. Drie performers slepen elkaar over de grond, pesten en slaan elkaar, doen alsof ze macho zijn, botsen frontaal met hun lichaam en sluiten dan weer vriendschap. Of ze kijken televisie met een stroboscopisch effect, dat zo zeer deed aan de ogen dat ik afhaakte.

Hier ontbreekt elk vormbewustzijn. Ik begrijp dat het gaat over jonge jongens op een schoolplein die in wreedheid én toegenegenheid hun lichaam en hun grenzen ontdekken, maar daarmee is de uitvoering niet gelegitimeerd. Het ontbreekt hier aan wezenlijke zeggingskracht, omdat scène na scène uitgesponnen is en vol herhaling.

Geschonken lustobject
Nee, dan heb ik liever de Griekse Èlene Ploumi die in Poutanes een bizarre maar eerlijke en persoonlijke uitleg geeft aan de vrouw als lustobject. Met sexy lingerie aan, een zweep in de hand, komt ze op en ze wil haar lichaam aan de toeschouwers schenken; haar lever is schoon want ze heeft nooit gedronken; haar longen zuiver want nooit gerookt. Ze vertelt en danst, en dat laatste kan ze geweldig goed. Haar performance is bezwerend en hallucinerend.

Ze acteert zelfs even dat ze haar tekst kwijt is, om vervolgens in volle energie dansend op intense beat los te barsten. Dan weer doet ze aan mime door een been van een vrouwelijke etalagepop te gebruiken als seksueel speeltje maar ook als stofzuiger. Hier vindt zij een heel nieuw genre uit, dat van de vertellende performance.

Amoebe
Een kunstenares die de vloer opzoekt en rollend, glijdend, kruipend eroverheen gaat is de Ierse Elysia Mc Mullen met Directly You’ll be Directed in The Right Direction. Het opent bizar: met op de rug gebonden handen, als in een dwangbuis, komt ze op; ze spuugt korrels blauw uit. Dan kruipt ze als een amoebe over de grond. Her en der liggen wortels verspreid die ze van de vloer eet. Ze tovert zelfs vol humor een wortel vantussen haar benen, waarbij ze het publiek met een pokerface aankijkt. En ze maakt schitterend gebruik van rook en licht, veel beter dan het bijtende flikkerende licht van Fernando Troya.

Haar dans is pure schoonheid, zoals ze gebruik maakt van strooilicht. Mc Mullen en Èlena Ploumi zijn wat mij betreft de performers van een nieuwe generatie: geëngageerd en vooral openhartig in hun zeggingskracht, zonder de vorm uit het oog te verliezen.  You Better Move #3 laat zien welke mogelijkheden er nog in de dans en in de performance schuilen, dat is ongekend. Dat maakt het eendaagse festival niet maatgevend, wel boeiend. De fysieke fantasie is eindeloos.

Foto: Jochem Jurgens