Het programma Woven State van het Nederlands Dans Theater 1 bestaat uit drie werken van William Forsythe, de choreograaf die bekend staat om zijn doordachte balletvernieuwing: N.N.N.N.N.N.N.N.N.N.N.N, Of Any If And, en One Flat Thing, Reproduced. Hoewel alle drie heel verschillend, zijn ze zo bedacht dat de dansende lichamen, de geluidsscore en het lijnenspel in de rechthoekige ruimtes zo verweven raken dat je brein helemaal op die mathematische structuren gefocust raakt.

Voor het eerste werk, N.N.N.N.N.N.N.N.N.N.N.N, bewerkte Forsythe zijn voor vier dansers gemaakte N.N.N.N. voor een grotere groep. Op de vloer is een eenvoudige rechthoek uitgelicht, waarin je de banen van de balletvloer ziet liggen als de lijnen van een notenbalk. Daarachter, in het donker, draait een stappende danser grote cirkels met zijn armen.

Links en rechts, aan de beide korte kanten van de rechthoek, staan dansers in een rijtje opgesteld. Met de vlakke hand klappen ze zich op hun arm of bovenlijf voordat ze hun plek op de notenbalk innemen. De hoorbare muziek zit hem in dit stuk in die lichaamsgeluiden; het klappen, het neerkomen en schuiven van de voeten en de ademhaling van de elf dansers, in een compositie van vaste Forsythe-componist Thom Willems.

De dans intussen is als zichtbaar gemaakte muziek, met frases die door een danser of groepje dansers worden geïntroduceerd en als in een fuga door een ander worden opgepakt. Verschillende dansers gooien de ene arm met de andere op, laten de hand als een tennisbal stuiteren op de andere, en laten hem landen als een klauw op het eigen hoofd of dat van een ander. Een ander terugkerend motief is een rijtje van vier dansers die met een geaccentueerd spel met verstrengelde armen als een rijtje achtste noten op hun plek vallen. Het keert verschillende keren terug en wordt ook door twee rijtjes net achter elkaar uitgevoerd in contrapunt en geeft dan rust aan het beeld, dat met zoveel dansers soms ook wat te vol is.

Het snelle en veeleisende duet Of Any If And wordt gedanst door Nicole Ward en Donnie Duncan Jr. terwijl Thalia Crymble en Alexander Andison, ook op het toneel gezeten, flarden tekst uitspreken. Hun stemmen klinken tussen en onder langgerekte, elektronisch vervormde toonclusters uit een piano, alsof je half slaapt terwijl in de kamer naast je twee mensen op zachte toon met elkaar spreken. ‘This is where it originates…’ zegt Crymble, en even later Andison ook, waarna er balken met losse woorden en korte frasen op grijze bordjes uit de toneeltoren naar beneden glijden en weer omhoogvliegen.

Tussen Ward en Duncan, die een wervelend spel uitvoeren met overstrekte, cirkelende torso’s, hoog opdraaiende armen en snel omhoogschietende benen, lopen onzichtbare elektrische draadjes waarmee ze elkaar laten kronkelen. Hun voeten glijden weg, terwijl hun armen en gezichten naar elkaar reiken, en een siddering bereikt het lichaam van de ander. Ze verdwijnen even achter een zwart rechthoekig decorstuk of in een donkerslag, en zoeken elkaar dan opnieuw voor een tedere, directe maar o zo snelle pas de deux.

Rennend sleuren de dansers voor One Flat Thing, Reproduced twintig rechthoekige tafels over de vloer naar voren. Het schuren van de zware metalen tafelpoten zet de toon voor de elektronische soundscape van borrelende, groevende en schurende geluiden, die blijkens het programmablad live – jammer genoeg niet zichtbaar – wordt uitgevoerd door Niels Duursma en Niels Mudde. Het strakke grid van de vier rijen van vijf tafels laat slechts smalle paadjes vrij voor de dansers, die er keer op keer rennend in vliegen.

Al die energie die ze in hun kleurige T-shirts en sportbroeken meenemen moet ergens naartoe, dus ze rollen en springen over tafelbladen, schuiven er ruggelings onderdoor, en eentje trekt een paar keer een tafel even schuin omhoog. In wisselende formaties reiken ze hun armen ver omhoog, of hun benen. Allemaal uitlaatkleppen voor die gekooide vlucht die ze telkens opnieuw aangaan.

Foto Of Any If And: Rahi Rezvani.