Na de herneming van Snorro van vorig jaar haalt het voormalige Ro Theater een andere klassieker uit de kast: Woef Side Story. Vijf jaar nadat de voorstelling voor het eerst te zien was is hij terug, nu onder de paraplu van Theater Rotterdam. Met de plot en muziek uit de musical West Side Story als basis kan er niet veel mis gaan, maar de makers weten bovendien een verrassende eigen draai aan het verhaal te geven.

In Woef Side Story zijn het niet de Jets en de Sharks, maar de straathonden en de rashonden die elkaar naar het leven staan. Totdat straathond Toto (Marius Mensink) en rashond Marina (Desi van Doeveren) verliefd op elkaar worden. Tel daar een driehoeksverhouding tussen Marina’s kakkineuze bazin Godelinde (Sylvia Poorta), de kordate burgemeester Slap (Kim van Zeben) en de ongure dierenarts Patrick Prick (Dick van den Toorn) bij op, en je hebt genoeg drama voor een hele avond.

Het verhaal wordt omlijst door de vlooien Ko, Jo en To (Van den Toorn, Steyn de Leeuwe en Laus Steenbeeke), die met hun vlooientheater korte intermezzo’s voor het voordoek verzorgen. Die zijn vaak dolkomisch, hoewel de voorstelling er vooral tegen het einde toe net iets te vaak door wordt onderbroken. Het helpt ook niet dat Woef Side Story erg lang duurt (drie uur inclusief pauze), waardoor je tegen het einde liever wil dat er vaart wordt gemaakt. Ook de slapstickscène in het huis van Dr. Prick is wat langdradig en nogal flauw.

Maar verder is Woef Side Story inhoudelijk weer een groot feest voor zowel kinderen als volwassenen. Daar zorgen de vele dubbelzinnige opmerkingen wel voor. Voor bezoekers die West Side Story hebben gezien is Woef Side Story extra leuk, vanwege de vele knipogen ernaar en de herkenning die de muziek oproept, waarmee de makers natuurlijk net iets anders doen dan je zou verwachten.

Daarnaast zorgt het toneelbeeld voor een groot deel van het plezier. Dat is met name te danken aan de hondenpoppen (maar liefst twaalf verschillende) van Erik Bosman en Tamar Stalenhoef. Van groot tot klein en van gevaarlijk monster tot irritant mormel, de een is nog leuker dan de ander. Hetzelfde geldt voor de kleurrijke, soms bordkartonnen decors van Niek Kortekaas. Van de ruige vuilnisbelt tot de tuttige hondensalon, de decors zijn steeds iets om je op te verheugen.

Ook verrassend is Van Doeveren, die na haar rollen in rockmusicals Spring Awakening en RENT een heel andere kant laat zien. Bovendien blijkt ze een mooie sopraan te hebben die goed tot recht komt in de liedjes (gearrangeerd door Fons Merkies). Ook de andere acteurs oogsten bewondering, met name zij die dubbelrollen vervullen. Zo weet De Leeuwe moeiteloos te wisselen tussen de ruige, plat sprekende Rover en de vriendelijke Jo de Vlo. Als je niet weet dat de rollen door dezelfde acteur worden gespeeld, zou je het niet raden.

De hernemingen van Woef Side Story en Snorro herinneren eraan wat voor kleurrijke, originele voorstellingen hun makers kunnen bedenken. Extra leuk dus, dat we volgend jaar weer een geheel nieuwe familievoorstelling van ze kunnen verwachten.

Foto: Sanne Peper