Het decor begint als een lege kinderkamer met ouderwets behang. Onverstaanbare stemmen hebben duidelijk ruzie met elkaar, waarop een meisje in een wit broekpak (Britt Timmermans) boos de kamer binnenkomt. Langzaam begint het te spoken in haar kamer. Uit alle hoeken en gaten gluren er ogen naar het meisje en de kamer neemt andere vormen aan. Het leidt tot een Alice in Wonderland-achtige reis door een droomwereld die steeds blijft verrassen.

Regisseur Laura van Hal maakt circustheater voor jonge kinderen, waarbij ze acrobatiek inzet om een verhaal te vertellen. In Wirwar gebruikt ze de acrobatiek vooral om het wonderlijke van een dromenland neer te zetten. De acrobaten, een internationale groep getalenteerde artiesten, vliegen soepel door de lucht en geven zo het idee dat de wetten van de natuurkunde in deze droomwereld niet tellen.

Met een mengeling van circus en moderne dans nemen vier wezentjes (echt mensen zijn het niet, al zien ze er vaak wel zo uit) het personage van Timmermans mee. De wereld waarin ze ronddwaalt lijkt niet meer op haar slaapkamer. De muren zijn donkerblauw en versierd met abstracte tekeningen waarin ogen en scherpe tanden te herkennen zijn, een mooi ontwerp van Jolanda Lanslots. De acrobatiek, de vormgeving en de spannende soundscape van Nineyards zijn goed op elkaar afgestemd en vormen zo een fantasierijk geheel.

Het zijn niet alleen de spectaculaire acrobatische toeren waarmee de performers hun talent laten zien. De wezentjes nemen steeds andere vormen aan, voornamelijk door een slim gebruik van witte, neutrale maskers. Een hoogtepunt is de scène waarin de wezentjes het masker op hun achterhoofd dragen en achterstevoren op handen en voeten rondlopen. Het is fantastisch om te zien dat de performers met alleen hun rug en minimalistische maskers, tóch emotie en karakter over kunnen brengen. Met gecontroleerde bewegingen roepen ze bijvoorbeeld associaties op met verschillende dieren, zoals nieuwsgierige honden, hongerige hyena’s en speelse zeehonden. Het leidt afwisselend tot grappige en duistere situaties.

Soms ontbreekt er een duidelijke lijn. Dan slaat de sfeer om van vrolijk naar onheilspellend en weer terug, zonder duidelijke aanleiding. Dit is echter goed te verantwoorden in een droomwereld, waar niet alleen zwaartekracht, maar ook tijd en logica zich anders gedragen. Bovendien zorgt de snelle afwisseling ervoor dat zelfs het jongste publiek een uur lang geconcentreerd blijft kijken. Sowieso speelt Van Hal goed in op de doelgroep. Nergens wordt het echt eng, maar de wezentjes met de maskers en het donkerblauwe decor zorgen wel voor een constant unheimisch gevoel.

Van Hal heeft hiermee een prachtig aspect gevonden dat dromen en circus met elkaar delen: je kunt het gevaar opzoeken binnen een veilige wereld. In je dromen kun je de spannendste dingen meemaken om daarna weer wakker te worden in een zacht bed. Ook bij de circustrucs weet je dat de acrobaten elkaar altijd wel weer zullen opvangen, maar het is onmogelijk om de levensgevaarlijke sprongen te bekijken zonder af en toe je adem in te houden.

Foto: Kamerich & Budwilowitz / EYES2