Mijn exemplaar van de Dikke van Dale (toegegeven, niet de laatste 15e editie maar de vorige) kent het woord groeizucht niet. Als ik het googel krijg ik een artikel uit de Telegraaf van 25 april 2017 over ‘de reiziger die slachtoffer is van de groeizucht van Schiphol’ en een pagina van de Turing Foundation uit 2016 waarop valt te lezen dat het gedicht Groeizucht van Bernadette Stom de derde prijs van tweeduizend euro heeft gewonnen.

Een echt gangbaar begrip kun je het dus niet noemen, dat ‘groeizucht’. Betekent het simpelweg de wil tot groeien? Zo ja, hoe dan? Boulimie? Innerlijke groei? Economische expansie? De geselecteerde deelnemers aan de vijfde editie van de Winterkaravaan in Alkmaar konden er duidelijk ook niet al te veel mee. Ze waren door de organisatie met dit thema opgezadeld maar gelukkig waren ze allemaal eigenzinnig genoeg om het vervolgens keihard te negeren.

Juist daardoor werd deze vijfde editie van het festival van jonge theatermakers een heerlijke staalkaart van performance, toneel, podcast en muziektheater dat zich, net als vorig jaar, afspeelt in de voormalige drukkerij van onder andere het Noordhollands Dagblad. Een gigantisch gebouw dat volledig gestript is en sinds vier jaar leeg staat, rijp voor de sloop. De groeizucht van de gemeente Alkmaar legt haar prioriteit bij huisvesting. Begrijpelijk, maar Winterkaravaan laat ook zien wat voor alternatieven er zijn voor zo’n prachtig, industrieel monument.

We kunnen er kijken naar de ontregelende performance God in de nacht van Kathlyn Wuyts en Momo Samwel over het zoeken naar troost, in Honk van Naomi Steijger met gesloten ogen luisteren naar het verhaal van de bejaarde meneer Aarts en voorzichtig een kombucha-zwam aanraken bij Sien Vanmaele en Rani Decock. Dit alles afgerond (matinee) dan wel ingeluid (avondvoorstelling) met drank en spijzen in het pop-up restaurant.

Een extra spannend element van het Winterkaravaanconcept, in ieder geval voor de makers, is dat een van de voorstellingen zal worden geselecteerd voor een uitwerking tot een avondvullende productie die in 2020 te zien zal zijn op de zomerversie van Karavaan. Het publiek heeft daarin ook een stem, door middel van het na afloop in te vullen stembiljet.

De voorstelling die op mij de meeste indruk maakte was De meeste dingen huilen niet van Femke Arnouts en Dennis Tiecken. De in 2017 aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie afgestudeerde Arnouts schreef een intrigerende tekst over het verlangen ‘een ding te zijn’. Haar uitgangspunt is bijna tegengesteld aan het thema: een ding is en hoeft dus niet te groeien.

We zien twee mensen die het jachtige bestaan moe zijn. De vrouw doet nog pogingen haar rust te vinden in hardlopen, de man is dat stadium al gepasseerd: hij wil een steen worden. Hollen of stilstaan, dat is de vraag. Ik moest denken aan Vasalis. Nog niet zozeer aan de beroemde dichtregels ‘Ik droomde, dat ik langzaam leefde…/langzamer dan de oudste steen.’ als wel aan haar gedicht Steen, waarin ‘haar hele wezen materie wordt’.

‘een ondoordringbaar mysterie/o sla de rots, opdat ik ween’.

Tiecken heeft de mime-opleiding gedaan en dat zie je aan de souplesse en vooral de aandacht waarmee hij zijn lijf opvouwt. Maar het mooiste in de kleine voorstelling wordt tot het eind bewaard, als Arnouts zich transformeert tot opvouwtent en Tiecken zich daarin wurmt.

Eigenlijk is deze voorstelling in al zijn bescheidenheid al af. Nieuwsgieriger ben ik naar wat Eva van der Post, Scott Beekhuizen en Rosine Langbroek zouden doen met hun eventuele uitverkiezing. In hun voorstelling Protest herleven de protestsongs uit de jaren zestig van de vorige eeuw in een geactualiseerde outfit. Deze drie jonge theatermakers lijken voor elkaar gemaakt. Ze hebben elkaar gevonden in hun muzikaliteit en hun energie. Beekhuizen is een geweldige rapper, dat liet hij onlangs ook al horen in No joke van TEN Producties, Van der Post (in Soldaat van Oranje speelde ze meer dan honderdvijftig keer de rol van Charlotte) en Langbroek (o.a. Eindgebruiker van Waterlanders) zijn fijne actrices met prachtige stemmen.

De kracht van deze korte voorstelling is vooralsnog ook haar zwakte. Het hoge tempo en de samengebalde energie geven amper ruimte voor reflectie. Er zit een stevig, muzikaal debat in over de zin van demonstreren maar voordat je de wederzijdse argumenten goed tot je door hebt kunnen laten dringen dient de volgende scène zich alweer aan. Protest schreeuwt bij wijze van spreken om een langere versie.

In al hun eigenzinnigheid zijn ook de andere drie voorstellingen beslist de moeite waard maar lijken geen kans te maken op een verdere uitwerking. Dat hoeft ook niet. Ze zijn uitstekend op hun plaats in Winterkaravaan. Klein maar fijn. Laat de groeizucht maar aan ze voorbijgaan.

Foto Protest: Moon Saris