De nieuwe zomervoorstelling Wild van theatergezelschap Vis à Vis, speelt zich af tijdens een avond in een peperduur restaurant, waar een verveeld en stinkend rijk koppel, inclusief agressief schoothondje, in een limousine XXL arriveert, en de minder welgestelde dinergast dus snel moet ophoepelen. Op het menu staan onder meer gestoomde pandabeer, vleermuizensap en bellenblazende octopus. Uiteraard loopt alles genadeloos in de soep.

In Wild – een op wat gebrabbel na woordloze slapstickvoorstelling die geschreven is door Chris Mitchell – bekijkt de toeschouwer, net als in de eerdere Vis à Vis-productie Picnic (1999), twee keer dezelfde avond: vanuit het restaurant en vanuit de keuken. Scenografen Sarah Nixon en Juul Dekker ontwierpen een klapdeurendecor met aan weerszijden een tribune. Na de pauze gaat het publiek op de andere tribune zitten, en ziet zo de andere kant van de avond.

Begin je aan de voorkant, dan vraag je je af hoe het kan dat de bedelende dakloze een paar minuten later een schort om heeft en in de bediening werkt, wat er in die enorme houten kist zit die ineens voorbij sjeest of waarom de keukenploeg prompt met paniek in de ogen het restaurant binnenvalt. Allemaal lijntjes die zorgvuldig in de tweede helft worden ingelost, waardoor er voortdurend van alles in elkaar klikt.

Het is jammer dat het zowel voor als achter de schermen eigenlijk meteen uitloopt op complete chaos. Zo is er per saldo weinig contrast tussen beide helften, waardoor de theateravond als een herhaling van zetten aanvoelt. In regie van Michael Helmerhorst en Dorien Folkers is alles overdreven uitvergroot. En omdat alles zo consequent over de top is, missen ook de paar pogingen tot verstilling doel. Vis à Vis wil het hebben over onze verspillingscultuur, maar kiest voor een slap in the face-parodie die zo weinig pogingen onderneemt om de toeschouwer zich met de personages te laten verbinden, dat enige reflectie per definitie verloren gaat.

Wat overblijft is een weldadig buffet aan (visuele) vondsten en grappen, wat natuurlijk goed aan dit gezelschap besteed is. Zo’n beetje alle bedreigde diersoorten maken hun opwachting, en onverwacht ontroerend is het einde – waarin de makers laten zien wie er aan het eind van de rit de winnaars zijn en wie de verliezers van deze op hol geslagen, hypocriete eetcultuur.

Maar over het algemeen mist deze voorstelling verrassende smaken of spannende wendingen. In plaats van een culinair hoogstandje, voelt Wild eerder als een avondje onbeperkt spareribs eten; het is allemaal vooral veel van hetzelfde en uiteindelijk toch enigszins onbevredigend.

Foto: Anna van Kooij