Hoe beter mensen elkaar kennen, hoe harder ze de ander kunnen kwetsen. En ze menen daartoe ook het recht te hebben. Zogenaamde eerlijkheid onder het mom van vriendschappelijk commentaar. Zulke hardhandige eerlijkheid is de motor van Wijn, een geslaagd stuk van Philip Walkate, geregisseerd door Victor van Swaay. Hoe het traditionele avondje wijnproeven van een groepje vrienden ontaardt in het soort openhartigheid waarvan iedereen ongemakkelijk wordt.

‘Soms denk ik wel eens: mijn man heeft geen bord voor zijn kop, maar een vierentwintigdelig servies’, aldus kunsthistoricus Charlotte over haar man, de bankier Charles. Het echtpaar is in goeden doen, Charles spaart bijvoorbeeld kostbare wijnen. Na ruim drie decennia is het huwelijk echter sleets, zo niet ten dode opgeschreven.

In die bozige sfeer maken ze zich op voor het jaarlijkse avondje wijnproeven met oude vrienden. Overigens hebben ze kunstenaar Ed voor het eerst in vijfentwintig jaar niet uitgenodigd voor de proeverij, omdat hij vorig jaar te persoonlijk werd tijdens het drankovergoten avondje. Blijven over psycholoog Marja en haar man Bob, die schrijver is.

Al bij binnenkomst van Bob en Marja wordt duidelijk hoe de verhoudingen liggen. Bob is de hartelijkheid zelve, hij zal te allen tijde proberen het gezellig te houden. Marja is een rationeel ijskonijn. Haar wacht een kille ontvangst door Charlotte en de eerste hatelijkheden vliegen direct over en weer. ‘Drank is niet de oplossing, hè?!’, sneert Marja tegen Charlotte. Maar traditie is traditie, dit zijn verplichte bijeenkomsten, er is geen ontkomen aan.

De ontregeling zet in met de onbedoelde komst van Ed, de kunstenaar die niet uitgenodigd was. Ed is een botte rauwdouwer die geen blad voor de mond neemt. Die iedereen pest, alle pijnlijke plekken blootlegt. En uiteindelijk verschijnt ook nog de doorgedraaide dochter Eveline ten tonele, die verondersteld werd in een inrichting te zitten vanwege een depressie.

Wijn is een komedie waarover je, vanwege de onverwachte wendingen, al gauw te veel verklapt. Het is een soort zedenschets over de manier waarop vanzelfsprekende vriendschappen van vroeger kunnen ontaarden in wrangheid, in ergernis aan elkaars hebbelijkheden. Juist omdat de vrienden elkaar te goed kennen, te veel van elkaar weten.

Philip Walkate schreef met Wijn een vrolijk en snel stuk, dat lonkt naar de Angelsaksische traditie van Edward Albee vanwege de ongemakkelijke, intermenselijke relaties en de lijken die uit de kast vallen. Regisseur Victor van Swaay houdt de vaart er flink in, wat goed uitpakt, omdat hij werkt met een groep uitstekende acteurs die per rol ook nog eens erg goed gecast zijn.

Carine Crutzen schittert als de droeve moeder Charlotte die tegen de klippen op probeert de schone schijn van een geslaagd echtpaar vol te houden. Aan Porgy Franssen is de rol van de bankierende wijnliefhebber Charles zeer toevertrouwd. Hij becommentarieert zijn rol nu en dan met veelzeggende blikken naar het publiek. Vincent Croiset zet de kunstenaar Ed zeer stijlvast neer als een mooie, lompe, ongelikte beer met een knotje achterop zijn hoofd en oud gebreid vest aan.

Evert van der Meulen is de comic relief: zijn Bob is een blij ei, hij leutert maar door. Al valt iedereen hem in de rede, hij probeert de lieve vrede te bewaren. Renée Fokker is de keiharde psychologische onderzoeker Marja, die misschien alles weet van statistieken, maar weinig van tact. Randy Fokke speelt dochter Eveline, die op het verkeerde moment binnenvalt. Het meisje wrijft in elke vlek, peutert alle wonden open, maakt concreet wat misschien beter bedekt had kunnen blijven.

Een minpunt is het obligate quasi-designdecor dat de omgeving van de nouveau riche moet voorstellen. Jammer is ook dat er op driekwart van de voorstelling een dip zit. Enige vertraging is nodig, omdat het dan tijd is voor bekentenissen en openhartigheid, maar de prettige vaart valt dan volledig weg. Niettemin is Wijn een fijn stuk, gespeeld door een sterk ensemble.

Foto: Ben van Duin