Ze aarzelt, de actrice die hoog op het podium zit, met een draaistoel op een tafel. De wereld beweegt zich onder haar, en van die wereld zijn het de mannen op wie ze neerkijkt. Ze aarzelt nogmaals, verslikt zich in haar eerste zin: ‘I hate…’ En vervolgens komt het hoge woord eruit: ‘I hate men.’ Ik haat mannen.

Deze zweepslag is het begin van een overweldigende performance van Stephanie Louwrier, genoemd naar Who run the world, een hit van Beyonce. Alleen al het refrein van Beyonce’s song is maatgevend voor de voorstelling: ‘Who run the world? Girls!’ En nog eens, vele keren achter elkaar: het zijn meisjes en vrouwen die de wereld draaiende houden. In samenwerking met theatermaakster Daria Bukvic ontstond Who run the world met als ondertitel Feministische one woman show met geschoren oksels. Niet de mooiste ondertitel, maar qua toon en provocatie klopt het wel. Bovendien is het een voorstelling die uitstekend past in het Jonge Harten Festival dat zich tien dagen lang op tal van locaties in Groningen afspeelt, van theaterzalen tot leegstaande fabrieken.

Het is onwaarschijnlijk hoeveel kracht, energie en prachtige dramatische scènes er in een uur theater kunnen. Louwrier transformeert van een podiumbitch naar een timide meisje, van een vrouw wier blote huid glanst en glimt naar een vrouw die een armoedige regenjas draagt. Ze staat hoog en almachtig op stiletto-heels, maar schopt ze haar schoenen uit, dan lijkt ze opeens veel kleiner. Een blauwe sjerp met daarop Miss Europe draagt ze over haar lichaam dat, volgens de mode der modellen, slechts gekleed is in een strak badpak.

In de solo van Louwrier kunnen we verschillende hedendaagse iconen herkennen, zoals Lady Gaga, Madonna of Beyonce zelf. Af en toe dringen flarden door uit het verre verleden, en dan is de tedere vrouw Ophelia (Hamlets geliefde) en zelfs kindermoordenares Medea uit de klassieke tijd. Vrouwen als soevereine, superieure heldinnen vormen al eeuwen de belangrijkste karakters in de literatuur, opera en theater. Deze vrouw die Louwrier vertolkt kent een tragisch drama: ze wil koste wat kost soeverein zijn, maar het is een hoge prijs die ze ervoor betaalt. Haar onafhankelijkheid heeft een grimmige kracht. Het is bijna een woeste vrijheid die ze tentoonstelt.

Dan volgt een mooi kantelmoment: bovenin de theaterruimte gaat een deur open. Daar verschijnt een keurige jongeman, de ideale schoonzoon, de best guy next door. Helemaal niets mis mee; strak pak, gekamde haren, lang postuur. Hij daalt van een trap af naar beneden, naar deze vrouw. Louwrier begint te glimlachen, tikkeltje zenuwachtig. Nee, die trap is te romantisch, zo moet het niet. Hij verrast haar met een avondjurk die hij over haar heen drapeert. Dan neemt hij haar ten dans in de stijl van de tango. Hij hoog boven haar uit, zij nederig half liggend onder hem, in zijn armen. Dan verbreekt ze de betovering: nee, ze weigert dit, dit is niet wat ze bedoelt. Geen hunkerend omhoog kijken naar de stoere man boven haar. Niet weer het aloude spel van ondergeschikte vrouw en heersende man. Ze stuurt hem de speelvloer af. Dan blijft ze alleen achter; verward, triest ook; ze wil een vorm van liefde die uitstijgt boven geijkte codes. Maar het is haar niet gelukt.

Dat is de tragiek van Who run the world, een performance met grote zeggingskracht. Tijdens het reizende festival De Parade zag ik haar al in voorstellingen als Amazing grace en Pauvre Lola. Met Who run the world bewijst Louwrier een ongekend charisma en theatertalent te bezitten.

Foto: Casper Koster