Zelf zijn ze er ook niet blij mee, echt niet, sorrysorrysorry, maar er zijn wel een paar regeltjes waar we ons tijdens de voorstelling aan moeten houden. Aan kaders ontkom je nu eenmaal niet, afspraken zijn er niet voor niets. Alhoewel: de twee spelers van jeugdtheaterduo coupdeboule die het publiek op Tweetakt welkom heten, lijken van al dat gedoe rondom die regels vooral stikzenuwachtig te worden. Hypernerveus manoeuvreren ze het publiek richting speelplek.

Die schuchtere nervositeit houdt nog wel even aan, als we aankomen op een klein grasje bij Fort Ruigenhoek, waar Tweetakts festivalhart vanwege corona naar is uitgeweken. Er staat een deur, en daar kun je doorheen. Dan ben je ergens. Zo werkt dat met deuren, dat hebben we afgesproken, dus daar houden we ons aan. Publiek neemt vervolgens – ook netjes zoals afgesproken – plaats op de kussentjes terwijl Katelijne Beukema en Eileen Graham spraakwatervallend van hot naar her tuimelen, af en toe indringend-serieuze blikken strooiend, wat het is boven alles een vreselijk serieuze aangelegenheid.

Goed, als iedereen goed en wel zit, de spelers en het publiek zich in dezelfde theatrale ruimte bevinden, aan alle randvoorwaarden zijn voldaan, kan het grote ontdekken beginnen. En dat betekent: het weer loslaten van  die afspraken, negeren van logica. Ze beginnen klein, allereerst gewoon maar eens kijken wat het lichaam kan: je armen kunnen zwaaien en je benen kunnen rennen – en dat allemaal ook nog eens op weet ik hoeveel manieren.

Vanuit fysiek spel verkennen ze de mogelijkheden, voortdurend hysterisch verbaasd over wat er allemaal mogelijk is. Dat levert de nodige georkestreerde chaos op, tot groot vermaak van het zespluspubliek. De personages zijn erg op zichzelf en elkaar gericht, maar houden daarbij ook voortdurend het publiek in het oog – dat daardoor zeer betrokken is. Sleutelmoment is de paniek die bij de personages toeslaat als de jonge toeschouwers weigeren in een paraplu iets anders te zien dan een paraplu. Graham, beduusd: ‘Maar als dit een paraplu is, dan kan het toch niets anders meer zijn?’

Dat is inderdaad een schokkende constatering. Waarom zo nodig afspreken dat een paraplu een paraplu is – hoe onnodig saai is dat eigenlijk? Dat moment fungeert als kantelpunt: vanaf dan wordt het duiden, benoemen en verklaren steeds minder belangrijk, en krijgt de fantasie steeds meer ruimte. Vervreemdende elementen nemen de overhand, kleurrijk meubilair wordt achter heuveltjes vandaan gesleept en schmink lukraak over de gezichten gesmeerd.

Beukema en Graham werken na zeer talig te hebben ingezet, toe naar een verrassend beeldende, woordloze slotsequentie. Een theatrale viering van een afspraak- en regelloze wereld, waarin de stilte gretig om zich heen mag grijpen en fantasiemonsters vrij spel krijgen. Het leidt tot prachtige, kleurrijke en grillige taferelen (vormgeving door Vita Coenen en eindregisseur Jef Van gestel) die zich niet laten verklaren, zich niet laten vangen in woorden, maar de fantasie activeren. En geen greintje meer dan dat. coupdeboule toont dat echte betekenis zich pas uittekent als je niet overal betekenis aan toekent.

Foto (zaalversie): Roos Wolthers