In de nok van Carré lopen De Ayala’s heen en weer over een strakgespannen koord. Twee van de acrobaten dragen een metalen staaf op hun schouders en daar bovenop staat de derde te shinen. Met veel tromgeroffel klimt er dan ook nog een vierde acrobaat bovenop de menselijke toren. En dat is nog niet alles, want ondertussen grappen de jongens – van 23, 24 en 25 jaar – naar het publiek en dansen ze losjes in de heupen op Colombiaanse muziek. Het Hogedraadnummer is de technische top-act van het Wereldkerscircus dat gisteren in een bomvol Carré in première ging.  

Na een afwezigheid van precies 1080 dagen is het circus weer terug van weggeweest. Er zijn minder grote circusgroepen dan voorheen uit landen als China, Korea en het Oostblok – waarschijnlijk vanwege de situatie op het wereldtoneel. Wél is er veel variatie, lijkt de techniek naar een steeds hoger niveau te klimmen en zijn er aardig wat nieuwe generatie-circusartiesten.

Zo opent Kevin Richter, zoon van Florian, het programma met een wereldrecord onder de paardenacts: de Hongaarse Post, waarbij 22 paarden ronddraven in de piste. De lange koorden aan de teugels houdt hij relaxed in zijn handen, terwijl hij zelf in spreidstand op twee stevige trekpaarden staat. Wanneer hij wankelt – het is echt maar héél even – schiet er direct een golf van schrik door de zaal. Dat is juist goed, want de hoogstandjes verlopen zó geroutineerd dat je bijna zou vergeten dat het om mensenwerk gaat.

De grondacrobatiek van de frêle Kolev Sisters – moeder was koorddanseres en vader leeuwentemmer – vraagt enorme spierkracht, maar ziet er speels uit. Liggend op haar rug wringt de ondervrouw zich in dansante bochten, terwijl de bovenvrouw ondersteboven met één hand op haar zusters voet staat.  Het luchtduo The Luna Girls overtreft ze met een doodenge Pas de Deux rond een hoepel in de lucht en de solo van de 21-jarige vliegende prins Svyat Rasshivkin is ronduit sensationeel. Slingerend aan een koord beweegt hij als een balletdanser door de lucht en doet hij vergeten dat er ook nog zoiets als zwaartekracht bestaat.

De meer basic acts zijn er ook, zoals die van vader en zoon Kris en Harrison Kremo uit Zwiterland. Zij aan zij jongleren ze losjes met ballen, hoeden en blokken, haast terloops, alsof ze samen staan te koken. Ook eenvoudig, maar daarom niet minder leuk, is de act van ‘De Dikke Man’. Konstantin Muraviev wil afvallen en daarom draait hij gekleed in tweedelig kostuum in een rad door de piste, net zolang tot zijn bolvormige buik is geslonken. Zijn expressieve mimiek en speelstijl hebben iets nostalgisch en doen denken aan een personage uit de periode van de stomme film.

Veel acts combineren circus met dans. Zo stunt de elfkoppige Springplankgroep op rock-’n-rollmuziek met een live zangeres, danst het duo Flash of Splash punk-rockend door de lucht en is er ook nog een jockeynummer met kozakkendans. Er is wat minder glitter en glamour dan anders en meer aandacht voor het gedegen vakwerk en de technische hoogstandjes. Ook spreekstalmeester Fred Butter is bescheiden en zet niet zichzelf maar de artiesten op de voorgrond. Het maakt de voorstelling ronduit sympathiek en brengt de zaal in een uitgelaten feeststemming. Het succes schuilt niet in de special effects maar vooral in de hoge circuskunst.

Foto: Nathan Reinds