‘Is dit een concert of een musical?’ hoorde ik mijn buurvrouw vragen. We Will Rock You is een jukeboxmusical, maar had beter een concert kunnen zijn. Het verhaal is zo flinterdun en de personages zo onderontwikkeld dat je wacht tot de volgende evergreen van Queen wordt ingezet.

Jammer, want de premisse van Ben Eltons script is interessant. We bevinden ons in een nabije toekomst waarin Silicon Valley alle macht heeft. De aarde heet nu iPlanet, grote artiesten als Lady Gaga, Elvis Presley en Freddie Mercury zijn verboden en elke subversieve gedachte of toon wordt genadeloos bestraft door de politie. Alleen veilige, door de staat goedgekeurde muziek mag worden beluisterd, en natuurlijk uitsluitend via streaming.

Nu eens geen linkse, maar rechtse dystopie die we zien: een totalitaire staat waarin cancel culture heeft gewonnen, spraakcensuur overal is en de muziek van vroeger echt veel beter was. Maar ook in deze nachtmerrie is er een jongeman met een messiascomplex te vinden, die de wereld komt redden en onderweg het meisje van zijn dromen vindt. Galileo hoort Queen-muziek in zijn dromen en wil losbreken (‘I Want To Break Free’) uit het keurslijf van iPlanet. Gelukkig is daar Scaramouche, die door klasgenoten wordt bespot om haar gothic look en het buitenbeentje Galileo precies begrijpt. Ze sluiten ze zich aan bij de Bohemians, een ondergrondse rebellengroep die de laatste restanten van rock and roll bewaren, en worden opgejaagd door de sinistere Khashoggi (Stanley Burleson) en Killer Queen (Anastacia)

Om die laatste is het producent TEC Entertainment echt te doen. Popster Anastacia, die in 2000 doorbrak met hits als ‘Outta Love’ en ‘Not That Kind’, prijkt op de posters van We Will Rock You en was tot voor kort het enige bekende castlid van de productie. De verwachtingen zijn dus hooggespannen, maar als Killer Queen staat ze verrassend weinig op het podium. Zo nu en dan daalt ze neer uit een raket en zingt nummers die min of meer te maken hebben met de handeling. Schijnbaar uit het niets schakelt ze van opwinding (‘Fat Bottomed Girls’, ‘Don’t Stop Me Now’) naar iets wat op frustratie lijkt (‘Another One Bites the Dust’) als ze hoort dat de rebellen gevangen zijn, maar Galileo op vrije voeten is. Een groot actrice is Anastacia niet, maar veel maakt dat niet uit: wat kan ze zingen, immers.

Die onverschilligheid kenmerkt deze musical. De scènes zijn vooral bruggetjes van de ene hit naar de ander, zonder een heldere visie van regisseur Massimo Romeo Piparo of overtuigend spel van de acteurs. Giorgio Adamo (Galileo) en Arianna Galletti (Scaramouche) zijn indrukwekkende zangers, maar spelen alsof hun script in hoofdletters en hart-emoji’s staat gedrukt. Het is wachten tot een van hen toevallig de titel van een Queen-nummer noemt, begint te zingen en met een virtuoze uithaal de scène eindigt. Zelden wordt die formule doorbroken of krijgt het repertoire van Queen een nieuwe gelaagdheid. De enige die zich staande houdt in het geheel is een ervaren musicalacteur als Stanley Burleson. Als Khashoggi straalt hij een gevaar en autoriteit uit die de eerste akte van de voorstelling nog iets van spanning meegeeft.

Galileo blijkt een reïncarnatie van Freddie Mercury te zijn. Niet voor niets is hij het die de Heilige Graal van Queen vindt: een magische gitaar van Brian May die dictaturen moeiteloos op de knieën dwingt. Een handige kunstgreep van Elton: een nieuwe Freddie Mercury op het podium, maar wel een die heteroseksueel is en makkelijker te verteren voor een groot publiek. Het witwassen van Mercury’s seksualiteit heeft de film Bohemian Rhapsody al de nodige kritiek opgeleverd, en is hier eveneens van toepassing. We zien een musical die een muzikale ode is aan een queer icoon, maar nog steeds verpakt wordt in een conventioneel boy meets girl narratief. Een lied als ‘Who Wants to Live Forever’ is bekend geworden temidden van de AIDS-crisis en vlak voor Mercury’s eigen diagnose, maar is hier een inwisselbaar liefdesduet tussen Galileo en Scaramouche.

Wie de grootste hits van Queen live wil horen, zit zonder meer goed bij We Will Rock You. Maar van een jukeboxmusical, zeker een over een internationaal cultureel icoon als Freddie Mercury, mag je minder onverschilligheid en meer ambitie verwachten. Mercury verdient beter, en het publiek ook.

Foto: Wim Lanser