De nieuwste voorstelling van de Zuid-Afrikaanse choreograaf Robyn Orlin is een ode aan riskjarijders van Durban. In een kleurig festijn vol dans, muziek, projectiebeelden en kleding doet We Wear Our Wheels With Pride And Slap Your Streets With Color… We Said ‘Bonjour’ To Satan In 1820 de uitbundige Zoel0e-traditie herleven.

Als uitschot van de zwarte Zuid-Afrikaanse gemeenschap zat er voor veel Zoeloe-mannen begin vorige eeuw niets anders op dan riksjarijder te worden. Dat is zwaar werk tegen een hongerloon. Om hun onderdrukte positie als ‘menspaarden’ het hoofd te bieden, versierden de mannen hun karren en lichamen uitbundig. Robyn Orlin greep het gegeven aan en creëerde een voorstelling waarin ze die trots centraal zet. De voorstelling begint eenvoudig, Orlin zet direct een lichte toon als de cast schuifelend het podium opkomt en de technicus vraagt het zaallicht uit te doen. Ze zijn niet tevreden over de lichtovergang en daarom mag het een tiental keer dunnetjes over. Orlins theater is nooit heilig en breekt altijd de vierde wand.

Dan rolt de kleine zangeres Anelisa Stuurman, gehuld in kleurige kleding, een deel van de vloer om en wordt er uitbundig gedanst op het witte plateau dat tevoorschijn komt. Een camera vangt de beelden van bovenaf, we zien ze geprojecteerd op het achterdoek. In een volgende fase van de voorstelling komt een lange balk naar beneden met daaraan reeksen blikjes, geordend in verschillende kleuren, met tussen de blikjes een aantal kleurige tooien met grote koehoorns. Terwijl de twee muzikanten (Stuurman en multi-instrumentalist Yogin Sullaphen) hun plek innemen op het zijtoneel, trekt het zeskoppige dansersensemble (leden van het Moving Into Dance Mophatong uit Johannesburg) de tooien over hun hoofden en wikkelen ze een lang doek rond het lichaam.

Terwijl een lied de transitie opvangt, tilt videograaf Eric Perroys het toneelbeeld op. Met eenvoudige ingrepen wordt het toneelbeeld vermenigvuldigd op het doek, en zo ontstaan kleurrijke schilderijen. Alles is livestream. Een enkele keer zien we hoe de dansers met hun lichamen en kleding het doek indirect ‘beschilderen’. Het zijn geen hoogstaande technische trucs die hier worden toegepast, integendeel. Orlin, die zowel choreograaf is als beeldend kunstenaar, houdt het graag simpel. Videobeelden zijn hier vooral ondersteunend aan de kleurrijke scenografie.

Om het rituele aspect kracht bij te zetten wordt het publiek aangespoord mee te bewegen in de stoel. Hoe stug het Amsterdamse publiek doorgaans ook is, dit keer deint de halfgevulde zaal er lustig op los. Dat geeft de voorstelling vleugels! Wat volgt zijn zes seances waarin elke danser zijn tooi aflegt en onder begeleiding van een unieke song en animatie een solo brengt. Hoe voorspelbaar ook, we gaan erin mee – vooral dankzij de gelaagde muziek, die ook het gehinnik en gebries van de paarden integreert.

Niets staat los van elkaar. De presentatie van deze voorstelling, die komende weken door het hele land speelt, is het samenspel van het ensemble, want ook dansers dragen bij aan de sound. De excentrieke Stuurman zwiept nog eens rond met haar lange paardenstaart, waarmee ze zo nu en dan ook vrolijk op de billen van de paarden slaat. Wat een feestje, deze voorstelling. Dogmatisch wordt het nergens, integendeel. Hoe eenvoudig ook van opzet, opnieuw weet Orlin van elk detail een statement te maken.

Foto: Jérôme Séron