Aan de muur van het café hangt een afbeelding van het affiche Tournée du Chat Noir. Théophile-Alexandre Steinlen maakte het eind negentiende eeuw voor het populaire Parijse etablissement Le Chat Noir waar artiesten en cabaretiers elkaar troffen.

Ook in de tragikomische voorstelling We vieren het maar geldt het café als ontmoetingspunt. Het gezelschap dat zich er aan de bar en houten tafeltjes zet is al even bont: een gescheiden echtpaar, twee oude heertjes, een homoseksuele zoon en zijn vader, twee voormalige drinkebroers, de kastelein en een stamgast, een Spaanse kok en zijn familie. Noël van Santen en Emiel de Jong, samen cabaretduo Schudden, wisselen in een reeks toneelmatige sketches razendsnel van personage. Daar komen hoedjes en brillen aan te pas, maar vooral uitgekiende overgangen in motoriek, mimiek en stem. Sinds hun eerste programma in 1995 is hun fysieke spel steeds verder verfijnd, waardoor hun timing inmiddels perfect is.

Anders dan in eerdere voorstellingen verandert het decor niet voortdurend van functie. De cafésetting blijft vrijwel de gehele voorstelling behouden – hoewel er tegen het eind nog wel een verrassing uit de hoge hoed wordt getoverd en de Parijse verwijzing een aardig staartje krijgt. Maar meer dan op inventieve goochelarij met het decor ligt de nadruk deze keer op de ontmoetingen tussen de personages. Herkenbare types zijn het, die Van Santen en De Jong met uitstekend spel laten uitgroeien tot geloofwaardige figuren. Hun tragiek schuilt in kleine dingen, de humor in onverwachte omkeringen. Man tegen een vriend die zojuist heeft verteld dat er een gezwel ter grootte van een tennisbal in zijn hoofd zit: ‘Maar jij hebt toch helemaal niets met sport?’ Doordat de personages vaker terugkomen, ontstaat een fijn web van verbindingslijntjes waarvan de uiteinden zorgvuldig worden afgehecht.

Soms drijft een sketch op taal, andere scènes zijn opgetrokken uit zwijgend spel. Pijnlijk schurend is het af en toe, op andere momenten overheerst de weemoed of juist de hilariteit, zoals in de sublieme act waarin De Jong een flamencodans paart aan culinaire krachtpatserij. Een enkele keer is een woordgrap wat flauw, neigt het spel te veel naar slapstick, maar eigenlijk is dat muggenzifterij. Want wat is het knap hoe deze twee energieke mannen zich binnen het fysieke cabaret blijven ontwikkelen. In We vieren het maar vallen ze geen enkele keer in herhaling en kloppen alle details – met dank aan regisseur Titus Tiel Groenestege.

De drie voorgaande voorstellingen van Schudden werden genomineerd voor de Poelifinario. Laten ze hem nu maar eens winnen.

Foto Bob Bronshoff